Nieuws van politieke partijen inzichtelijk

18 documenten

Raadsbijdrage raadsvergadering 11 december 2019

PvdA PvdA Winsum 13-12-2019 10:12

Raadsvergadering

Opening en mededelingen Vaststellen agenda Vragenuur Besluitenlijst Ingekomen stukken

Besluitvormend

Bestemmingsplan De Kortsluiting

Woordvoerder: Jaap Heres

Besluitvormend

Vergunning b&b Onderdendam

Woordvoerder: Jaap Heres

Subsidieregeling dorpsbudget

Woordvoerder: Jan Willem Nanninga

Onlangs hadden twee leden van onze fractie een gesprek bij een vereniging in een kleiner dorp. Toen het dorpsbudget ter sprake kwam, was de reactie ongeveer als volgt: ‘De gemeente kan zelf niet kiezen en laat het daarom aan het dorp over. Doar kin ’n hoop geduvel van kom’n ien dörp’. Gelukkig vervolgde hij: ‘Veurzitter dörpsbelangen zee al, wie mott’n snel om toavel’.

Wij zijn heel blij met het dorpsbudget. Dat hebben we onze gesprekspartner ook voorgehouden. Maar met dat ‘geduvel’ had hij wel een punt. Hoe bewaak je het draagvlak en voorkom je ‘geduvel ien dörp’? Daar geven de stukken geen antwoord op. Wellicht moet dat ook niet. Immers je wilt de regeling zo eenvoudig mogelijk houden en maximale ruimte laten aan het initiatief, maar het is wel een punt van zorg. Wij komen dan toch uit bij de dorpencoördinatoren. Hun rol is in dit kader van groot belang. En dan is draagvlak in een klein dorp nog makkelijker te organiseren dan in de grotere kernen van onze gemeente. Met name de mogelijkheid om op te potten vraagt afstemming en breed draagvlak in het dorp.

Er wordt gehoopt op inclusie, staat in het raadsvoorstel. Dat wordt echter nergens uitgewerkt. Als je er niet op stuurt, dan zal het bij hoop blijven. Dat betekent dat je erop gaat sturen en anders sleep je het er met de haren bij. Wij hebben de indruk dat het laatste het geval is.

Minimabeleid 2020-2024

Woordvoerder: Jan Willem Nanninga

Wij zijn blij met het gelopen proces. De plannen zijn tot stand gekomen in dialoog met de partners. Die betrokkenheid aan de voorkant is heel plezierig en moet de partners ook goed doen. Daarmee is het beleid inclusief uitvoeringsplan gedeeld beleid geworden en dat heeft ook betekenis voor onze rol. In het voorstel zitten een aantal wijzigingen t.o.v. het eerdere minimabeleid. Daar kun je van alles van vinden, maar op gezinsniveau weet je niet hoe het uitpakt. Dat maakt een goede evaluatie van groot belang. Doe die evaluatie niet alleen op basis van cijfers, maar voer interviews met mensen uit de doelgroep.

Pilot OV juichen we toe. In een gemeente met veel kleine dorpen waarin ‘voorzieningen’ verdwijnen is mobiliteit van groot belang. Dus zeker ook voor deze doelgroep. Wij vragen ons af of het wel een besparing op het leerlingenvervoer gaat opleveren. Zij zullen immers vaak in de spits moeten reizen. Zij blijven daardoor afhankelijk van het Provinciaal Groninger studiefonds en de bijzondere bijstand.

CER voor mensen met chronische ziekte of handicap. Wij hebben in het verleden geageerd tegen te late wijzigingen in de regeling, namelijk ver na januari. Goed dat er nu voor de jaarwisseling bekend is hoe de regeling er gaat uitzien. Toch zit hier nog een pijnpunt. De groep die vorig jaar voor het eerst gecompenseerd is en toch binnen de wtcg-groep valt, krijgt dit jaar niets omdat nu drie jaar achtereen het eigen risico volledig benut moet zijn. College, is daar geen mouw aan te passen?

