Nieuws van CDA in Stein inzichtelijk

30 documenten

verkiezingsfilm 2014

CDA CDA Stein 14-03-2014 07:14

klik op onderstaande link http://youtu.be/M79Qr_AnVms

verkiezingsprogramma 2014 2018

CDA CDA Stein 21-02-2014 12:16

VERKIEZINGSPROGRAMMA CDA 2014 - 2018 Gemeenteraadsverkiezingen 19 maart 2014 Voorwoord: De strategische visie Stein is in 2011 tot stand gekomen via een zorgvuldig proces. Bij dat proces zijn onze inwoners, de middenstand en het bedrijfsleven nauw betrokken geweest. De visie is daarmee niet alleen een politiek-bestuurlijk document, maar ook en vooral een maatschappelijk gedragen visie, waarin de wensen en ideeën van onze inwoners zijn vertaald. Tegelijkertijd is deskundig onderzoek gedaan naar trends en ontwikkelingen. Ook deze onderzoeksrapporten hebben hun vertaling gekregen in de ontwikkelingsstrategie voor Stein. Gelet op het feit dat de strategische toekomstvisie tot stand is gekomen door een kruisbestuiving tussen maatschappij, politiek/bestuur en wetenschap is het voor CDA-Stein vanzelfsprekend dat deze visie de leidraad vormt voor ons politiek denken en handelen. De politiek en het bestuur is er immers voor u! Vandaar dat we ons verkiezingsprogramma 2014-2018 op de toekomstvisie gebaseerd hebben. In ons hierna volgende programma hebben we de voor het CDA belangrijke speerpunten van de strategische visie uitgewerkt in haalbare, concrete ideeën en activiteiten. Maar de tijd staat niet stil, we hebben daarnaast oog voor nieuwe ontwikkelingen. Ook deze actualiseringslag hebben we in onze speerpunten verwerkt. Want ook wij willen - samen met u - Stein laten zien!!!! De vijf hierboven bedoelde kernwaarden zijn. 1. Een samenleving met sociale vitale kernen 2. Een gemeente met een aantrekkelijke woon- en leefomgeving 3. Een bereikbare en bedrijvige gemeente 4. Een dienstverlenende gemeente 5. Een samenleving die trots en bewust is van de eigen kwaliteiten SAMEN VERDER MET HET CDA SAMENWERKING BINNEN WESTELIJKE MIJNSTREEK Samenwerking binnen de Westelijke Mijnstreek acht het CDA van groot belang. Met name operationele samenwerking dient plaats te vinden in deze regio. De Regiovisie Westelijke Mijnstreek met het Meerjaren Uitvoeringsprogramma 2010/2014 is daarvoor een geweldig goed voorbeeld. Daarbij wordt uitgegaan van het principe: Eén regio, één regiovisie, één regiofonds staat centraal waarbij de inhoud van de regiovisie leidend is, elke gemeente zijn aandeel in het regiofonds levert en het niet uitmaakt binnen welke gemeente de middelen uit het regiofonds worden geïnvesteerd. Het belang van de gehele regio staat voorop. Deze ambitie wordt gerealiseerd door zich in deze periode te concentreren op de speerpunten a. Innovatieve bedrijvigheid/A2 Zone b. Transformatie woningvoorraad/Herstructurering c. Sportzone d. Landschap; Een 9-tal ontwikkelingsopdrachten zijn inmiddels in uitvoering. Voortzetting van een dergelijke samenwerking voor een nieuwe periode vanaf 2015 zou het CDA willen nastreven. Een samenwerkingsovereenkomst waarbij de daad bij het woord gevoegd wordt. SPEERPUNTEN CDA GEBIEDSGERICHTE AANPAK Wat we met z’n allen willen is : Een aantrekkelijke woon- en leefomgeving met voldoende dynamiek. Gebiedsgerichte aanpak is hiervoor een prima middel. Voorbeelden in Stein zijn inmiddels aanwezig zoals: Nieuwdorp, Kerensheide, Meers. Op het niveau van wijken en dorpen zijn sectorale vraagstukken (ruimtelijk, woningbouw, transformatie, zorg, voorzieningen) beter in onderlinge samenhang op te pakken. Ook is het aantal partijen overzichtelijk, waardoor op dat niveau allianties gesmeed kunnen worden. Vandaar dat we kiezen voor een gebiedsgerichte aanpak. Dit biedt de mogelijkheid om sloop- en nieuwbouwprojecten in samenhang op te pakken, en hier verschillende thema’s aan te verbinden (bijv. naast wonen ook zorg en welzijn). Gemeente, corporatie, ontwikkelaar en inwoners zijn elkaars partners. Dit vraagt van partijen dat zij zich duurzaam verbinden aan gebieden (dus niet als passant), en kiezen voor een meer integrale aanpak. Met name de volgende onderwerpen vergen aandacht binnen de gebiedsgerichte aanpak: · Inrichting en infrastructuur · Groen · Wonen · Zorg De laatste twee zijn in het verleden nog niet in voldoende mate betrokken bij de gebiedsgewijze aanpak. De belangrijkste partners binnen de gebiedsgerichte aanpak zijn: · Gemeente · Woningstichting · Zorginstellingen · Buurtverenigingen en bewoners. Het zal een integrale aanpak dienen te zijn. Gelet op de uitgangspunten van wonen (een erbij = een eraf), de zorg en de krimp zijn de Woningstichtingen en zorginstellingen zeer belangrijke partners. In de afgelopen periode is de aandacht met name gericht geweest op de inrichting van de openbare ruimte. Er dient echter ook aandacht te worden aan het geschonken (door)ontwikkelen van de levensloopbestendigheid van wijken en buurten middels een woningaanbod, woonomgeving, voorzieningenniveau en burgerschap. De toekomstige agenda voor de gebiedsgerichte aanpak dient dan ook gezamenlijk door alle genoemde partijen te worden ingepland. Gebieden moeten vanuit de integrale aanpak worden gekozen en geprioriteerd. ZORG / WONEN Algemeen Bij woningbouw in de Westelijke Mijnstreek en dus ook in Stein geldt naar aanleiding van de krimpproblematiek in de periode 2010-2020 het adagium één erbij = één eraf; Inbreiding en herstructurering (liefst middels de gebiedsgerichte aanpak) gaat voor uitbreiding. Bramert Noord moet gezien worden als een reserve gebied voor de toekomst, eventueel in relatie tot nieuwe ontwikkelingen (Campus Chemelot) in de onmiddellijke nabijheid. Mantelzorg Op het onderdeel zorg kan de gemeente uitsluitend ondersteunend en stimulerend beleid voeren. Aan verpleeghuisbedden is eveneens steeds meer behoefte. Ook hier moet de gemeente de partners in de zorg opzoeken en de regie op zich pakken om gezamenlijk plannen te ontwikkelen, die voorzien in voldoende aanbod van verpleegeenheden. Samenwerking met de regio is in dit verband onontbeerlijk. De gemeente dient het mantelzorgbeleid uit te dragen om de bekendheid ervan verder te vergroten. Ook dit signaal kan helpen om in de behoefte aan zorgwoningen te voorzien. Mantelzorg is inmiddels een begrip in onze samenleving. De kosten van zorg voor ouderen en zieken groeien gestaag. De zorginstellingen dringen vanwege de hoge kosten steeds meer aan op de inzet van vrijwilligers om de helpende hand te bieden bij de zorg voor alleenstaanden, ouderen en zieken. Hierbij kan de gemeente een stimulerende rol vervullen. Meer nog dan nu het geval is, dient er van de gemeente een wervende kracht uit te gaan om meer mantelzorgers beschikbaar te krijgen. Advisering aan ouderen en zorgbehoevenden is nog een wijze waarop de gemeente haar bijdrage kan leveren aan de ondersteunende rol in de zorg. We vinden dat deze adviesrol meer bekendheid mag krijgen en nog verder uitgebreid dient te worden. Ons streven is er daarbij op gericht om de doelgroep zo veel mogelijk te bereiken. In veel gevallen komt het er op neer dat de informatie bij de mensen thuis gebracht moet worden. We beschouwen dit als een actieve informatieplicht van de gemeente. Ons is de bureaucratie in het algemeen, maar zeker in de zorg een doorn in het oog. We zijn nog lang niet op het punt aanbeland dat de regels er voor de mensen zijn en niet andersom. Ellenlange formulieren en heel veel stappen en balies verder komt het vaak pas tot een besluit op een aanvraag om bepaalde voorzieningen verstrekt te krijgen. Dit kan en moet anders. We willen toe naar een situatie dat een aanvraag door een betrokken ambtenaar onder de arm genomen wordt en van A tot Z wordt gecoördineerd en uitgevoerd, een zogenaamde casemanager. Zodoende neem je een stukje zorg weg bij de zorgbehoevende. Wonen voor ouderen Samen met de woningcorporaties en zorginstellingen zal er voor gezorgd moeten worden dat er voldoende gepaste woningen in Stein gerealiseerd worden. In een sterk vergrijzende samenleving is voldoende aanbod van zorgwoningen, maar ook een goede spreiding daarvan binnen de gemeente van groot belang. Zeker wanneer we het ideaal onderschrijven dat ouderen zoveel mogelijk in hun vertrouwde woonomgeving zouden moeten kunnen blijven wonen. Met de leeftijd stijgt de kans op ziekten en beperkingen en stijgt de vraag naar geschikte huisvesting, zorg en ondersteuning. De verhouding tussen jong en oud en tussen actief en niet-actief verandert ingrijpend. Deze verandering zal zijn weerslag hebben op de beschikbaarheid van personeel in de zorg, de betaalbaarheid en spreiding van voorzieningen. Ouderen hechten over het algemeen aan zelfstandigheid in wonen en aan de eigen woon- en leefomgeving. Redenen om te verhuizen op latere leeftijd liggen vaak in de behoefte aan meer comfort en veiligheid, het toenemen van gezondheidsproblemen en de wens om dagelijkse voorzieningen, zorg en de mogelijkheid van onderling contact, binnen handbereik te hebben. Gebleken is dat geschikte of aangepaste woningen essentiële condities zijn, die er in belangrijke mate voor kunnen zorgen dat ouderen die met meer beperkingen te maken krijgen in een vergelijkbare positie blijven met betrekking tot hun tevredenheid over de woonsituatie, als ouderen die(nog) geen aanpassingen nodig hebben. Maar dan is het wel nodig dat die aanpassingen als maatwerk worden aangebracht op een manier waar ouderen tevreden over zijn. De zorgsector is in transformatie. Zorg en wonen wordt financieel gescheiden: gevarieerde woon-zorgconcepten nemen de plaats in van het klassieke verzorgingshuis. Verpleeghuiszorg kan ook in de eigen woning geleverd worden. Gemeenten hebben een grotere verantwoordelijkheid gekregen voor de maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare personen in de samenleving en het bevorderen van de leefbaarheid en sociale samenhang (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Het beleid op dit gebied bepaalt mede de levensloopbestendigheid van de woonomgeving. De mogelijkheden voor ondersteuning aan huis met ICT/domotica en zorgtechnologie nemen toe en mensen raken meer vertrouwd met deze toepassingen. Domotica zijn ICT-toepassingen die de kwaliteit van leven en wonen verbeteren. Een voorbeeld is een televisie die een bejaarde met dementie vertelt dat het tijd is om medicijnen in te nemen. Doelstelling Stein Het (door)ontwikkelen van de levensloopbestendigheid van wijken en buurten middels een woningaanbod, woonomgeving, voorzieningenniveau en burgerschap dat burgers in staat stelt om – ook wanneer zij ouder worden en/of geconfronteerd worden met ziekte of beperkingen – zo lang mogelijk zelfredzaam te kunnen leven in hun vertrouwde omgeving en zo volwaardig mogelijk te kunnen deelnemen aan de samenleving. Binnen redelijke afstanden dienen voor de burgers noodzakelijke voorzieningen voorhanden te zijn. Er dienen ook ontmoetingsplekken te worden georganiseerd. Bestaande buurthuizen kunnen ook dienen als een ontmoetingsplek naast de bestaande ontmoetingsplekken in bibliotheken (bijv. Urmond), zorginstellingen etc. MULTIFUNCTIONELE ACCOMMODATIES De ontgroening en vergrijzing van de Steinse bevolking zetten sterk door. Dit heeft een grote impact op vele facetten van de Steinse samenleving. Stein kent een grote diversiteit aan verenigingen van allerlei aard. Deze verenigingen geven mede inhoud aan het sociale fundament van de gemeente Stein. De zgn. “krimp” kan in de toekomst leiden tot minder draagvlak voor voorzieningen / accommodaties. In Stein zal uiteindelijk een vorm van schaalvergroting en concentratie nodig zijn om in de toekomst een goed voorzieningenniveau te behouden. Hierbij gaan kwaliteit en bereikbaarheid vóór nabijheid. In de toekomst zullen we te maken krijgen met een clustering van voorzieningen, schaalvergroting, een toename van efficiency en professionalisering, waardoor een aantrekkelijk sportaanbod gerealiseerd kan worden dat past bij de hedendaagse consument. Om op langere termijn het basisaanbod in stand te kunnen houden dient bij de concretisering van het toekomstige aanbod maximaal ingezet te worden op kwaliteitsverbetering, clustering, multifunctionaliteit en