1e Termijn VVD Meerssen Programmabegroting
2017
Voorzitter, geacht College, leden van de Raad en andere
aanwezigen
Vandaag wordt van ons een besluit gevraagd over de meerjarenbegroting 2017 – 2020. Alvorens in
te gaan op de programmabegroting wil ik eerst terug naar de afgelopen zestien
maanden.
Moeilijke start
Het bestuursakkoord Meerssen in Balans 2015 – 2018 werd op
30 juni 2015 in deze raad behandeld en door de oppositiepartijen niet met
applaus begroet.
Deze coalitie had geen tijd om achterover te leunen maar
moest direct aan de slag met de meerjarenbegroting 2016 – 2019. U herinnert
zich ongetwijfeld nog de brandbrief van 17 juni 2015, het financiële plaatje
dat in deze brief werd geschilderd loog er niet om, tegelijkertijd werd er voor
drie ton aan eerder voorgestelde bezuinigingen geschrapt omdat bleek dat deze bezuinigingen
niet realistisch waren. Met deze erfenis mocht het nieuwe College aan de slag,
niet bepaald wat je noemt een droomstart.
Er is veel
gerealiseerd de afgelopen zestien maanden
Voorzitter, wat heeft dit College de afgelopen zestien
maanden neergezet, dat in tegenstelling tot het CDA dat in de krant schrijft dat deze coalitie er niet
veel van gebakken heeft.
Ja, we hebben zeer pijnlijke maatregelen moeten treffen om
de meerjarenbegroting weer op orde te krijgen met als resultaat dat het financiële
plaatje er op dit moment heel wat beter uitziet in vergelijking tot de
brandbrief uit juni 2015. Maar wat heeft de burger hier nu van gemerkt? Dit
College heeft zeker niet alleen naar het financiële plaatje gekeken maar heeft
op diverse beleidsterreinen ook daadwerkelijk iets neergezet, waarvan de effecten
voor de burgers nog niet volledig waarneembaar zijn. Even ter opfrissing van
het geheugen:
met de goedkeuring van de Centrumplannen Bunde,
Ulestraten en het voorstel tot realisering van de Proosdijschuur heeft het College haar nek uitgestoken en wordt
er nu eindelijk concreet inhoud gegeven aan reeds langslepende en moeilijke dossiers.
Er worden stevige projecten neergezet waarvan de resultaten op niet al te lange
termijn zichtbaar zullen worden voor onze burgers;
met de goedkeuring van het Kindcentrum,
inclusief bibliotheek, en de Unilocatie Stella Maris wordt ingespeeld op
toekomstige ontwikkelingen binnen het onderwijs en de noodzakelijke
aanpassingen binnen onze gemeente;
Er zijn visies en beleidsplannen ontwikkeld op
het gebied van de Structuurvisie Zuid Limburg, Strategisch Personeelsplan, Subsidiebeleid,
Toerisme, Civiele kunstwerken, ICT en de verordening peuterprogramma.
Hiermee heeft het College niet alleen inhoud gegeven aan het
nieuwe bestuursakkoord maar is ook hard gewerkt aan belangrijke punten uit het
verkiezingsprogramma van onze partij. Verder heeft onze fractie een belangrijke
bijdrage geleverd aan onze eigen huisregels die dringend aan vervanging toe
waren zoals de gedragscode en het regelement van orde.
Wat staat ons nog te
doen?
Zijn er zaken nog niet aangepakt? Het antwoord is zondermeer
ja, maar we zijn ook pas zestien maanden onderweg!
Op het gebied van het accommodatiebeleid werd dit College
gesteld voor een haast onmogelijke opgave. Naast de bezuinigingen uit de
kerntaken-discussie van 25% op buitensportaccommodaties en gemeenschapshuizen werd
er in de begroting 2015 nog eens een
forse additionele bezuiniging ingepland van drie ton, te realiseren in 2018.
Wat willen onze
burgers?