De pilot OV en de CER-regeling maken nog eens duidelijk dat er een zekere spanning zit op enerzijds de wens om je beleid te vernieuwen en anderzijds de continuïteit van regelingen, die voor de doelgroep duidelijkheid schept. Met de pilot en te weinig structurele middelen voor CER blijft ons beleid instabiel naar de toekomst toe.

Wij betreuren het dat er geen ruimte is om ervaringsdeskundigen in dienst te nemen.

Er wordt voor en intensievere dienstverlening gekozen. Minder mensen krijgen in kortere tijd intensievere begeleiding, terwijl anderen in de wacht worden gezet. We gaan er vanuit dat dit ook bij de evaluatie wordt betrokken.

Uit het verleden herinneren we ons dat er beperkt gebruik gemaakt wordt van de collectieve ziektekostenverzekering en met name ook de aanvullende verzekering, omdat die zou aanvullen waar mensen geen behoefte aan hebben. In de stukken lezen we daar niets over, terwijl er wel keuzen op dit vlak gemaakt worden. Komt dit ook terug in het klanttevredenheidsonderzoek en worden mensen die er geen gebruik van maken ook bevraagd?

Terug naar de partners. Voor de uitvoering van het beleid valt de gemeente terug op een aantal organisaties zoals Stichting Leergeld, die gerund worden door vrijwilligers. Voor de solidariteit in onze Hogelandster samenleving is dat goed, maar die afhankelijkheid van vrijwilligers maakt het ook kwetsbaar. Het college moet zich daarvan bewust zijn en daar aandacht voor hebben. Vanaf deze plaats wil de PvdA zijn grote waardering voor al die vrijwilligers uitspreken.

Tot slot, de nieuwe regeling geeft vertrouwen en zorgt ervoor dat mensen zelf keuzen kunnen maken.

 

Bestemmings- en beeldkwaliteitsplan Maarweg Uithuizen

Woordvoerder: Jaap Heres

 

Verordening kwaliteit uitvoering VTH taken

Woordvoerder: Jaap Heres

 

Toedeling middelen NPG

Woordvoerder: Mädi Cleerdin

“Als je niet begint met zelf vertrouwen te geven, dan krijg je het vertrouwen nooit terug” Deze uitspraak deed de Nationale Ombudsman afgelopen zondag in Buitenhof.

Laten we deze uitspraak ter harte nemen, als we nu én in de toekomst praten over ons Nationaal Programma Groningen. Het vertrouwen ten alle tijden in ons achterhoofd houden bij álle te nemen besluiten voor ons Nationaal Programma Groningen.

Het is ingewikkeld om tot een verdeelsleutel voor ons Nationaal Programma Groningen te kunnen komen en daarmee financiële duidelijkheid scheppen voor gemeenten in het aardbevingsgebied en de provincie Groningen. De duidelijkheid is nu gekomen, we hebben de komende 4 jaar voor ons Hogeland €22.500.000 (twee en twintig en een half miljoen euro) tot onze beschikking!

Daarmee hebben we het heft voor de toekomst van ons Hogeland in eigen handen!

De kunst is deze gelden samen met onze Hogelandsters om te zetten in nuttige projecten welke Het Hogeland verrijken.

Brede Welvaart is nu slechts een begrip, in de toekomst de realiteit!

Schouders eronder en kop d’r voor!

 

Najaarsnota 2019

Woordvoerder: Jan Willem Nanninga

 

Belastingverordeningen 2020

Woordvoerder:

 

Sluiting

Het bericht Raadsbijdrage raadsvergadering 11 december 2019 verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Waar komt het zesje terecht?