flexibiliteit van accommodaties en voorzieningen over de kernen. Om voor de toekomst tot een goede beheersstructuur te komen met een vangnetfunctie voor beheer en exploitatie van de verschillende voorzieningen kan ook schaalvergroting en professionalisering van verenigingen noodzakelijk zijn. Daar zal alleen sprake van zijn als de betrokken verenigingen dit wenselijk achten met het oog op de kwaliteit en/of exploitatie van voorzieningen. Niet alle huidige accommodaties kunnen koste wat kost worden opengehouden. Uitgangspunt voor het accommodatiebeleid is het zo doelmatig mogelijk huisvesten van verschillende activiteiten. Meer activiteiten met minder gebouwen! Niet alleen vanuit inhoudelijke argumenten op het gebied van samenwerking tussen instellingen/organisaties, maar ook vanuit het oogpunt van effectief en efficiënt gebruik van ruimte. Door instellingen, organisaties en verenigingen bij elkaar onder een dak te huisvesten en te kiezen voor nieuwbouw zijn er voordelen te behalen op het gebied van beheer en exploitatie van gebouwen. Wij zijn dan ook van mening dat we met een creatieve blik moeten kijken en op welke wijze we kunnen sturen op intensief en multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties, zowel buiten als binnen. Dit doen we vanuit de overweging dat de behoefte hiervoor bestaat en dat een gezamenlijk gebruik het draagvlak voor een accommodatie vergroot. Medegebruik van sportaccommodaties door andere partners waaronder de buurt en het onderwijs kan hierbij tevens aan de orde zijn. Wij realiseren ons dat een intensiever gebruik van accommodaties ook iets vraagt van de kwaliteit van accommodaties. Het is niet de intentie van ons in dit verband op eigen initiatief van de gemeente plannen te laten ontwikkelen. Wel dient rekening te worden gehouden met het vorenstaande in dien zin dat, op het moment verenigingen daartoe verzoeken indienen, snel kan worden ingespeeld op de vraag. Er dienen voorbereidingen te worden getroffen om daarvoor in aanmerking komende terreinen zowel ruimtelijk (bestemmingsplan) als qua eigendom, bereikbaarheid e.d. geschikt te maken. Terreinen die daarvoor in aanmerking komen: Mergelakker. Dit terrein is inmiddels al ingericht als multifunctioneel sportterrein. Het Hetjen. Dit terrein is uitermate geschikt voor een multifunctionele inrichting. Heidekamppark. Dit terrein kan, naast een landschapsinrichting geschikt worden gemaakt voor sportactiviteiten zoals mountainbike, trimmen en een fietsterrein voor de jeugd. Bramert Noord. In dit terrein zijn al sportaccommodaties gehuisvest. Er is voldoende ruimte om in de toekomst in dit gebied rekening te houden met de vestiging van een multifunctionele invulling. Ook de bereikbaarheid kan in de toekomst worden geoptimaliseerd middels een aan te leggen randweg langs de autosnelweg. LANDSCHAP De gemeente Stein heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in vijf landschapsprojecten: vijf parels in de Maasvallei. Dat zijn Heidekamppark, Kasteelpark Elsloo, Groenzone A2, IP Catsop en Urdal / Scharberg. De groenprojecten vormen als het ware een groene gordel om Stein heen. Groene gordel De landschapsprojecten passen binnen de strategische toekomstvisie in 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Hierin zijn vijf kernwaarden opgenomen. Eén ervan is dat Stein investeert in kwaliteit van wonen en voorzieningen door onder andere de omgevingskwaliteit, bestaande uit groen, water, cultuurhistorie en de openbare ruimte te versterken. De investering van Stein in de groenprojecten past daarin. Naast de groene gordel dient volgens het CDA nog aandacht besteed te worden aan: · Er dient een logische verbinding tot stand te worden gebracht binnen de in de gehele gemeente Stein aanwezige groenelementen (w.o. bovengenoemde). · Deze recreatieve (fietsverbinding) kan worden aangehaakt op de recreatieve mogelijkheden van de grensmaas. Uitbreiding van deze recreatieve fietsverbinding op Belgisch grondgebied ligt voor de hand, waarbij een vaste oeverbinding middels een fietsbrug over de Maas een geweldige bijdrage zou kunnen leveren aan de aantrekkelijkheid van deze route en de zich daaraan bevindende rustplekken. In dit kader blijft het wederom toegankelijk voor fietsers maken van de jaagpaden aan weerszijden van het Julianakanaal nog steeds een grote wens voor het CDA. Financiën De gemeente Stein verkeert in de gelukkige omstandigheid dat de verkoop van de Essent-aandelen meer dan € 30 miljoen heeft opgebracht. Daarnaast heeft de gemeente een terughoudend grondbeleid gevoerd waardoor Stein niet de acute financiële problemen kent die bij andere Nederlandse gemeenten wel te zien zijn. In 2013 heeft het college de raadsfracties gevraagd om mee te denken en dat heeft diverse bezuinigingsvoorstellen opgeleverd. De gemeenteraad is van mening dat een belangrijke rol is weggelegd voor de interne organisatie. Het kan niet zo zijn dat de bezuinigingen eerst worden gezocht bij de inwoners van Stein of onze verenigingen. De interne organisatie moet het voortouw nemen.De mogelijkheden zijn er. In de afgelopen jaren is de gemeente terughoudend geweest met het invullen van ontstane vacatures en is een behoorlijk gedeelte van de benodigde werknemers, flexibel ingevuld. Dat is weliswaar duurder geweest maar daardoor kan de gemeente het ambtenarenbestand nu definitief inkrimpen zonder gedwongen ontslagen. Om de interne organisatie te kunnen inkrimpen moeten we echter vaststellen welke gemeente in de nabije toekomst willen zijn. Welke taken willen we in Stein uitvoeren voor onze burgers, welke taken kunnen beter door andere partijen worden uitgevoerd en welke taken moeten we niet meer doen? Het CDA heeft al eerder gepleit om dat in kaart te brengen en medio 2013 is toegezegd dat zo’n visie wordt opgesteld. De gemeente Stein heeft vervolgens behoefte aan sterke bestuurders die het voortouw nemen om de totale uitgaven van de gemeente terug te brengen naar de nieuwe werkelijkheid. Bestuurders die, ondersteund door een prima ambtenarenkorps, de mogelijkheden in kaart brengen en durven te communiceren. Het CDA maakt zich sterk voor een solide financieel beleid dat verder gaat dan leunen op de goede uitgangspositie. Uiteindelijk kan elke euro maar één keer worden uitgegeven en wij willen in de toekomst niet concluderen dat de Essent-gelden in de loop der jaren zijn besteed aan het aanvullen van exploitatietekorten door gebrek aan bestuurskracht. Bedrijvigheid/havenontwikkeling De gemeente Stein wil een bereikbare en bedrijvige gemeente zijn. Ondernemingen zorgen voor werkgelegenheid en zijn daarmee van groot belang voor onze inwoners. Waar mogelijk worden ondernemingen geholpen om hun ambities waar te maken of belemmeringen weg te nemen. De bedrijventerreinen in Stein zijn op orde. De gemeente staat echter open voor wensen tot verbeteringen. Rond de haven vinden onderzoeken plaats naar toekomstige ontwikkelingen in de logistiek. Waar nodig ondersteunt de gemeente de noodzakelijke ontwikkelingen zoals het verbeteren van de bereikbaarheid van de haven en een intensievere samenwerking met de haven Born. Keerzijde van uitbreidingsplannen van ondernemers is vaak het belang van inwoners. Zo pleit het CDA voor het “stand still” principe waarbij wordt gestreefd om de bestaande overlast (geluid, geur, veiligheidsrisico’s) niet te laten toenemen. Dat vraagt een actieve rol van de gemeente om ook alternatieven te beoordelen en keuzes bespreekbaar te maken die dit principe respecteren. Ontwikkelingen entree vanaf A2 en A76/ Chemelotcampus Chemelotcampus: Stein zal zich met andere partijen kunnen aanbieden om een bijdrage te kunnen leveren aan de komst van Chemelotcampus. Terrein Superconfex: Er zal met partijen actief gesproken moeten worden over de mogelijkheden van een nieuwe invulling van het terrein in relatie tot de mogelijkheden in andere omliggende gemeenten en de veiligheidscontouren. Er mag geen concurrentie met wegzuigende werking ontstaan t.o.v. winkelcentrum Stein. Entree Stein: Een representatieve entree is ook aan deze zijde van Stein zeer gewenst. De realisering van de zgn. Poort past hierin. Onderwijs Eind 2012 heeft de stichting Kindante haar visie gepresenteerd over de toekomst van het basisonderwijs in onze gemeente. Kindante geeft aan kwalitatief goed onderwijs te willen garanderen binnen de financiële mogelijkheden. Daarnaast stelt Kindante een goede spreiding van de scholen voor. Dat betekent in de visie van Kindante dat van de 12 scholen in de gemeente Stein er nog 5 over zullen blijven. Het college van burgemeester en wethouders heeft geen voorstel gedaan over de toekomst van de scholen in Stein, maar de raad verzocht een reactie op het rapport van Kindante te geven. De Gemeenteraad heeft op 21 februari 2013 besloten om een werkgroep in te stellen, waarin alle fracties, behalve CMB, met één lid vertegenwoordigd zijn. De werkgroep heeft zich ten doel gesteld om binnen een kort tijdsbestek te komen tot een reactie op de toekomstvisie van Kindante. De werkgroep heeft een breed gedragen conceptrapport opgesteld, dat op 10 september 2013 tijdens een informele bijeenkomst gepresenteerd is. In het rapport van de werkgroep staan de volgende uitgangspunten geformuleerd; uitgangspunten die het CDA kan onderschrijven: - Geografische krimp is een gegeven. - Kwaliteit van het onderwijs op basis van het door de Onderwijsinspectie gehanteerde basisprogramma wordt onverkort gehandhaafd. - Goede spreiding van het onderwijs is nodig. - De benadering per schoolgebouw, zoals Kindante nu doet, moet losgelaten worden, zodat meer flexibiliteit in de bedrijfsvoering kan ontstaan. - Vrije schoolkeuze tussen openbaar en bijzonder onderwijs moet behouden blijven. - Lopende onderzoeken (Don Bosco, Bramert Noord-locatie en De Brök) moeten worden afgerond. In het geformuleerde streefbeeld wordt aangegeven dat: - De gemeente ook de scholen in Meers en Berg aan de Maas wil open houden en dus minimaal 7 locaties in stand wil houden. - Er sprake is van een ontwikkelmodel en dus rekening moet worden gehouden met voortschrijdend inzicht naargelang de situatie verandert. - Jaarlijks geëvalueerd wordt of het streefbeeld nog haalbaar is. - Een en ander in een goede dialoog met Kindante uitgevoerd gaat worden. - Een goede communicatie van levensbelang is om onrust weg te nemen bij alle geledingen. - De onderzoeken m.b.t. leefbaarheid eerst nog afgerond moeten worden. - De locatiekeuzes, waaronder die voor basisschool De Brök, nog gemaakt moeten worden. De raad heeft op 11 oktober 2013 de door de werkgroep geformuleerde collegeopdracht verstrekt. In deze opdracht komen een aantal van bovengenoemde punten terug. Het college dient deze opdracht in op consensus gerichte dialoog met Kindante uit te voeren. Voorop staat natuurlijk het handhaven van kwalitatief goed onderwijs voor alle basisscholen. De inspectienormen zijn hierbij leidend. Wie een hogere kwaliteit wil, zal hier de financiële consequenties van moeten dragen. Mocht een school vanwege allerlei factoren die kwaliteit niet meer kunnen leveren dan zullen maatregelen genomen dienen te worden. Verder moet het onderwijs betaalbaar blijven. Het CDA-Stein heeft nog enkele aandachtspunten in verband met het te doorlopen onderhandelingstraject met Kindante en daaropvolgend te nemen besluiten. Het financiële plaatje is niet transparant. Dat zal zo spoedig mogelijk helder gemaakt moeten worden. Zowel gemeente als Kindante hebben hier alle belang bij. Het CDA-Stein zal het tijdpad van deze operatie nauwlettend in de gaten houden. Enerzijds kunnen er geen overhaaste beslissingen genomen worden, anderzijds is de kwaliteit van het onderwijs de graadmeter waarlangs processen zich zullen moeten voltrekken. We pleiten als CDA voor een goede en heldere communicatie. In het algemeen zullen de ontwikkelingen in het onderwijsveld, het hoe en waarom van bepaalde stappen, tijdig en op een duidelijke manier moeten worden meegedeeld aan alle betrokken geledingen binnen dat onderwijs. Daarnaast willen we waarschuwen voor het afgeven van signalen die de leerlingenstroom kunnen beïnvloeden. Als