Voorzitter, het afgelopen jaar is de coalitie regelmatig
onder de neus gewreven dat er niet naar onze burgers wordt geluisterd of dat de
stem van de burger niet wordt meegenomen in de besluitvorming. Onze fractie
vraagt zich hierbij af hoe je dit dan moet wegen, spreek je met 10 likes op
facebook al namens de burgers van Meerssen?
Onze fractie heeft het afgelopen jaar intensief overleg
gevoerd met de buurtnetwerken om te kijken hoe we een en ander weer op de rails
konden krijgen na een periode van teleurstellingen en afnemende belangstelling.
Samen met de wethouder en de coördinator buurtnetwerken zijn we weer moeizaam
aan het opkrabbelen.
Het overleg met de burgers en buurtnetwerken heeft ons
echter ook geleerd dat de sportaccommodaties en gemeenschapshuizen een
belangrijke rol vervullen met betrekking tot de leefbaarheid in onze kernen. We
moeten streven naar toekomstbestendige verenigingen met passende accommodaties.
Zeker met het oog op de verdwenen verzorgingstehuizen en de nieuwe visie dat de
ouderen onder ons veel langer in hun eigen woonomgeving zullen blijven wonen,
zullen we moeten kijken hoe we deze doelgroep kunnen ondersteunen. Onze fractie
is van mening dat de gemeenschapshuizen hierbij een belangrijke rol kunnen
vervullen. Het sluiten van sportaccommodaties en gemeenschapshuizen is niet de
meest voor de hand liggende optie en zeker niet datgene wat de burgers in de
kernen van onze gemeente willen. Het opstellen van een accommodatiebeleid voor
de komende jaren vraagt om een zorgvuldige aanpak en maatwerk en moeten we
vooral samen met de burgers en buurtnetwerken invullen.
Hoe staat het met de
leesbaarheid van onze begroting?
Voorzitter, afrondingsverschillen
vormen voor onze fractie geen beletsel om een besluit over deze
programmabegroting te nemen. Wel hebben we geworsteld met de aanpassing aan de
nieuwe voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) waar deze
begroting wettelijk aan dient te voldoen. We hebben begrip voor het feit dat er
op landelijk niveau behoefte bestaat aan meer transparantie en een betere
vergelijkbaarheid van de begrotingen en programmarekeningen per gemeente. Ook
hebben wij begrip voor het feit dat ons College, gelet op beschikbare
capaciteiten en beperkte voorbereidingstijd, heeft besloten tot sobere en
doelmatige toepassing van de nieuwe voorschriften in de programmabegroting
2017. Voor ons als raadsleden is de beoogde transparantie in deze begroting
helaas niet gerealiseerd. Door het elimineren van de overheadkosten uit de
programma’s missen we het inzicht in de opbouw en toerekening van de overheadkosten. Ook zijn
de wijzigingen niet consequent doorgevoerd in de vergelijkende cijfers uit
voorgaande jaren waardoor het nagenoeg onmogelijk is om de cijfers uit 2017 te
vergelijken met cijfers uit 2016 en 2015. Wij zouden de wethouder dan ook
willen vragen om ons het noodzakelijke inzicht in de opbouw en toerekening aan
de programma’s van de overheadkosten over de jaren 2015 tot en met 2017 alsnog
te willen verstrekken teneinde deze substantiële post in onze begroting van € 5,5
miljoen te kunnen volgen. Daarnaast zouden wij de wethouder willen vragen om,
samen met een door deze raad nog te
benoemen werkgroep, mee te willen werken aan het aanpassen van de
verantwoordingsrapportage aan de vernieuwde BBV waarbij we uiteraard moeten
starten met een realistisch en haalbaar ambitieniveau.
Hoe staan we er nu financieel voor?
Voorzitter, zoals eerder aangegeven ziet het financiële
plaatje er voor de komende jaren gelukkig heel wat beter uit in vergelijking
tot de prognoses bij de start van deze coalitie.
Waakzaamheid blijft echter geboden en de VVD-fractie wil
met klem tegenspreken dat we op dit moment geld overhouden. Iedere poging
hiertoe kwalificeren wij als populisme dan wel kiezersbedrog.