PvdA PvdA Winsum 27-06-2019 15:16

Algemene beschouwingen juni 2019 (geschreven door Jan Willem Nanninga met input vanuit de raad/fractie)

Inleiding

Het financiële perspectief is gekanteld. We staan er minder goed voor dan aanvankelijk gedacht en bovendien hebben we nog niet helemaal scherp hoe de situatie nu werkelijk is. Het beeld kan snel veranderen en dat stemt niet erg vrolijk. Want hoe moet je daar nu beleid op maken? Op bladzijde 12 van de voorjaarsnota schrijft het college dat we zullen moeten accepteren dat niet alles een negen of een tien kan zijn, maar dat we ons soms tevreden moeten stellen met een zesje. Dat roept de vraag op ‘Waar komt het zesje terecht?’

Waar komt het zesje terecht?

Die vraag zal de PvdA beantwoorden, maar daartoe draaien we de vraag soms ook om: ‘Waar mag het zesje beslist niet terechtkomen?’ We volgen bij de beantwoording van die vraag onze speerpunten en zullen ons ook een paar beschouwende  uitstappen veroorloven.

Meedoen van alle kinderen

Wij willen dat alle kinderen mee kunnen doen aan educatieve, culturele en sportieve activiteiten. Wij zien dan ook uit naar de herziening van het minimabeleid, maar willen geen verschraling. Uiteraard kom je dan ook bij de jeugdzorg terecht. Alle kinderen hebben recht op goede zorg.  Als we met vroegtijdige preventieve maatregelen  kunnen voorkomen dat kinderen doorstromen naar duurdere vormen van zorg, dan is dat heel mooi. Maar bij ons bestaat de angst dat het geld leidend is en niet de behoeften van kinderen en hun ouders. Tegelijkertijd zijn we bang dat we bezig zijn met een race naar de bodem. Van aanbieders vragen we dermate veel dat het steeds moeilijker lijkt te worden om  de tent draaiende te houden. Met onzekerheid voor personeel en  kwaliteitsverlies als gevolg. Goed aanbesteden met oog voor kwaliteit en personeel is wat ons betreft een must.

Wonen en leefbaarheid

In onze gemeente hebben we op meerdere plekken ‘ rotte kiezen’. Plekken die enigermate verloederen. Dat speelt in dorpscentra, in wijken met veel woningen in de huursector, maar ook rond particuliere woningen die leeg zijn komen te staan. Voor wat betreft de grotere winkelkernen worden we gered door het NPG. Daar kunnen we een extra boost geven. Maar ook die andere plekken vragen aandacht. College doe wat, maar zorg in ieder geval dat in dergelijke wijken het groen en de stoep in topconditie zijn. Ga op deze plekken voor een acht en niet voor een zes! Tegelijkertijd hebben we een schat aan panden die behoren tot ons erfgoed. Het is onze plicht om daar op een zorgvuldige wijze mee om te gaan. Dat vraagt handhaving en ook voorlichting over de betekenis van het wonen in ons cultureel erfgoed. Een zesje volstaat niet! Zoals we eerder aangegeven hebben, baart de ontwikkeling van en rond Oudeschip ons zorgen. In de begrotingsvergadering vroegen  we ons af of we niet ons eigen Oterdum, Weiwerd of Heveskes creëren. Wij vinden dat de bewoners er recht op hebben te weten wat het perspectief van hun dorp is. Hierop moet een antwoord komen. En wat is de toekomst van Valom? Welke ruimte bieden we aan economische ontwikkelingen? Offeren we desnoods dorpen op? Wat ons betreft niet! Voor MFA Bedum trekt het college anderhalf miljoen uit voor 2021. Wij juichen dat toe. Mede omdat het gaat om een accommodatie met een brede invulling met o.a. een dorpshuis-achtige functie. Wij dringen er daarom bij het college op aan om samen met Wierden & Borgen een toekomstvisie te ontwikkelen voor de professorenbuurt inclusief het Trefcentrum.