wordt aangegeven dat een bepaalde school zal verdwijnen, heeft dat onmiddellijk consequenties voor de instroom van leerlingen. Dat hebben we bij de Don Boscoschool al duidelijk gezien. Dit soort van signalen achten wij niet wenselijk. Van de stichting Kindante verwachten we als CDA-Stein dat er voorlopig geen onomkeerbare beslissingen genomen worden. Vervolgstappen in het onderwijshuisvestingsbeleid moeten in gezamenlijkheid en na overleg tussen gemeente en Kindante gezet worden. We spreken de wens uit, dat in een goede dialoog tussen Kindante en de gemeente Stein naar de beste oplossing voor Stein gekeken wordt en voldoende geprobeerd wordt ook voor de kleine kernen Meers en Berg aan de Maas onderwijsvoorzieningen zo lang als mogelijk te handhaven. HET SOCIALE DOMEIN Algemeen Het sociale domein gaat veranderen. Alle gemeenten in Nederland, dus ook Stein, worden geconfronteerd met zoals men dit noemt de drie decentralisaties. Dit houdt in dat de gemeente Stein wordt geconfronteerd met drie grote systeemwijzigingen binnen het sociale domein. De gemeente Stein krijgt door overheveling van verantwoordelijkheden nieuwe taken en bevoegdheden: - de decentralisatie van de begeleiding AWBZ naar de WMO (per 1 januari 2014) - de Participatiewet (per 1 januari 2015) - de decentralisatie van de Jeugdzorg (per 1 januari 2016) Er zal een beroep op de eigen kracht van de burgers gedaan worden. Daar ontkomen we niet aan. Het positieve aan dit verhaal is dat er voor het eerst één partij (de gemeente Stein) de zeggenschap krijgt over bijna het gehele sociale domein. Men kan dus zaken waar nodig aan elkaar koppelen, ondersteuning bundelen en op maat aanbieden, een integrale aanpak dus. Door intensievere samenwerking van de diverse hulpverleners kunnen kwetsbare burgers sneller en efficiënter geholpen worden. Vooralsnog is niet heel in detail bekend wat er precies op de gemeente Stein afkomt. Ambitie De decentralisatie van de begeleiding van AWBZ naar Wmo biedt gemeenten unieke mogelijkheden om de ondersteuning voor mensen op een betere manier te organiseren. Het gaat erom de zorg voor mensen die nog thuis wonen te vernieuwen, en daarbij het goede te behouden. Met de Wmo-manier van werken willen gemeenten voor mensen met beperkingen onder meer de volgende resultaten bereiken: ondersteuning meer vanuit de leefwereld van mensen en minder vanuit het aanbod van systemen, meer eigen regie en maatwerk en zorg dichter bij huis, minder regels en protocollen, en een PGB-aanbod daar waar dat meerwaarde heeft. Wij zien bij de decentralisatie van begeleiding een aantal kansen: 1. Om de maatschappelijke participatie van mensen met een beperking te vergroten. De Wmo laat immers de vraag wat mensen wel kunnen leidend zijn over de vraag wat ze niet kunnen. Gemeenten willen goed kijken welke mogelijkheden mensen zelf hebben of in hun sociale netwerk aanwezig is om hen te laten participeren in de samenleving. De gemeenten zullen dus pas in tweede instantie de rol oppakken als ondersteuner of zorgverlener maar dan wel zorg op maat leveren. Uiteindelijk zal dit voor mensen betekenen: meer eigen regie, meer zinvolle activiteiten dichter bij huis, aansluitend bij wat mensen kunnen en bij hun eigen netwerk. 2. Om de doelmatigheid van ondersteuning te verhogen door professionals meer ruimte te geven. Mensen met beperkingen leven in onzekerheid over de veranderingen in hun ondersteuning. En er gaat zeker veel veranderen. Maar in de AWBZ gebeuren ook een hoop goede dingen en voor sommige mensen moet de zorg vooral net zo blijven als hij nu is. Echter een paar onwenselijke zaken kunnen gemeenten overboord zetten: de regels, de bureaucratie, het rigide toekenningsysteem. Ook zorgaanbieders hebben hier behoefte aan. Daarvoor moet de begeleiding op de Wmo-manier gekanteld worden: de gemeente heeft niet langer de zorgplicht maar heeft de plicht om beperkingen te compenseren. Dat betekent minder claims beoordelen, meer zoeken naar oplossingen die soms individueel, maar vaak ook gevonden kunnen worden in algemene voorzieningen. 3. Om de tot nu toe gescheiden werelden van jeugdzorg, de Wet werken naar vermogen én begeleiding met elkaar in verbinding te brengen. De ambitie is om ondersteuning breder en met meer dwarsverbindingen op te pakken omdat veel mensen die begeleiding krijgen ook steun nodig op het terrein van werk en inkomen, opvoeding, gezondheid. 4. Om de ondersteuning van mantelzorgers te verbeteren. Gemeenten zullen hen meer direct kunnen ondersteunen en indien nodig een adempauze bieden. Ook kunnen mantelzorgers structureel worden bijgestaan door inzet van vrijwilligers en welzijnsorganisaties. Voor gemeenten is de decentralisatie een enorme uitdaging mede omdat door het rijk aan de decentralisaties ook een besparingsopgave gekoppeld is en dat daarnaast besparingen op het bestaande gemeentelijke domein aangekondigd zijn. Toch biedt de Wmo een realistisch en aantrekkelijk perspectief voor de vastgelopen AWBZ-zorg Bestuurlijk Er zijn geen hapklare oplossingen voorhanden. De gemeente Stein zou aan haar burgers kunnen vragen hoe zij hierin staan. We zullen het met ons allen moeten doen. Daarnaast zullen er goed gekwalificeerde mensen moeten worden aangetrokken om zaken voor te bereiden en een plan van aanpak met b.v. de naastgelegen gemeenten op te tuigen. Samen sta je sterker en niet iedereen hoeft het wiel alleen uit te vinden. Financieel Het repareren van financiële tegenvallers achteraf zal moeten veranderen naar zorgen voor goed onderbouwde financiën aan de voorkant. Noem het maar voorkomen in plaats van genezen. De regie en de financiering zullen in een hand moeten liggen, hier zal een wethouder verantwoordelijk voor moeten worden. De steun zoekende burger, de zorgaanbieder en ook de ambtelijke organisatie zelf zullen hier profijt uit halen. Organisatorisch Er zal een loket moeten komen voor vragen van burgers, ondernemers en zorgaanbieders en steunverzoeken van burgers. Per geval zal er een z.g. case-manager aangewezen moeten worden om een efficiënte begeleiding te waarborgen. Conclusies: OnderwerpStandpunt CDAGebiedsgewijze aanpakDe toekomstige agenda voor de gebiedsgerichte aanpak dient gezamenlijk door alle partijen(gemeente, woningstichting, zorginstellingen, buurt en bewoners) te worden ingepland. Gebieden moeten vanuit de integrale aanpak worden gekozen en geprioriteerd.MantelzorgHet CDA is de bureaucratie in het algemeen, maar zeker in de zorg een doorn in het oog. We willen toe naar een situatie dat een aanvraag door een betrokken ambtenaar onder de arm genomen wordt en van A tot Z wordt gecoördineerd en uitgevoerd, een zogenaamde casemanager. Zodoende neem je een stukje zorg weg bij de zorgbehoevende. Wonen voor ouderenCDA is voor het (door)ontwikkelen van de levensloopbestendigheid van wijken en buurten middels een woningaanbod, woonomgeving, voorzieningenniveau en burgerschap dat burgers in staat stelt om – ook wanneer zij ouder worden en/of geconfronteerd worden met ziekte of beperkingen – zo lang mogelijk zelfredzaam te kunnen leven in hun vertrouwde omgeving en zo volwaardig mogelijk te kunnen deelnemen aan de samenleving. Binnen redelijke afstanden dienen voor de burgers noodzakelijke voorzieningen voorhanden te zijn.Er dienen ook ontmoetingsplekken te worden georganiseerd. Bestaande buurthuizen kunnen ook dienen als een ontmoetingsplek naast de bestaande ontmoetingsplekken in bibliotheken (bijv. Urmond), zorginstellingen etc.Multifunctionele accommodatiesCDA is van mening dat gestuurd moet worden op intensief en multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties, zowel buiten als binnen.Er dienen voorbereidingen te worden getroffen om daarvoor in aanmerking komende terreinen zowel ruimtelijk (bestemmingsplan) als qua eigendom, bereikbaarheid e.d. geschikt te maken. Hierbij wordt gedacht aan Het Hetjen, Heidekamppark en Bramert Noord.Recreatie/Groene gordelNaast de groen gordel dient volgens het CDA nog aandacht besteed te worden aan:· Er dient een logische verbinding tot stand te worden gebracht binnen de in de gehele gemeente Stein aanwezige groenelementen (waaronder bovengenoemde). · Deze recreatieve (fiets)verbinding kan worden aangehaakt op de recreatieve mogelijkheden van de grensmaas. Uitbreiding van deze recreatieve fietsverbinding op Belgisch grondgebied ligt voor de hand, waarbij een vaste oeverbinding middels een fietsbrug over de Maas een geweldige bijdrage zou kunnen leveren aan de aantrekkelijkheid van deze route en de zich daaraan bevindende rustplekken. In dit kader blijft het wederom toegankelijk voor fietsers maken van de jaagpaden aan weerszijden van het Julianakanaal nog steeds een grote wens voor het CDA.FinancienOm de interne organisatie te kunnen inkrimpen moeten we echter vaststellen welke gemeente we in de nabije toekomst willen zijn. Welke taken willen we in Stein uitvoeren voor onze burgers, welke taken kunnen we beter door andere partijen worden uitgevoerd en welke taken moeten we niet meer doen? Het CDA heeft al eerder gepleit om dat in kaart te brengen en medio 2013 is toegezegd dat zo’n visie wordt opgesteld.De gemeente Stein heeft vervolgens behoefte aan sterke bestuurders die het voortouw nemen om de totale uitgaven van de gemeente terug te brengen naar de nieuwe werkelijkheid. Bestuurders die, ondersteund door een prima ambtenarenkorps, de mogelijkheden in kaart brengen en durven te communiceren. Het CDA maakt zich sterk voor een solide financieel beleid dat verder gaat dan leunen op de goede uitgangspositie. Uiteindelijk kan elke euro maar één keer worden uitgegeven en wij willen in de toekomst niet concluderen dat de Essent-gelden in de loop der jaren zijn besteed aan het aanvullen van exploitatietekorten door gebrek aan bestuurskracht.Bedrijvigheid/havenontwikkelingHet CDA pleit voor het “stand still” principe waarbij wordt gestreefd om de bestaande overlast (geluid, geur, veiligheidsrisico’s) niet te laten toenemen. Dat vraagt een actieve rol van de gemeente om ook alternatieven te beoordelen en keuzes bespreekbaar te maken die het “stand still ”principe respecteren.Realisering van de Chemelot/Campus is voor Limburg en dus ook voor Stein zeer belangrijk. Voor zover gewenst wil Stein daar gaarne een bijdrage aan leveren.Een nieuw onderzoek voor de herontwikkeling van het “Superconfex” -terrein is zeer gewenst. Dit zal in overleg met de omliggend gemeenten moeten plaatsvinden. Ook de veiligheidscontouren zullen bij de planontwikkeling een rol moeten spelen. Er mag geen extra concurrentie ontstaan voor het winkelcentrum in Stein.OnderwijsHet CDA-Stein vindt kwaliteit en betaalbaarheid van onderwijs belangrijk. Wij delen als CDA-Stein de mening van Kindante niet als het gaat om de sluiting van een aantal scholen in de kleinere kernen. Het aantal scholen gaat als het aan ons ligt dan ook niet terug van 12 naar 5, maar van 12 naar 7. Wij willen de school in Meers en Berg aan de Maas open houden. Volgens ons draagt dit laatste namelijk. bij aan de leefbaarheid in onze kernen.Van zorg naar participatieDe decentralisatie van de begeleiding van AWBZ naar Wmo biedt gemeenten unieke mogelijkheden om de ondersteuning voor mensen op een betere manier te organiseren. Het gaat erom de zorg voor mensen die nog thuis wonen te vernieuwen, en daarbij het goede te behouden. Met de Wmo-manier van kunnen voor mensen met beperkingen onder meer de volgende resultaten bereiken: - ondersteuning meer vanuit de leefwereld van mensen en minder vanuit het aanbod van systemen,- meer eigen regie en maatwerk - zorg dichter bij huis,- minder regels en protocollen- een PGB-aanbod daar waar dat meerwaarde heeft.Regie in eigen handen en integrale en projectmatige aanpak bij grote projectenGemeente moet bij grotere projecten de regie voeren: dit wil zeggen: coördineren, faciliteren, stimuleren, aanvoeren, de kar trekken.Zaken moeten op elkaar worden afgestemd en ad hoc werken moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Dit wil zeggen dat integrale en projectmatige aanpak van belangrijke onderwerpen noodzakelijk is, zoals bijv. bij gebiedsgerichte aanpak.

