De NRC bracht onlangs het nieuws dat uit een vertrouwelijk rapport van onder meer het Openbaar Ministerie, de politie en enkele provincies, blijkt dat mestverwerkingsfabrieken de spil zijn in een omvangrijke fraude met afval en subsidies. Deze installaties worden door de overheid beschouwd als oplossing voor het landelijke mestoverschot. De mest wordt er met organische producten vermengd tot nieuwe, in theorie duurzame producten. In de praktijk blijkt dat illegaal afval (xtc- en slachtafval, dioxine, verfresten, afvalwater, zware metalen en ander chemisch afval) met behulp van deze fabrieken geloosd worden. Dat levert een gevaar voor de volksgezondheid op. De fraude met subsidie en afval is omvangrijk en structuree. 

 

Tegelijkertijd blijkt de regelgeving complex en het toezicht versnipperd. Overheidsinstanties hebben niet altijd de benodigde kennis in huis. Enkele gemeenten stonden bijvoorbeeld illegale stoffen toe in de vergunning. Waar de RVO vooraf onvoldoende zou controleren welke partijen subsidie verstrekt krijgen, zo controleren de provincies achteraf niet goed wat er met het geld gebeurt. Daarbij zouden mogelijk de belangen in de sector spelen maar ook de druk om milieudoelstellingen te halen. Het onderzoeksrapport is inmiddels twee jaar oud, maar volgens het Openbaar Ministerie is het signaal dat ervan uitgaat ‘onverminderd relevant en actueel’. Bij politie en justitie komen nog steeds meldingen binnen over mogelijke fraude.

Ook na verhoging van de tonnage, bleek destijds geen MER noodzakelijk voor de mestvergister in Cothen. Sindsdien lijkt echter sprake van voortschrijdend inzicht ten aanzien van de milieueffecten van dergelijke installaties en kregen wij signalen van een mogelijke aanscherping van de jurisprudentie ter zake[1].

Van de initiatiefnemers achter de mestvergister in Cothen, hebben wij altijd een goede indruk gehad. Het project lijkt zorgvuldig te worden aangepakt, men staat open voor input vanuit de samenleving en leek ook bereid tot aanvullende maatregelen om de installatie nog veiliger en schoner te maken. Desalniettemin kregen wij vanuit de samenleving al langer en begrijpelijkerwijs vragen over de omgevingseffecten van en toezicht op deze installatie, gelijk aan die waarmee elders dus structurele en omvangrijke maatschappelijke risico’s ontstaan. Vandaar deze vragen van GroenLinks en WijkNU. Ook door de provinciale fractie van GroenLinks in Utrecht (en andere provincies) zijn inmiddels vragen gesteld. 

NRC-artikel: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/05/15/geen-maisafval-maar-verfslib-en-xtc-resten-in-de-mest-a3960430