Beleidsstukken/harmonisaties

In het vierde kwartaal van dit jaar komt het college met veel beleidsstukken richting de raad. Daar spreekt de ambitie uit dat het college vaart wil maken. De vraag is of die ambitie realistisch is. In het algemeen willen we de opmerking maken dat kwaliteit voorop hoort te staan en niet het tempo. Ook de raad moet zorgvuldige afwegingen kunnen maken. Los daarvan bestaat bij ons de angst dat we straks allerlei prachtige beleidsstukken hebben, maar niet de middelen om de geformuleerde ambities waar te maken. Het mogen geen papieren tijgers worden.

Meedoen

We hopen niet dat de lokale inclusieagenda dat lot beschoren is. Ongetwijfeld kun je al veel realiseren als onze houding en gedrag veranderen, maar er zijn ook veel zaken die niet kosteloos zijn. Twee opmerkingen uit de nota stellen ons niet gerust. Op bladzijde 16 worden bij het integraal mobiliteitsplan wel auto, fiets en openbaar vervoer genoemd, maar niet scootmobiel, rolstoel en wandelwagen. Wat integraal? En op bladzijde 45 zegt het college zijn uiterste best te doen om aan de taakstelling van afspraakbanen te voldoen. Je doet niet je uiterste best, je gaat de taakstelling halen! Dat moet het uitgangspunt zijn. Wij willen dat het college bij alle ruimtelijke projecten mensen met een beperking vroegtijdig bij het proces betrekt. Het mag niet zo zijn dat we straks prachtige winkelcentra hebben, maar dat toegang met een scootmobiel of rolstoel achteraf niet mogelijk blijkt te zijn. Hiermee hoef je niet te wachten tot er een plan ligt. Dat moet je nu gewoon al doen.

We hebben het nog steeds over meedoen of participeren. Mensen die zijn aangewezen op een zeer karige bijstandsuitkering, wordt meedoen wel heel erg moeilijk gemaakt. De PvdA zou graag zien dat de uitkering wordt opgetrokken. Graag willen we die oproep aan de regering doen middels een breed gedragen motie. Wij hebben die motie nog niet in de achterzak, omdat we graag in tweede termijn horen of andere partijen zo’n motie mee zouden willen indienen of niet.

Participatiesamenleving

Dan over het dilemma van de participatiesamenleving. Enerzijds willen we dat mensen allerlei klussen onbetaald en vrijwillig oppakken, naast een betaalde baan. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat heel veel potentiële banen daardoor niet worden gecreëerd. Als we voor de participatiesamenleving kiezen (en dat doen we), dan moeten we accepteren dat er niet voor iedereen een passende baan is. Dat betekent dat we ook blij met onze inwoners moeten zijn als ze vrijwilligerswerk doen en geen betaalde baan hebben. Op de één of andere manier zou je mensen daarvoor moeten kunnen belonen bovenop hun uitkering. De PvdA heeft daarvoor een voorstel gedaan in 2018, bij de verordening re-integratie door de thans al mogelijke  premie te verhogen. Dat amendement heeft het niet gehaald. Toch gaan onze gedachten nog steeds in een dergelijke richting. Wij willen graag dat het college in het beleidsplan de mogelijkheden verkent naar een vorm van beloning, hetzij in financiële -, hetzij in materiële zin.

Inwoners en gemeente

Het college zegt over verhoudingen tussen inwoners en gemeente op bladzijde 38 het volgende: ‘We willen meer loslaten en/of ruimte bieden. Er wordt op dit moment gewerkt aan een nadere uitwerking en invulling daarvan’.  Dat lijkt ons heel gewenst.

Bij het creëren van publieke waarde zijn er vier fasen waarin je de samenleving kunt betrekken. Kort gezegd kun je mensen betrekken bij:

het denken over vraagstukken, het nemen van besluiten het doen of het uitvoeren van plannen het leren van de opgedane ervaringen

De vraag is steeds bij welke fase je de inwoners betrekt en op welke manier. Het lijkt erop dat wij voorlopig nog kiezen voor meedenken en meedoen. Meebeslissen is eigenlijk nog niet aan de orde. Toch zullen we moeten kiezen hoever we hierin willen gaan. Geven we de samenleving de gelegenheid om beslissingen te nemen en bij welke vraagstukken dan? En dan nog onze rol, als raad. Hoe gaan wij ons verhouden tot bewonersinitiatieven? ProDemos adviseert dan ook een heldere rolverdeling tussen college, raad en ambtelijk apparaat. Het wordt tijd dat we hierover met elkaar van gedachten wisselen. Het primaat behoort bij ons samen te liggen en niet bij het college alleen. Samen lerend op weg van een zesje naar een acht.

