PIETER PAUL, SLIKKER PVDA-FRACTIEVOORZITTER TE DEN BOSCH (Bron Trouw 11 januari 2022)

Getuige het regeerakkoord kan politiek Den Haag er niet langer omheen: de kloof tussen kansarm en kansrijk groeit. Dat is een ommezwaai, want nog niet zo lang geleden waren de vaste baan en volkshuisvesting volkomen uit de mode en had Nederland een premier die zei dat armoede hier niet bestond. Inmiddels is het kwartje gevallen: te veel mensen onder ons redden het niet zonder een steuntje in de rug.

Nu de zeepbel van zelfredzaamheid is doorgeprikt, komt er een minister van volkshuisvesting én één om de groeiende armoede te lijf te gaan. Goed nieuws, maar helaas blijft een diepgewortelde kwaal van de oude bestuurscultuur overeind. Namelijk dat de nationale politiek zichzelf als middelpunt beschouwt, zélf aan alle knoppen wil draaien en bovenop het geld blijft zitten. En dat terwijl de groeiende kloof tussen kansarm en kansrijk schreeuwt om meer armslag van gemeenten. Iets dat al jaren wordt nagelaten. Van de 355 gemeenten hadden er vorig jaar 276 een tekort op de begroting.

Armlastige steden en dorpen slagen er steeds slechter in om basisvoorzieningen op orde te houden. Burgemeesters en wethouders schrijven brandbrief na brandbrief. Over sociale veenbranden in wijken, over tekorten aan handhaving en in de jeugdzorg, over problemen bij steeds jongere kinderen en groeiende achterstand als ouders geen peperdure huiswerkbegeleiding kunnen betalen.

Uit het regeerakkoord blijkt dat die noodkreten aan dovemansoren gericht waren. Extra geld voor woningbouw? Een sigaar uit eigen doos. Want dat geld halen we bij het Gemeentefonds van álle gemeenten weg om in enkele gemeenten meer te kunnen bouwen. Extra geld voor jeugdzorg? Het nieuwe kabinet schuift de uitspraken van de arbitragecommissie terzijde en bezuinigt in een voor gemeenten onhaalbaar tempo op de jeugdzorg. Het eindelijk schrappen van de bezuiniging die hoorde bij de nooit bereikte opschaling van gemeenten? Alleen voor de komende paar jaar, waardoor gemeenten nog vele jaren rood zullen staan.

Ondertussen neemt de kloof in steden en dorpen toe. Neem als voorbeeld de Bossche volkswijk de Gestelse Buurt, slechts door een slootje van 2 meter gescheiden van de gegoede buurt de Meerendonk. Daar waar werkloosheid aan de ene kant van de sloot niet bestaat, treft dat lot de helft van de inwoners aan de andere kant. Waar inwoners van de Meerendonk hun vermogen op de bank én in de stenen van hun huis zagen groeien, steeg in de Gestelse buurt de afgelopen tien jaar de armoede en het aantal jongeren met een rugzakje.Tweedeling

Dat is tweedeling in de praktijk. Twee kinderen, gescheiden door niet meer dan een slootje starten het leven vanuit een volstrekt ander perspectief. De één met een rugzak gevuld met bakstenen, de ander met een zak vol kansen. Achterstand achtervolgt je een leven lang. Letterlijk tot de dood, want aan de kwetsbare kant van het slootje leef je vijftien jaar minder gezond en zeven jaar korter.

Er is in Den Haag geen politicus te vinden die niet zal wijzen op de rol van gemeenten voor het oplossen van deze problemen. In de fractiekamers zitten echter te weinig politici die bij lezing van het regeerakkoord boter bij de vis eisen. Het is ook aantrekkelijker om met een miljardje hier en daar te strooien voor leuke plannen dan een miljardeninvestering te eisen in de slagkracht van gemeenten. Dat doet immers geen enkele achterban glimmen van trots.

Toch is dat precies wat er moet gebeuren. Over de scheidslijnen van oppositie en coalitie heen dient de Tweede Kamer te laten zien dat ze de opdracht waar gemeenten voor staan serieus neemt. Door langjarig meer geld uit te trekken, aan te wenden door lokale bestuurders en niet als smeekpot bij het rijk. Want betaalbare woningen, veilige wijken en een uitweg uit kansarmoede – het begint allemaal bij sterke steden en dorpen.