verkiezingsprogramma 2014 2018

CDA CDA Stein 21-02-2014 00:00

https://www.cda.nl/limburg/stein/actueel/nieuws/verkiezingsprogramma-2014-2018/

 

VERKIEZINGSPROGRAMMA CDA    2014   -    2018

 

Gemeenteraadsverkiezingen 19 maart 2014

 

Voorwoord:

 

 

 

 

 

De strategische visie Stein is in 2011 tot stand gekomen via een zorgvuldig proces. Bij dat proces zijn onze inwoners, de middenstand en het bedrijfsleven nauw betrokken geweest. De visie is daarmee niet alleen een politiek-bestuurlijk document, maar ook en vooral een maatschappelijk gedragen visie, waarin de wensen en ideeën van onze inwoners zijn vertaald. Tegelijkertijd is deskundig onderzoek gedaan naar trends en ontwikkelingen. Ook deze onderzoeksrapporten hebben hun vertaling gekregen in de ontwikkelingsstrategie voor Stein.

 

Gelet op het feit dat de strategische toekomstvisie tot stand is gekomen door een kruisbestuiving tussen maatschappij, politiek/bestuur en wetenschap is het voor CDA-Stein vanzelfsprekend dat deze visie de leidraad vormt voor ons politiek denken en handelen. De politiek en het bestuur is er immers voor u!

 

Vandaar dat we ons verkiezingsprogramma 2014-2018 op de toekomstvisie gebaseerd hebben.

 

In ons hierna volgende programma hebben we de voor het CDA belangrijke speerpunten van de strategische visie uitgewerkt in haalbare, concrete ideeën en activiteiten.

Maar de tijd staat niet stil, we hebben daarnaast oog voor nieuwe ontwikkelingen. Ook deze actualiseringslag hebben we in onze speerpunten verwerkt.

 

Want ook wij willen - samen met u - Stein laten zien!!!!

 

 

 

 

 

De vijf hierboven bedoelde kernwaarden zijn.

 

1.       Een samenleving met sociale vitale kernen

2.       Een gemeente met een aantrekkelijke woon- en leefomgeving

3.       Een bereikbare en bedrijvige gemeente

4.       Een dienstverlenende gemeente

5.       Een samenleving die trots en bewust is van de eigen kwaliteiten

 

 

 

 

             SAMEN VERDER

 

 

 

 

 

 

 

 

        MET HET CDA

 

SAMENWERKING BINNEN WESTELIJKE MIJNSTREEK

 

 

 

 

 

 

Samenwerking binnen de Westelijke Mijnstreek acht het CDA van groot belang. Met name operationele samenwerking dient plaats te vinden in deze regio.

De Regiovisie Westelijke Mijnstreek met het Meerjaren Uitvoeringsprogramma 2010/2014 is daarvoor een geweldig goed voorbeeld.

Daarbij wordt uitgegaan van het principe:

Eén regio, één regiovisie, één regiofonds staat centraal waarbij de inhoud van

de regiovisie leidend is, elke gemeente zijn aandeel in het regiofonds levert en het niet

uitmaakt binnen welke gemeente de middelen uit het regiofonds worden geïnvesteerd. Het

belang van de gehele regio staat voorop.

 

Deze ambitie wordt gerealiseerd door zich in deze periode te concentreren op de speerpunten

a. Innovatieve bedrijvigheid/A2 Zone

b. Transformatie woningvoorraad/Herstructurering

c. Sportzone

d. Landschap;

Een 9-tal ontwikkelingsopdrachten zijn inmiddels in uitvoering. 

 

Voortzetting van een dergelijke samenwerking voor een nieuwe periode vanaf 2015 zou het CDA willen nastreven.  Een samenwerkingsovereenkomst waarbij de daad bij het woord gevoegd wordt.

