Komende oordeelsvormende vergadering staat de behandeling van de zienswijze van onze gemeente op de ontwerpbegroting van de metropoolregio Eindhoven in de planning. Dit is een mooie gelegenheid om even stil te staan bij de lange en moeizame ontstaansgeschiedenis van de metropoolregio Eindhoven (MRE). En natuurlijk om de toekomst van de MRE en regionale samenwerking te beschouwen.
Begin jaren '90 tegen een achtergrond van bestuurlijke vernieuwingen (stadsprovincies) en dreigende gemeentelijke herindelingen werd de Samenwerkingsverband Regio Eindhoven of SRE opgericht om regionale samenwerking tussen gemeenten in Zuidoost-Brabant te stimuleren en te faciliteren. Het ging hierbij dus om taken die de gemeenten zelf gezamenlijk delegeerden aan het SRE. Dit op basis van de zogenaamde Wet Gemeenschappelijke Regelingen de WGR. In 2004 neemt de tweede kamer de zogenaamde Wijzigingswet WGR-plus aan. Deze wijziging van de WGR maakt de zogenaamde plusregio’s mogelijk. De SRE wordt dan ook in 2006 een van deze plusregio’s. Deze plusregio’s worden aparte bestuurslagen in Nederland, boven de gemeenten en onder het Rijk en de provincies. Het SRE krijgt als een van deze plusregio’s extra bevoegdheden en taken zoals openbaar vervoer en jeugdzorg.
Al kort na de start van de plusregelingen komt er kritiek. Het bestaan een extra bestuurslaag die ook nog eens democratische legitimiteit (geen direct gekozen bestuur) mist is een doorn in het oog van velen waaronder de kabinetten Rutte I en II. In 2015 komt er dan ook een einde aan de plusregio’s en daarmee de SRE. De Metropoolregio Eindhoven (MRE) wordt dan geboren als regionaal samenwerkingsorgaan. De wettelijke taken van de plusregio zoals openbaar vervoer gaan terug naar de provincie, en de MRE blijft achter met de taken gedelegeerd door de gemeenten.
De cirkel is met de ondergang van de SRE en de komst van de MRE dus weer rond. Het idee van een sterk regionaal bestuursorgaan heeft verloren, en het idee van (min of meer) vrijwillige samenwerking heeft gewonnen.
Nu rest natuurlijk wel de vraag hoe verder? Wat is de toekomst van het regionaal bestuur? Gemeentelijke herindeling of toch verdergaande samenwerking? Of komt het spook van de stadsprovincie terug? Als liberaal heb ik gemengde gevoelens bij alle opties. Een sterk en slagvaardig regionaal bestuur klinkt erg goed. Maar wat is de democratische legitimiteit van zo’n regionaal samenwerkingsverband? Gemeentelijke herindeling is tegen het zere been van veel inwoners. Voelen deze inwoners zich dan nog wel thuis en gehoord in hun nieuwe gemeente, of keren ze zich af van het politieke proces? En de stadsprovincie voegt weer een bestuurslaag toe aan het al altijd uitdijende apparaat van de overheid.
Wat de toekomst brengt voor Waalre en de regio is niet duidelijk. Zonder dwang vanuit een nieuw missionair kabinet is gemeentelijke herindeling in de regio in de nabije toekomst niet waarschijnlijk. Uiteraard is Nuenen hierbij wel een apart casus. In de voorzienbare toekomst berust regionale samenwerking dus vooralsnog bij de MRE.