Laten we beginnen bij de reserves, de feitelijke situatie
is dat we, kijkend naar de optelsom van alle reserves jaarlijks interen. De
enige reserve die constant blijft zou volgens onze fractie nu juist niet
constant moeten blijven namelijk de algemene risico reserve. Wij hebben eerder
aangegeven dat we hier met de wethouder graag over van gedachte willen
wisselen.
x € 1.000
Rekening
2013
Rekening2014
Rekening
2015
Prognose
2016
Prognose
2017
Algemene reserve
3.115
2.750
2.781
2.211
1.711
Risico reserve
3.263
3.263
3.263
3.263
3.263
Bestemming reserves
34.668
34.834
34.269
33.718
33.445
41.046
40.847
40.313
39.192
38.419
Als we kijken naar de prognose voor de komende jaren dan
plaatsen wij als VVD-fractie de nodige kanttekeningen bij een mogelijk te
positief beeld voor de komende jaren:
x € 1.000
Prognose
2017
Prognose
2018
Prognose
2019
Prognose
2020
Saldo vóór bestemming
-657
460
557
500
Mutatie reserves
665
69
42
-73
Saldo na bestemming
8
529
599
427
Het financiële resultaat van de gemeente Meerssen wordt in
sterke mate bepaald door de bijdrage uit het gemeentefonds inclusief de decentralisatie-uitkeringen.
Als we kijken naar de impact op de gemeente begroting van
het verschil tussen de zogenaamde meicirculaire en de september-circulaire 2016
dan is dit verschil significant. Bij de volgende meicirculaire 2017 hebben we
naar verwachting een nieuwe regering met alle gevolgen van dien. Wij hebben als
VVD-fractie bij herhaling gevraagd om meer inzicht en transparantie binnen het
sociale domein, met € 22 miljoen by far de grootste kostenpost uit onze
begroting. De verwachting is dat de gemeente
binnen dit domein nog zal worden geconfronteerd met behoorlijke
kortingen, maar hoeveel is nog steeds niet duidelijk en dat zou komend jaar zo
maar kunnen veranderen.
Voorzitter, de prognoses voor 2018 en latere jaren zijn op
dit moment hoogst onzeker, daarnaast moeten we nog rekening houden met
toekomstige kapitaallasten die
samenhangen met de onlangs goedgekeurde raadsbesluiten. Kortom, vooruitlopen op
de thans gepresenteerde positieve resultaten voor de jaren 2018 tot en met 2020
is zeer onverstandig en opportunistisch, er kan het komende jaar nog heel veel
veranderen.
Een en ander neemt niet weg dat wij als VVD-fractie met
voldoening kennis hebben genomen van de huidige financiële stand van zaken
waarmee invulling is gegeven aan een voor onze fractie belangrijke
doelstelling.
Voorzitter, dit willen we graag zo houden en onze fractie zal
dan ook niet meewerken aan voorstellen om nu geld aan onze burgers terug te
geven, zonder te weten wat ons de komende jaren boven het hoofd hangt, dat is
vragen om moeilijkheden.
Wat gaan we het
komend jaar doen?
Voorzitter, het maken van plannen is één maar het uitvoeren
van plannen en het realiseren van grote projecten is nog wat anders. Het komend
jaar zal in het teken staan van het opstarten en uitvoeren van grote projecten
en het implementeren van de opgestelde beleidsplannen. Hiervoor zal wederom een
zwaar beroep op de ambtelijke organisatie worden gedaan. Onze fractie is
tevreden over het verloop van de discussie inzake de kwalitatieve aspecten van
de organisatie en ziet met vertrouwen het voorstel van het College tegemoet met
betrekking tot noodzakelijke toetsing van gevraagde en aanwezige competenties
en eventuele vervolgacties, hierbij hebben wij ook kennis genomen van de
onlangs door de OR geuite zorg over de noodzakelijke vervolgstappen.
Naast de in de begroting aangekondigde programma’s zou onze
fractie echter nog specifieke aandacht willen vragen voor een tweetal
onderwerpen, nl. de aanpak wateroverlast en de fietspaden langs het
Julianakanaal, hiertoe dienen wij twee moties in.