 

 

 

 

 

SPEERPUNTEN CDA

 

 

 

 

GEBIEDSGERICHTE AANPAK

 

 

 

Wat we met z’n allen willen is :

 

Een aantrekkelijke woon- en leefomgeving met voldoende dynamiek.

 

Gebiedsgerichte aanpak is hiervoor een prima middel.

Voorbeelden in Stein zijn inmiddels aanwezig zoals:

Nieuwdorp, Kerensheide, Meers.

 

Op het niveau van wijken en dorpen zijn sectorale vraagstukken (ruimtelijk, woningbouw, transformatie, zorg, voorzieningen) beter in onderlinge samenhang op te pakken. Ook is het aantal partijen overzichtelijk, waardoor op dat niveau allianties gesmeed kunnen worden. Vandaar dat we kiezen voor een gebiedsgerichte aanpak.

 

 

 

 

 

 

Dit biedt de mogelijkheid om sloop- en nieuwbouwprojecten in samenhang op te pakken, en hier verschillende thema’s aan te verbinden (bijv. naast wonen ook zorg en welzijn). Gemeente, corporatie, ontwikkelaar en inwoners zijn elkaars partners.

 

Dit vraagt van partijen dat zij zich duurzaam verbinden aan gebieden (dus niet als passant), en kiezen voor een meer integrale aanpak.

 

 

 

Met name de volgende onderwerpen vergen aandacht binnen de gebiedsgerichte aanpak:

 

·         Inrichting en infrastructuur

·         Groen

·         Wonen

·         Zorg

 

De laatste twee zijn in het verleden nog niet in voldoende mate betrokken bij de gebiedsgewijze aanpak.

 

 

De belangrijkste partners binnen de gebiedsgerichte aanpak zijn:

 

·         Gemeente

·         Woningstichting

·         Zorginstellingen

·         Buurtverenigingen en bewoners.

 

 

 

 

Het zal een integrale aanpak dienen te zijn.

 

Gelet op de uitgangspunten van wonen (een erbij = een eraf), de zorg en de krimp zijn de Woningstichtingen en zorginstellingen zeer belangrijke partners. In de afgelopen periode is de aandacht met name gericht geweest op de inrichting van de openbare ruimte.

Er dient echter ook aandacht te worden aan het geschonken (door)ontwikkelen van de levensloopbestendigheid van wijken en buurten middels een woningaanbod, woonomgeving, voorzieningenniveau en burgerschap.

 

 

 

De toekomstige agenda voor de gebiedsgerichte aanpak dient dan ook gezamenlijk door alle genoemde partijen te worden ingepland. Gebieden moeten vanuit de integrale aanpak  worden gekozen en geprioriteerd.

 

ZORG / WONEN

Algemeen

Bij woningbouw in de Westelijke Mijnstreek en dus ook in Stein geldt naar aanleiding van de krimpproblematiek  in de periode 2010-2020 het adagium één erbij = één eraf;

Inbreiding en herstructurering (liefst middels de gebiedsgerichte aanpak) gaat voor uitbreiding.

Bramert  Noord moet gezien worden als een reserve gebied voor de toekomst, eventueel in relatie tot nieuwe ontwikkelingen (Campus Chemelot) in de onmiddellijke nabijheid.

Mantelzorg

 

Op het onderdeel zorg kan de gemeente uitsluitend ondersteunend en stimulerend beleid voeren.

Aan verpleeghuisbedden is eveneens steeds meer behoefte. Ook hier moet de gemeente de partners in de zorg opzoeken en de regie op zich pakken om gezamenlijk plannen te ontwikkelen, die voorzien in voldoende aanbod van verpleegeenheden. Samenwerking met de regio is in dit verband onontbeerlijk. 

De gemeente dient het mantelzorgbeleid uit te dragen om de bekendheid ervan verder te vergroten. Ook dit signaal kan helpen om in de behoefte aan zorgwoningen te voorzien.

Mantelzorg is inmiddels een begrip in onze samenleving. De kosten van zorg voor ouderen en zieken groeien gestaag. De zorginstellingen dringen vanwege de hoge kosten steeds meer aan op de inzet van vrijwilligers om de helpende hand te bieden bij de zorg voor alleenstaanden, ouderen en zieken. Hierbij kan de gemeente een stimulerende rol vervullen. Meer nog dan nu het geval is, dient er van de gemeente een wervende kracht uit te gaan om meer mantelzorgers beschikbaar te krijgen.

 

Advisering aan ouderen en zorgbehoevenden is nog een wijze waarop de gemeente haar bijdrage kan leveren aan de ondersteunende rol in de zorg. We vinden dat deze adviesrol meer bekendheid mag krijgen en nog verder uitgebreid dient te worden. Ons streven is er daarbij op gericht om de doelgroep zo veel mogelijk te bereiken. In veel gevallen komt het er op neer dat de informatie bij de mensen thuis gebracht moet worden. We beschouwen dit als een actieve informatieplicht van de gemeente.

 

Ons is de bureaucratie in het algemeen, maar zeker in de zorg een doorn in het oog. We zijn nog lang niet op het punt aanbeland dat de regels er voor de mensen zijn en niet andersom. Ellenlange formulieren en heel veel stappen en balies verder komt het vaak pas tot een besluit op een aanvraag om bepaalde voorzieningen verstrekt te krijgen. Dit kan en moet anders. We willen toe naar een situatie dat een aanvraag door een betrokken ambtenaar onder de arm genomen wordt en van A tot Z wordt gecoördineerd en uitgevoerd, een zogenaamde casemanager. Zodoende neem je een stukje zorg weg bij de zorgbehoevende.

Wonen voor ouderen

Samen met de woningcorporaties en zorginstellingen zal er voor gezorgd moeten worden dat er voldoende gepaste woningen in Stein gerealiseerd worden. In een sterk vergrijzende samenleving is voldoende aanbod van zorgwoningen, maar ook een goede spreiding daarvan binnen de gemeente van groot belang. Zeker wanneer we het ideaal onderschrijven dat ouderen zoveel mogelijk in hun vertrouwde woonomgeving zouden moeten kunnen blijven wonen.

Met de leeftijd stijgt de kans op ziekten en beperkingen en stijgt de vraag naar geschikte huisvesting, zorg en ondersteuning. De verhouding tussen jong en oud en tussen actief en niet-actief verandert ingrijpend. Deze verandering zal zijn weerslag hebben op de beschikbaarheid van personeel in de zorg, de betaalbaarheid en spreiding van voorzieningen.

Ouderen hechten over het algemeen aan zelfstandigheid in wonen en aan de eigen woon- en leefomgeving. Redenen om te verhuizen op latere leeftijd liggen vaak in de behoefte aan meer comfort en veiligheid, het toenemen van gezondheidsproblemen en de wens om dagelijkse voorzieningen, zorg en de mogelijkheid van onderling contact, binnen handbereik te hebben.

Gebleken is dat geschikte of aangepaste woningen  essentiële condities zijn, die er in

belangrijke mate voor kunnen zorgen dat ouderen die met meer beperkingen te maken krijgen in een

vergelijkbare positie blijven met betrekking tot hun tevredenheid over de woonsituatie, als ouderen die(nog) geen aanpassingen nodig hebben. Maar dan is het wel nodig dat die aanpassingen als maatwerk worden aangebracht op een manier waar ouderen tevreden over zijn.

De zorgsector is in transformatie. Zorg en wonen wordt financieel gescheiden: gevarieerde woon-zorgconcepten nemen de plaats in van het klassieke verzorgingshuis. Verpleeghuiszorg kan ook in

de eigen woning geleverd worden.

Gemeenten hebben een grotere verantwoordelijkheid gekregen voor de maatschappelijke ondersteuning

van kwetsbare personen in de samenleving en het bevorderen van de leefbaarheid en sociale samenhang

(Wet Maatschappelijke Ondersteuning).

Het beleid op dit gebied bepaalt mede de levensloopbestendigheid van de woonomgeving.

De mogelijkheden voor ondersteuning aan huis met ICT/domotica en zorgtechnologie nemen toe en

mensen raken meer vertrouwd met deze toepassingen.  Domotica zijn ICT-toepassingen die de kwaliteit van leven en wonen verbeteren. Een voorbeeld is een televisie die een bejaarde met dementie vertelt dat het tijd is om medicijnen in te nemen.

 

Doelstelling Stein

 

Het (door)ontwikkelen van de levensloopbestendigheid van wijken en buurten middels een woningaanbod, woonomgeving, voorzieningenniveau en burgerschap dat burgers in staat stelt om – ook wanneer zij ouder worden en/of geconfronteerd worden met ziekte of beperkingen – zo lang mogelijk zelfredzaam te kunnen leven in hun vertrouwde omgeving en zo volwaardig mogelijk te kunnen deelnemen aan de samenleving.

Binnen redelijke afstanden dienen voor de burgers noodzakelijke voorzieningen voorhanden te zijn.

Er dienen ook ontmoetingsplekken te worden georganiseerd. Bestaande buurthuizen kunnen ook dienen als een ontmoetingsplek naast de bestaande ontmoetingsplekken in bibliotheken (bijv. Urmond), zorginstellingen etc.

MULTIFUNCTIONELE ACCOMMODATIES

De ontgroening en vergrijzing van de Steinse bevolking zetten sterk door. Dit heeft een

grote impact op vele facetten van de Steinse samenleving.

Stein kent een grote diversiteit aan verenigingen van allerlei aard. Deze verenigingen geven

mede inhoud aan het sociale fundament van de gemeente Stein. De zgn. “krimp”  kan in de toekomst leiden tot minder draagvlak voor voorzieningen / accommodaties. In Stein zal uiteindelijk een vorm van schaalvergroting en concentratie nodig zijn om in de toekomst een goed voorzieningenniveau te behouden. Hierbij gaan kwaliteit en bereikbaarheid vóór nabijheid. In de toekomst zullen we te maken krijgen met een clustering van voorzieningen, schaalvergroting, een toename van efficiency en professionalisering, waardoor een aantrekkelijk sportaanbod gerealiseerd kan worden dat past bij de hedendaagse consument.

Om op langere termijn het basisaanbod in stand te kunnen houden dient bij de concretisering

van het toekomstige aanbod maximaal ingezet te worden op kwaliteitsverbetering, clustering,

multifunctionaliteit en flexibiliteit van accommodaties en voorzieningen over de kernen.

Om voor de toekomst tot een goede beheersstructuur te komen met een vangnetfunctie voor

beheer en exploitatie van de verschillende voorzieningen kan ook schaalvergroting en

professionalisering van verenigingen noodzakelijk zijn. Daar zal alleen sprake van zijn als de

betrokken verenigingen dit wenselijk achten met het oog op de kwaliteit en/of exploitatie van

voorzieningen.

