Het CDA heeft aan het college van B&W vragen gesteld over het weggooien van hulpmiddelen. Geacht college, Eind vorig jaar verschenen in diverse media berichten over het weggooien van hulpmiddelen zoals trapliften, rolstoelen of scootmobielen. Op 21 november jl. stond er in de Telegraaf een artikel (https://www.telegraaf.nl/nieuws/1286893/woede-om-dump-traplift) over een traplift die werd weggegooid nadat de gebruiker was overleden. De echtgenoot had graag van deze traplift gebruik willen blijven maken, maar dat mocht niet. De traplift werd verwijderd en weggegooid. De Consumentenbond doet op haar website verslag van wat zij noemen “verspilling in de zorg” en noemen o.a. ook het niet hergebruken van hulpmiddelen. Het CDA vindt het belangrijk deze hulpmiddelen niet worden weggegooid maar hergebruikt en wil van het College weten wat er met hulpmiddelen gebeurt nadat iemand verhuist naar een andere gemeente of overlijdt. Daarom stelt het CDA de volgende vragen. Wie bepaalt of het hulpmiddel wordt ingenomen; de hulpmiddelenleverancier of de gemeente? Hoe gaat onze gemeente om met hulpmiddelen die (moeten) worden ingenomen, bijvoorbeeld in verband met het overlijden van een persoon? Hoe gaat de gemeente Hoorn om met hulpmiddelen als mensen verhuizen naar een andere gemeente? Wordt dat hulpmiddel dan ingenomen of kan dat worden meegenomen? Wordt er door de gemeente onderzocht of het hulpmiddel kan worden hergebruikt? Dan wel in dezelfde situatie (hetzelfde huis) of een andere/ nieuwe situatie? Als het hulpmiddel wordt ingenomen wat doet de gemeente vervolgens met dat specifieke hulpmiddel? We zien uw reactie met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groeten, namens CDA Hoorn Karin van ’t Klooster-Ciliacus