Aantal opmerkingen

Voor we afsluiten willen naar aanleiding van de inhoud nog een tiental opmerkingen maken:

Het heeft ons verbaasd dat onderwijs geen aandacht heeft in de voorjaarsnota Het lijkt de PvdA gewenst dat alle scholen dBos krijgen en dat alle kinderen de ‘echte’ bieb in hun schoolloopbaan een aantal keren actief bezoeken De PvdA geen bibliotheken van het kaliber ‘zesje’ wil Muziekschool Hunsingo en Jeugdtheaterschool Wonderboom onze steun verdienen bij het vormen van een breed kunstencentrum ter bevordering van cultuureducatie De PvdA ingenomen is met de toegenomen bereikbaarheid van de Eemshaven voor werknemers en stagiaires De keuze voor een langere begeleiding naar en op het werk door jobcoaches heeft onze instemming Verder uitrollen pilot Ondersteuner Jeugd en Gezin lijkt ons zeer gewenst Wij hopen dat de versnelling van de transitie woningvoorraad van de grond gaat komen. Alle inwoners moeten zeker zijn van een fatsoenlijke woning De PvdA wil dat de contacten van inwoners met de gemeente op korte termijn verbeteren In de vlucht naar voren wordt de gemeente organisator van festivals. Na het afvalfestival krijgen we nu het gezondheidsfestival. De indruk bestaat dat er nog vele zullen volgen, want wat doe je anders met een evenementen- of festivalterrein.

Nieuw beleid

De komende jaren staan in het teken van het formuleren van nieuw beleid, met beperkte financiële middelen, een financiële situatie die nog veel onzekerheden kent en een aantal grote projecten uit de nalatenschap van de voormalige gemeenten, die nog ten uitvoer moeten worden gebracht. De Ruimte! voor ambities is dan ook beperkt. De verleiding om inhoudelijk van alles over de inhoud te roepen is groot, maar dat gaan we in deze situatie niet doen. Op een aantal hoofdlijnen heeft de PvdA aangegeven waar ze meer dan een ‘zesje’ verlangt.

Terzijde

Terzijde merkt de PvdA nog op dat ook na het neerhalen van de regenboogvlag Hogelandsters zichzelf moeten kunnen zijn op school, op straat, op het werk en in de openbare ruimte.

 

(foto: resultaat Googlesearch)

Het bericht Waar komt het zesje terecht? verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

(V)MBO Campus in Het Hogeland

PvdA PvdA Winsum 23-05-2019 08:45

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen voor de nieuwe gemeente Het Hogeland van november 2018 ontstond binnen de PvdA het idee van een (V)MBO-campus. Aanleiding vormde het gegeven dat de vestiging van Het Hogeland College in Wehe-den Hoorn op termijn zou gaan sluiten en zou integreren in de scholen in Winsum. Al spoedig werd het idee breder en werd ook gedacht in de richting van een integratie van de scholen met Werkplein Ability. De gedachten ontwikkelden zich in een Regionaal centrum Leven Lang Leren (ReLL) met een belangrijke rol voor werkgevers en leren van en in de praktijk.

Vrijdag 17 mei nodigde de fractie van de PvdA Het Hogeland veel organisaties uit om te toetsen of een Regionaal centrum Leven Lang Leren ook werkelijk een na te streven toekomstperspectief zou kunnen zijn. Centraal stonden de vragen

Is ons toekomstbeeld relevant genoeg om verder te verkennen? Zo ja, wat is daarvoor nodig?