Niet alle huidige accommodaties kunnen koste wat kost worden opengehouden.

Uitgangspunt voor het accommodatiebeleid is het zo doelmatig mogelijk huisvesten van

verschillende activiteiten. Meer activiteiten met minder gebouwen! Niet alleen vanuit

inhoudelijke argumenten op het gebied van samenwerking tussen instellingen/organisaties,

maar ook vanuit het oogpunt van effectief en efficiënt gebruik van ruimte. Door instellingen,

organisaties en verenigingen bij elkaar onder een dak te huisvesten en te kiezen voor nieuwbouw zijn er voordelen te behalen op het gebied van beheer en exploitatie van

gebouwen.

Wij zijn dan ook van mening dat we met een creatieve blik moeten kijken en op welke wijze

we kunnen sturen op intensief en multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties, zowel

buiten als binnen.

Dit doen we vanuit de overweging dat de behoefte hiervoor bestaat en dat

een gezamenlijk gebruik het draagvlak voor een accommodatie vergroot. Medegebruik van

sportaccommodaties door andere partners waaronder de buurt en het onderwijs kan hierbij

tevens aan de orde zijn. Wij realiseren ons dat een intensiever gebruik van accommodaties ook iets vraagt van de kwaliteit van accommodaties.

 

Het is niet de intentie van ons in dit verband op eigen initiatief van de gemeente plannen te laten ontwikkelen.

Wel dient rekening te worden gehouden met het vorenstaande in dien zin dat, op het moment verenigingen daartoe verzoeken indienen, snel kan worden ingespeeld op de vraag.

Er dienen voorbereidingen te worden getroffen om daarvoor in aanmerking komende terreinen zowel ruimtelijk (bestemmingsplan) als qua eigendom, bereikbaarheid e.d. geschikt te maken.

 

 

 

Terreinen die daarvoor in aanmerking komen:

 

 

Mergelakker.                       Dit terrein is inmiddels al ingericht als multifunctioneel sportterrein.

Het Hetjen.                           Dit terrein is uitermate geschikt voor een multifunctionele inrichting.

Heidekamppark.                 Dit terrein kan, naast een landschapsinrichting geschikt worden gemaakt voor

sportactiviteiten zoals mountainbike, trimmen en een fietsterrein voor de jeugd.

Bramert Noord.                  In dit terrein zijn al sportaccommodaties gehuisvest. Er is voldoende ruimte om

in de toekomst in dit gebied rekening te houden met de vestiging van een

multifunctionele invulling. Ook de bereikbaarheid kan in de toekomst worden geoptimaliseerd middels een aan te leggen randweg langs de autosnelweg.

LANDSCHAP

 

 

 

De gemeente Stein heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in vijf landschapsprojecten: vijf parels in de Maasvallei.

 

Dat zijn Heidekamppark, Kasteelpark Elsloo, Groenzone A2, IP Catsop en Urdal / Scharberg. De groenprojecten vormen als het ware een groene gordel om Stein heen.

 

 

Groene gordel

De landschapsprojecten passen  binnen de strategische toekomstvisie in 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Hierin zijn vijf kernwaarden opgenomen. Eén ervan is dat Stein investeert in kwaliteit van wonen en voorzieningen door onder andere de omgevingskwaliteit, bestaande uit groen, water, cultuurhistorie en de openbare ruimte te versterken. De investering  van Stein in de groenprojecten past daarin.

 

Naast de groene gordel dient volgens het CDA nog aandacht besteed te worden aan:

·         Er dient een logische verbinding tot stand te worden gebracht binnen de in de gehele gemeente Stein aanwezige groenelementen (w.o. bovengenoemde).

·         Deze recreatieve (fietsverbinding) kan worden aangehaakt op de recreatieve mogelijkheden van de grensmaas.  Uitbreiding van deze recreatieve fietsverbinding op Belgisch grondgebied ligt voor de hand, waarbij een vaste oeverbinding middels een fietsbrug over de Maas een geweldige bijdrage zou kunnen leveren aan de aantrekkelijkheid van deze route en de zich daaraan bevindende rustplekken.

In dit kader blijft het wederom toegankelijk voor fietsers maken van de jaagpaden aan weerszijden van het Julianakanaal nog steeds een grote wens voor het CDA.

 

Financiën

 

 

 

De gemeente Stein verkeert in de gelukkige omstandigheid dat de verkoop van de Essent-aandelen meer dan € 30 miljoen heeft opgebracht. Daarnaast heeft de gemeente een terughoudend grondbeleid gevoerd waardoor Stein niet de acute financiële problemen kent die bij andere Nederlandse gemeenten wel te zien zijn.

 

 

 

In 2013 heeft het college de raadsfracties gevraagd om mee te denken en dat heeft diverse bezuinigingsvoorstellen opgeleverd. De gemeenteraad is van mening dat een belangrijke rol is weggelegd voor de interne organisatie. Het kan niet zo zijn dat de bezuinigingen eerst worden gezocht bij de inwoners van Stein of onze verenigingen. De interne organisatie moet het voortouw nemen.De mogelijkheden zijn er. In de afgelopen jaren is de gemeente terughoudend geweest met het invullen van ontstane vacatures en is een behoorlijk gedeelte van de benodigde werknemers, flexibel ingevuld. Dat is weliswaar duurder geweest maar daardoor kan de gemeente het ambtenarenbestand nu definitief inkrimpen zonder gedwongen ontslagen.

 

Om de interne organisatie te kunnen inkrimpen moeten we echter vaststellen welke gemeente in de nabije toekomst willen zijn. Welke taken willen we in Stein uitvoeren voor onze burgers, welke taken kunnen beter door andere partijen worden uitgevoerd en welke taken moeten we niet meer doen? Het CDA heeft al eerder gepleit om dat in kaart te brengen en medio 2013 is toegezegd dat zo’n visie wordt opgesteld.

 

De gemeente Stein heeft vervolgens behoefte aan sterke bestuurders die het voortouw nemen om de totale uitgaven van de gemeente terug te brengen naar de nieuwe werkelijkheid. Bestuurders die, ondersteund door een prima ambtenarenkorps, de mogelijkheden in kaart brengen en durven te communiceren.

 

Het CDA maakt zich sterk voor een solide financieel beleid dat verder gaat dan leunen op de goede uitgangspositie. Uiteindelijk kan elke euro maar één keer worden uitgegeven en wij willen in de toekomst niet concluderen dat de Essent-gelden in de loop der jaren zijn besteed aan het aanvullen van exploitatietekorten door gebrek aan bestuurskracht.

 

Bedrijvigheid/havenontwikkeling

 

 

De gemeente Stein wil een bereikbare en bedrijvige gemeente zijn. Ondernemingen zorgen voor werkgelegenheid en zijn daarmee van groot belang voor onze inwoners. Waar mogelijk worden ondernemingen geholpen om hun ambities waar te maken of belemmeringen weg te nemen.

De bedrijventerreinen in Stein zijn op orde. De gemeente staat echter open voor wensen tot verbeteringen. Rond de haven vinden onderzoeken plaats naar toekomstige ontwikkelingen in de logistiek. Waar nodig ondersteunt de gemeente de noodzakelijke ontwikkelingen zoals het verbeteren van de bereikbaarheid van de haven en een intensievere samenwerking met de haven Born.

Keerzijde van uitbreidingsplannen van ondernemers is vaak het belang van inwoners.

 

Zo pleit het CDA voor het “stand still” principe waarbij wordt gestreefd om de bestaande overlast (geluid, geur, veiligheidsrisico’s) niet te laten toenemen. Dat vraagt een actieve rol van de gemeente om ook alternatieven te beoordelen en keuzes bespreekbaar te maken die dit principe respecteren.

 

 

 

 

 

Ontwikkelingen entree vanaf A2 en A76/ Chemelotcampus

 

Chemelotcampus:               Stein zal zich met andere partijen kunnen aanbieden om een bijdrage te kunnen leveren aan de komst van Chemelotcampus.

 

Terrein Superconfex:         Er zal met partijen actief gesproken moeten worden over de mogelijkheden van een

nieuwe invulling van het terrein in relatie tot de mogelijkheden in andere

omliggende gemeenten en de veiligheidscontouren. Er mag geen concurrentie

met wegzuigende werking ontstaan t.o.v. winkelcentrum Stein.

 

Entree Stein:                        Een representatieve entree is ook aan deze zijde van Stein zeer gewenst.

De realisering van de zgn. Poort past hierin.

 

Onderwijs

 

 

 

Eind 2012 heeft de stichting Kindante haar visie gepresenteerd over de toekomst van het basisonderwijs in onze gemeente. Kindante geeft aan kwalitatief goed onderwijs te willen garanderen binnen de financiële mogelijkheden. Daarnaast stelt Kindante een goede spreiding van de scholen voor.

Dat betekent in de visie van Kindante dat van de 12 scholen in de gemeente Stein er nog 5 over zullen blijven.

 

Het college van burgemeester en wethouders heeft geen voorstel gedaan over de toekomst van de scholen in Stein, maar de raad verzocht een reactie op het rapport van Kindante te geven.

De Gemeenteraad heeft op 21 februari 2013 besloten om een werkgroep in te stellen, waarin alle fracties, behalve CMB, met één lid vertegenwoordigd zijn. De werkgroep heeft zich ten doel gesteld om binnen een kort tijdsbestek te komen tot een reactie op de toekomstvisie van Kindante.

 

De werkgroep heeft een breed gedragen conceptrapport opgesteld, dat op 10 september 2013 tijdens een informele bijeenkomst gepresenteerd is.

 

 

 

 

 

In het rapport van de werkgroep staan de volgende uitgangspunten geformuleerd; uitgangspunten die het CDA kan onderschrijven:

-          Geografische krimp is een gegeven.

-          Kwaliteit van het onderwijs op basis van het door de Onderwijsinspectie gehanteerde basisprogramma wordt onverkort gehandhaafd.

-          Goede spreiding van het onderwijs is nodig.

-          De benadering per schoolgebouw, zoals Kindante nu doet, moet losgelaten worden, zodat meer flexibiliteit in de bedrijfsvoering kan ontstaan.

-          Vrije schoolkeuze tussen openbaar en bijzonder onderwijs moet behouden blijven.

-          Lopende onderzoeken (Don Bosco, Bramert Noord-locatie en De Brök) moeten worden afgerond.

 

In het geformuleerde streefbeeld wordt aangegeven dat:

-          De gemeente ook de scholen in Meers en Berg aan de Maas wil open houden en dus minimaal 7 locaties in stand wil houden.

-          Er sprake is van een ontwikkelmodel en dus rekening moet worden gehouden met voortschrijdend inzicht naargelang de situatie verandert.

-          Jaarlijks geëvalueerd wordt of het streefbeeld nog haalbaar is.

-          Een en ander in een goede dialoog met Kindante uitgevoerd gaat worden.

-          Een goede communicatie van levensbelang is om onrust weg te nemen bij alle geledingen.

-          De onderzoeken m.b.t. leefbaarheid eerst nog afgerond moeten worden.

-          De locatiekeuzes, waaronder die voor basisschool De Brök,  nog gemaakt moeten worden.

 

De raad heeft op 11 oktober 2013 de door de werkgroep geformuleerde collegeopdracht verstrekt.

In deze opdracht komen een aantal van bovengenoemde punten terug. Het college dient deze opdracht in op consensus gerichte dialoog met Kindante uit te voeren.

 

Voorop staat natuurlijk het handhaven van kwalitatief goed onderwijs voor alle basisscholen.

De inspectienormen zijn hierbij leidend. Wie een hogere kwaliteit wil, zal hier de financiële consequenties van moeten dragen.

Mocht een school vanwege allerlei factoren die kwaliteit niet meer kunnen leveren dan zullen maatregelen genomen dienen te worden.

Verder moet het onderwijs betaalbaar blijven.

 

Het CDA-Stein heeft nog enkele aandachtspunten in verband met het te doorlopen onderhandelingstraject met Kindante en daaropvolgend te nemen besluiten.

 

Het financiële plaatje is niet transparant. Dat zal zo spoedig mogelijk helder gemaakt moeten worden. Zowel gemeente als Kindante hebben hier alle belang bij.

 

Het CDA-Stein zal het tijdpad van deze operatie nauwlettend in de gaten houden. Enerzijds kunnen er geen overhaaste beslissingen genomen worden, anderzijds is de kwaliteit van het onderwijs de graadmeter waarlangs processen zich zullen moeten voltrekken.

 

We pleiten als CDA voor een goede en heldere communicatie. In het algemeen zullen de ontwikkelingen in het onderwijsveld, het hoe en waarom van bepaalde stappen, tijdig en op een duidelijke manier moeten worden meegedeeld aan alle betrokken geledingen binnen dat onderwijs.

Daarnaast willen we waarschuwen voor het afgeven van signalen die de leerlingenstroom kunnen beïnvloeden. Als wordt aangegeven dat een bepaalde school zal verdwijnen, heeft dat onmiddellijk consequenties voor de instroom van leerlingen. Dat hebben we bij de Don Boscoschool al duidelijk gezien. Dit soort van signalen achten wij niet wenselijk.

 

Van de stichting Kindante verwachten we als CDA-Stein dat er voorlopig geen onomkeerbare beslissingen genomen worden. Vervolgstappen in het onderwijshuisvestingsbeleid moeten in gezamenlijkheid en na overleg tussen gemeente en Kindante gezet worden.

We spreken de wens uit, dat in een goede dialoog tussen Kindante en de gemeente Stein naar de beste oplossing voor Stein gekeken wordt en voldoende geprobeerd wordt ook voor de kleine kernen Meers en Berg aan de Maas onderwijsvoorzieningen zo lang als mogelijk te handhaven.

HET SOCIALE DOMEIN

 

 

Algemeen

 

 

Het sociale domein gaat veranderen. Alle gemeenten in Nederland, dus ook Stein, worden geconfronteerd met zoals men dit noemt de drie decentralisaties. Dit houdt in dat de gemeente Stein wordt geconfronteerd met drie grote systeemwijzigingen binnen het sociale domein. De gemeente Stein krijgt door overheveling van verantwoordelijkheden nieuwe taken en bevoegdheden:

 

- de decentralisatie van de begeleiding AWBZ naar de WMO (per 1 januari 2014)

- de Participatiewet (per 1 januari 2015)

- de decentralisatie van de Jeugdzorg (per 1 januari 2016)

 

 

 

 

Er zal een beroep op de eigen kracht van de burgers gedaan worden. Daar ontkomen we niet aan.

Het positieve aan dit verhaal is dat er voor het eerst één partij (de gemeente Stein) de zeggenschap krijgt over bijna het gehele sociale domein. Men kan dus zaken waar nodig aan elkaar koppelen, ondersteuning bundelen en op maat aanbieden, een integrale aanpak dus. Door intensievere samenwerking van de diverse hulpverleners kunnen kwetsbare burgers sneller en efficiënter geholpen worden. Vooralsnog is niet heel in detail bekend wat er precies op de gemeente Stein afkomt.

 

Ambitie

 

De decentralisatie van de begeleiding van AWBZ naar Wmo biedt gemeenten unieke mogelijkheden om de ondersteuning voor mensen op een betere manier te organiseren. Het gaat erom de zorg voor mensen die nog thuis wonen te vernieuwen, en daarbij het goede te behouden. Met de Wmo-manier van werken willen gemeenten voor mensen met beperkingen onder meer de volgende resultaten bereiken: ondersteuning meer vanuit de leefwereld van mensen en minder vanuit het aanbod van systemen, meer eigen regie en maatwerk en zorg dichter bij huis, minder regels en protocollen, en een PGB-aanbod daar waar dat meerwaarde heeft.

Wij zien bij de decentralisatie van begeleiding een aantal kansen:

1.       Om de maatschappelijke participatie van mensen met een beperking te vergroten. De Wmo laat immers de vraag wat mensen wel kunnen leidend zijn over de vraag wat ze niet kunnen. Gemeenten willen goed kijken welke mogelijkheden mensen zelf hebben of in hun sociale netwerk aanwezig is om hen te laten participeren in de samenleving. De gemeenten zullen dus pas in tweede instantie de rol oppakken als ondersteuner of zorgverlener maar dan wel zorg op maat leveren. Uiteindelijk zal dit voor mensen betekenen: meer eigen regie, meer zinvolle activiteiten dichter bij huis, aansluitend bij wat mensen kunnen en bij hun eigen netwerk.

2.       Om de doelmatigheid van ondersteuning te verhogen door professionals meer ruimte te geven. Mensen met beperkingen leven in onzekerheid over de veranderingen in hun ondersteuning. En er gaat zeker veel veranderen. Maar in de AWBZ gebeuren ook een hoop goede dingen en voor sommige mensen moet de zorg vooral net zo blijven als hij nu is. Echter een paar onwenselijke zaken kunnen gemeenten overboord zetten: de regels, de bureaucratie, het rigide toekenningsysteem. Ook zorgaanbieders hebben hier behoefte aan. Daarvoor moet de begeleiding op de Wmo-manier gekanteld worden: de gemeente heeft niet langer de zorgplicht maar heeft de plicht om beperkingen te compenseren. Dat betekent minder claims beoordelen, meer zoeken naar oplossingen die soms individueel, maar vaak ook gevonden kunnen worden in algemene voorzieningen.

3.       Om de tot nu toe gescheiden werelden van jeugdzorg, de Wet werken naar vermogen én begeleiding met elkaar in verbinding te brengen. De ambitie is om ondersteuning breder en met meer dwarsverbindingen op te pakken omdat veel mensen die begeleiding krijgen ook steun nodig op  het terrein van werk en inkomen, opvoeding, gezondheid.

4.       Om de ondersteuning van mantelzorgers te verbeteren. Gemeenten zullen hen meer direct kunnen ondersteunen en indien nodig een adempauze bieden. Ook kunnen mantelzorgers structureel worden bijgestaan door inzet van vrijwilligers en welzijnsorganisaties.

Voor gemeenten is de decentralisatie een enorme uitdaging mede omdat door het rijk aan de decentralisaties ook een besparingsopgave gekoppeld is en dat daarnaast besparingen op het bestaande gemeentelijke domein aangekondigd zijn. Toch biedt de Wmo een realistisch en aantrekkelijk perspectief voor de vastgelopen AWBZ-zorg

 

Bestuurlijk

 

Er zijn geen hapklare oplossingen voorhanden. De gemeente Stein zou aan haar burgers kunnen vragen hoe zij hierin staan. We zullen het met ons allen moeten doen. Daarnaast zullen er goed gekwalificeerde mensen moeten worden aangetrokken om zaken voor te bereiden en een plan van aanpak met b.v. de naastgelegen gemeenten op te tuigen. Samen sta je sterker en niet iedereen hoeft het wiel alleen uit te vinden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Financieel

 

Het repareren van financiële tegenvallers achteraf zal moeten veranderen naar zorgen voor goed onderbouwde financiën aan de voorkant. Noem het maar voorkomen in plaats van genezen. De regie en de financiering zullen in een hand moeten liggen, hier zal een wethouder verantwoordelijk voor moeten worden. De steun zoekende burger, de zorgaanbieder en ook de ambtelijke organisatie zelf zullen hier profijt uit halen.

 

Organisatorisch

 

Er zal een loket moeten komen voor vragen van burgers, ondernemers en zorgaanbieders en steunverzoeken van burgers. Per geval zal er een z.g. case-manager aangewezen moeten worden om een efficiënte begeleiding te waarborgen.

 

Conclusies:

 

 

 

 

Onderwerp

Standpunt CDA

Gebiedsgewijze aanpak

De toekomstige agenda voor de gebiedsgerichte aanpak dient gezamenlijk door alle partijen(gemeente, woningstichting, zorginstellingen, buurt en bewoners) te worden ingepland. Gebieden moeten vanuit de integrale aanpak worden gekozen en geprioriteerd.

Mantelzorg

Het CDA is de bureaucratie in het algemeen, maar zeker in de zorg een doorn in het oog. We willen toe naar een situatie dat een aanvraag door een betrokken ambtenaar onder de arm genomen wordt en van A tot Z wordt gecoördineerd en uitgevoerd, een zogenaamde casemanager. Zodoende neem je een stukje zorg weg bij de zorgbehoevende.

Wonen voor ouderen

CDA is voor het (door)ontwikkelen van de levensloopbestendigheid van wijken en buurten middels een woningaanbod, woonomgeving, voorzieningenniveau en burgerschap dat burgers in staat stelt om – ook wanneer zij ouder worden en/of geconfronteerd worden met ziekte of beperkingen – zo lang mogelijk zelfredzaam te kunnen leven in hun vertrouwde omgeving en zo volwaardig mogelijk te kunnen deelnemen aan de samenleving. Binnen redelijke afstanden dienen voor de burgers noodzakelijke voorzieningen voorhanden te zijn.

Er dienen ook ontmoetingsplekken te worden georganiseerd. Bestaande buurthuizen kunnen ook dienen als een ontmoetingsplek naast de bestaande ontmoetingsplekken in bibliotheken (bijv. Urmond), zorginstellingen etc.

 

 

Multifunctionele accommodaties

CDA is van mening dat gestuurd moet worden op intensief en multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties, zowel buiten als binnen.