De gesprekspartners gaven aan een conceptueel Regionaal centrum Leven Lang Leren nastrevenswaardig te vinden. Afgesproken is dat een kleine groep met een vertegenwoordiging van de gemeente Het Hogeland een volgende bijeenkomst gaat voorbereiden. Voor de toekomst wordt gemikt op twee sporen, namelijk uitwerken van een gezamenlijk doel en opzetten van kleinschalige projecten. Daarbij wordt gedacht aan projecten zoals het Wijkleerbedrijf in Winsum en Noorderhuizen in Uithuizen bij Ability.

De fractie van de PvdA is zeer verheugd over het resultaat en zal de voortgang op gepaste afstand volgen. Volgens fractievoorzitter Jan Willem Nanninga is het wel de rol voor een politieke partij te dromen over de toekomst, maar is het daadwerkelijk vormgeven daarvan een taak voor de scholen en andere betrokken organisaties.

Lees ook de startnotitie.

Het bericht (V)MBO Campus in Het Hogeland verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Niet geschoten is zeker mis

PvdA PvdA Winsum 03-04-2019 11:32

Deze week las ik op twitter een interessante dialoog tussen Hielko Merkus (@HielkoMerkus) en mijn oud-schoolgenoot en oud-vakcollega Klaas Breeksema (@Klaasduco). Het begon bij Hielko Merkus die zijn Ommelander Courant aan de man wilde brengen.

@HielkoMerkus: Duidelijk statement van @RaadHetHogeland: geen gekibbel en gekissebis over aardbevingsproblematiek, Belangen overstijgen partijbelangen. Daarom gaat raad @HetHogeland onder andere NPG(Nationaal Programma Groningen) samen oppakken met de inwoners, voor nieuw perspectief voor de regio #Ommelander

De tweet en dan vooral de tekst ‘samen oppakken met de inwoners’ lokte een reactie van Klaas Breeksema uit. Ik neem niet zijn hele tweet over, maar beperk me tot één zin en het laatste #.

@Klaasduco: ………. Ik ben benieuwd naar mijn rol als inwoner in deze ……. #cynischetweet

@HielkoMerkus: Jij mag meepraten. De inwoners moeten volgens raad Het Hogeland een grotere stem in het geheel krijgen.

@Klaasduco: Zie je het voor je? 40.000 of 50.000 meepraters?

@HielkoMerkus: Alsof iedereen komt. Dat gebeurt nooit. Zou wel leuk zijn. Maar jij kan toch meepraten?

@Klaasduco: ….. Verder lijkt mij inspraak/meedenken voor inwoners erg moeilijk te regelen. Maar vooruit: ik kijk met belangstelling uit naar de aanpak en de uitnodiging

@HielkoMerkus: in de motie wordt het college verzocht om met een voorstel te komen hoe de betrokkenheid van de inwoners vorm moet krijgen, Horen we dus zsm meer van

Een interessante discussie. Als raadsleden nemen we woorden als ‘samen met de inwoners’ heel makkelijk in de mond. Maar we geven er geen uitwerking aan. Erger nog, dat laten we in dit geval aan het college over. Klaas Breeksema stelt zeer terecht de vraag hoe je dat wilt vormgeven. Ik zie eerlijk gezegd ook niet voor me hoe je 40.000 Hogelandsters daarbij wilt betrekken. Gelukkig relativeert Hielko Merkus die 40.000 door te zeggen: ‘Alsof iedereen komt’

Maar daar gaat nog een vraag aan vooraf. Moeten we het wel willen? Iedere Hogelandster heeft immers de mogelijkheid om te stemmen en te kiezen op iemand die hem of haar vertegenwoordigt in de gemeenteraad. Een vriend van mij is daar heel helder in: ‘Ik stem op jou en geef jou daarmee het mandaat mij te vertegenwoordigen’. Op het moment dat ik iets doe wat hem niet zint, zal hij mij ter verantwoording roepen. Dat is het wezen van onze vertegenwoordigende democratie. Daar zit wat in. Bovendien heeft iedere inwoner de mogelijkheid met raadsfracties in gesprek te gaan, in te spreken in de gemeenteraad en samen met dorpsbewoners een dorpsvisie op te stellen. En dan ben ik nog lang niet volledig. Op elk moment en op zeer verschillende wijzen heeft iedere inwoner van Het Hogeland de mogelijkheid om haar of zijn stem te laten horen.