 

Er dienen voorbereidingen te worden getroffen om daarvoor in aanmerking komende terreinen zowel ruimtelijk (bestemmingsplan) als qua eigendom, bereikbaarheid e.d. geschikt te maken. Hierbij wordt gedacht aan Het Hetjen, Heidekamppark en Bramert Noord.

Recreatie/Groene gordel

Naast de groen gordel dient volgens het CDA nog aandacht besteed te worden aan:

 

·         Er dient een logische verbinding tot stand te worden gebracht binnen de in de gehele gemeente Stein aanwezige groenelementen (waaronder bovengenoemde).

·         Deze recreatieve (fiets)verbinding kan worden aangehaakt op de recreatieve mogelijkheden van de grensmaas.  Uitbreiding van deze recreatieve fietsverbinding op Belgisch grondgebied ligt voor de hand, waarbij een vaste oeverbinding middels een fietsbrug over de Maas een geweldige bijdrage zou kunnen leveren aan de aantrekkelijkheid van deze route en de zich daaraan bevindende rustplekken.

In dit kader blijft het wederom toegankelijk voor fietsers maken van de jaagpaden aan weerszijden van het Julianakanaal  nog steeds een grote wens voor het CDA.

Financien

Om de interne organisatie te kunnen inkrimpen moeten we echter vaststellen welke gemeente we in de nabije toekomst willen zijn. Welke taken willen we in Stein uitvoeren voor onze burgers, welke taken kunnen we beter door andere partijen worden uitgevoerd en welke taken moeten we niet meer doen? Het CDA heeft al eerder gepleit om dat in kaart te brengen en medio 2013 is toegezegd dat zo’n visie wordt opgesteld.

De gemeente Stein heeft vervolgens behoefte aan sterke bestuurders die het voortouw nemen om de totale uitgaven van de gemeente terug te brengen naar de nieuwe werkelijkheid. Bestuurders die, ondersteund door een prima ambtenarenkorps, de mogelijkheden in kaart brengen en durven te communiceren.

Het CDA maakt zich sterk voor een solide financieel beleid dat verder gaat dan leunen op de goede uitgangspositie. Uiteindelijk kan elke euro maar één keer worden uitgegeven en wij willen in de toekomst niet concluderen dat de Essent-gelden in de loop der jaren zijn besteed aan het aanvullen van exploitatietekorten door gebrek aan bestuurskracht.

Bedrijvigheid/havenontwikkeling

Het CDA pleit voor het “stand still” principe waarbij wordt gestreefd om de bestaande overlast (geluid, geur, veiligheidsrisico’s) niet te laten toenemen. Dat vraagt een actieve rol van de gemeente om ook alternatieven te beoordelen en keuzes bespreekbaar te maken die het “stand still ”principe respecteren.

Realisering van de Chemelot/Campus is voor Limburg en dus ook voor Stein zeer belangrijk. Voor zover gewenst wil Stein daar gaarne een bijdrage aan leveren.

Een nieuw onderzoek voor de herontwikkeling van het “Superconfex” -terrein is zeer gewenst. Dit zal in overleg met de omliggend gemeenten moeten plaatsvinden. Ook de veiligheidscontouren zullen bij de planontwikkeling een rol moeten spelen. Er mag geen extra concurrentie ontstaan voor het winkelcentrum in Stein.

Onderwijs

Het CDA-Stein vindt kwaliteit en betaalbaarheid van onderwijs belangrijk.

Wij delen als CDA-Stein de mening van Kindante niet als het gaat om de sluiting van een aantal scholen in de kleinere kernen. 

Het aantal scholen gaat als het aan ons ligt dan ook niet terug  van 12 naar 5, maar van 12 naar 7.

Wij willen de school in Meers en Berg aan de Maas open houden. Volgens ons draagt dit laatste namelijk. bij aan de leefbaarheid in onze kernen.

Van zorg naar participatie

De decentralisatie van de begeleiding van AWBZ naar Wmo biedt gemeenten unieke mogelijkheden om de ondersteuning voor mensen op een betere manier te organiseren. Het gaat erom de zorg voor mensen die nog thuis wonen te vernieuwen, en daarbij het goede te behouden. Met de Wmo-manier van kunnen voor mensen met beperkingen onder meer de volgende resultaten bereiken:

-          ondersteuning meer vanuit de leefwereld van mensen en minder vanuit het aanbod van systemen,

-          meer eigen regie en maatwerk 

-          zorg dichter bij huis,

-          minder regels en protocollen

-          een PGB-aanbod daar waar dat meerwaarde heeft.

Regie in eigen handen en integrale en projectmatige aanpak bij grote projecten

Gemeente moet bij grotere projecten de regie voeren: dit wil zeggen: coördineren, faciliteren, stimuleren, aanvoeren, de kar trekken.

Zaken moeten op elkaar worden afgestemd en ad hoc werken moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Dit wil zeggen dat integrale en projectmatige aanpak van belangrijke onderwerpen noodzakelijk is, zoals bijv. bij gebiedsgerichte aanpak.

Mijnschade

CDA CDA Stein 19-02-2014 20:51

Scheuren in muren, scheefgezakte huizen, aangetaste funderingen. Een winkelcentrum dat bedreigd wordt door mijnverzakkingen, huizen die onverkoopbaar en onbewoonbaar worden verklaard. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van schade aangericht door stijgend grondwater als gevolg van de vroegere mijnbouw in Zuid Limburg. Het is de hoogste tijd dat de bewindslieden in Den Haag weet krijgen van de problemen van huizenbezitters in de Nederlandse Mijnstreek. En hun verantwoordelijkheid hiervoor nemen! De Limburgse mijnen waren de in vorige eeuw van levensbelang voor de wederopbouw van Nederland. Miljoenen tonnen aan steenkool verlieten de Limburgse grond en werden verscheept naar de rest van Nederland. De regio werd niet alleen achtergelaten met hoge werkeloosheidscijfers en een somber toekomstperspectief maar ook de gaten en de mijngangen in de bodem bleven achter. Deze gaten en gangen vulden zich, na het stilzetten van de pompen in 1994 snel met grondwater, waardoor de aardbodem in beweging kwam en nog steeds in beweging is. De schade aan woningen door de aardgaswinning in Groningen wordt vergoed. Maar de schade door de mijnbouw in Zuid-Limburg wordt niet meer betaald. Die zaak is verjaard, zegt minister Henk Kamp (Economische Zaken).Het CDA vindt dit ontoelaatbaar! CDA Limburg, de lokale CDA afdelingen én de CDA Tweede Kamerfractie bundelen hun krachten. Samen willen zij een krachtig signaal af geven aan minister Henk Kamp om mijnschade aan woningen en eigendommen van Limburgers als gevolg van stijgend grondwater correct af te handelen. Al jaren proberen huiseigenaren in de Zuid-Nederlandse mijnstreek compensatie te krijgen voor de schade aan hun huizen, garages en tuinen.Tot nu toe is minister Kamp hen niet tegemoet gekomen, maar het CDA voert de druk op en wil daarom ook graag uw verhaal horen. Ondervindt u schade aan uw woning of aan uw eigendommen als gevolg van stijgend grondwater? Kunt u een indicatie geven van de kosten die gemoeid zijn als gevolg van de schade aan uw eigendommen vanwege de mijnen in Zuid-Limburg? Wij willen graag uw verhaal horen, indien mogelijk versterkt met foto’s. De verzamelde verhalen worden gebundeld en overhandigd aan minister Kamp te Den Haag. Meldt uw schade, bezoek onze website: www.cda.nl/limburg/meldpunt-mijnschade

Mijnschade

CDA CDA Stein 19-02-2014 00:00

https://www.cda.nl/limburg/stein/actueel/nieuws/mijnschade/

 

Scheuren in muren, scheefgezakte huizen, aangetaste funderingen. Een winkelcentrum dat bedreigd wordt door mijnverzakkingen, huizen die onverkoopbaar en onbewoonbaar worden verklaard.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden van schade aangericht door stijgend grondwater als gevolg van de vroegere mijnbouw in Zuid Limburg. Het is de hoogste tijd dat de bewindslieden in Den Haag weet krijgen van de problemen van huizenbezitters in de Nederlandse Mijnstreek. En hun verantwoordelijkheid hiervoor nemen!

De Limburgse mijnen waren de in vorige eeuw van levensbelang voor de wederopbouw van Nederland. Miljoenen tonnen aan steenkool verlieten de Limburgse grond en werden verscheept naar de rest van Nederland. De regio werd niet alleen achtergelaten met hoge werkeloosheidscijfers en een somber toekomstperspectief maar ook de gaten en de mijngangen in de bodem bleven achter. Deze gaten en gangen vulden zich, na het stilzetten van de pompen in 1994 snel met grondwater, waardoor de aardbodem in beweging kwam en nog steeds in beweging is. 

De schade aan woningen door de aardgaswinning in Groningen wordt vergoed. Maar de schade door de mijnbouw in Zuid-Limburg wordt niet meer betaald. Die zaak is verjaard, zegt minister Henk Kamp (Economische Zaken). Het CDA vindt dit ontoelaatbaar!

CDA Limburg, de lokale CDA afdelingen én de CDA Tweede Kamerfractie bundelen hun krachten. Samen willen zij een krachtig signaal af geven aan minister Henk Kamp om mijnschade aan woningen en eigendommen van Limburgers als gevolg van stijgend grondwater correct af te handelen. Al jaren proberen huiseigenaren in de Zuid-Nederlandse mijnstreek compensatie te krijgen voor de schade aan hun huizen, garages en tuinen. Tot nu toe is minister Kamp hen niet tegemoet gekomen, maar het CDA voert de druk op en wil daarom ook graag uw verhaal horen.

Ondervindt u schade aan uw woning of aan uw eigendommen als gevolg van stijgend grondwater? Kunt u een indicatie geven van de kosten die gemoeid zijn als gevolg van de schade aan uw eigendommen vanwege de mijnen in Zuid-Limburg? Wij willen graag uw verhaal horen, indien mogelijk versterkt met foto’s. De verzamelde verhalen worden gebundeld en overhandigd aan minister Kamp te Den Haag.

Meldt uw schade, bezoek onze website: www.cda.nl/limburg/meldpunt-mijnschade

 

 

 

 

 

Kandidaten CDA lijst 3

CDA CDA Stein 28-01-2014 07:53

Op 1 februari a.s.zalCDA-stein haar kandidatenlijst bekend makenvoor de gemeenteraad verkiezingen op 19 maart 2014.

Kandidaten CDA lijst 3

CDA CDA Stein 28-01-2014 00:00

https://www.cda.nl/limburg/stein/actueel/nieuws/kandidaten-cda-lijst-3/

Op 1 februari a.s. zal CDA-stein haar kandidatenlijst bekend maken voor de gemeenteraad verkiezingen op 19 maart 2014.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.