Waarom dan toch ‘samen met de inwoners’? Daar zijn een paar redenen voor. In de eerste plaats wil je inwoners, zeker wanneer het om hun eigen leefomgeving gaat veel meer directe invloed geven. En dat is iets anders dan de indirecte wijze waarover ik hiervoor schreef. Dorpsbewoners eisen die ruimte ook op. We moeten daar ook heel blij mee zijn. Vandaag nog ben ik in Uithuizermeeden geweest bij het project ‘Dynamiek aan het lint’. Meisters hebben zelf het initiatief genomen om leegstaande (winkel)panden aan te pakken. Ze willen hun dorp kwalitatief op orde houden en daar zetten ze zich voor in. De gemeente maakt dat initiatief mogelijk of faciliteert dat, zoals dat zo mooi heet. Nog slechts een beperkt aantal mensen is lid van een politieke partij. Voor velen is dat een reden om te pleiten voor vernieuwing van onze democratie en een grotere rol van inwoners. Zij zeggen daarmee eigenlijk dat een te beperkte groep de politieke dienst uitmaakt. Daarbij zou je ook nog kunnen opmerken dat met name mensen met een lagere opleiding vrijwel geheel zijn uitgesloten van politieke betrokkenheid. Overigens participeren deze mensen ook vaak niet in dorpsbelangenverenigingen en bewonersinitiatieven, maar dat terzijde.

Dat brengt mij terug bij het Nationaal Programma Groningen. Het geld dat vanuit dit programma voor gemeenten en provincie beschikbaar komt is bedoeld om de neerwaartse spiraal waarin we terechtgekomen zijn door de aardbevingen om te buigen in positieve ontwikkelingen in buurten, dorpen, regio en provincie. Ontwikkelingen die weer hoop en een vernieuwd perspectief bieden. Zoiets als in Uithuizermeeden dus. Omdat het zo nadrukkelijk om een gezamenlijk belang gaat, lijkt het me niet meer dan logisch dat we samen met de bewoners plannen ontwikkelen en kiezen.

Klaas Breeksema stelt zeer terecht de vraag: ‘Hoe dan?’ Berto Merx van Winsum.Nieuws stelt die vraag ook min of meer. Hij verwoordt het als volgt: ‘Overleg met de dorpselites, de dorpsbaronnen die in dorpsverenigingen en groepen en comités al jaren de dienst uit maken, zal weinig zoden aan de dijk zetten’. Ik zou het proces wel bij die dorpsverenigingen en bewonersinitiatieven willen starten. Veel van deze verenigingen hebben al plannen voor de ontwikkeling van hun buurt of dorp. De kracht die daar zit moet je benutten. Anders wordt het als er een keuze uit al die plannen gemaakt moet worden. Je kunt niet van diezelfde mensen vragen om hun plan te wegen ten opzichte van andere plannen uit andere buurten of dorpen. Dat vraagt namelijk dat je boven je eigen plan uit kunt stijgen en objectief en op grond van argumenten het ene plan meer gewicht toekent dan het andere en mogelijk ook je eigen plan. Dat is slechts weinigen gegeven. Niet voor niets is er bij het turnen een neutrale jury. Ik heb daarom, namens de PvdA,  gepleit voor een gelote burgerraad. Een raad bestaande uit inwoners van onze gemeente die niet op basis van vermeende kwaliteiten gevraagd worden, ook niet gekozen worden, maar door het lot zijn aangewezen. Je voorkomt daarmee dat een beperkte groep mensen het weer voor het zeggen heeft. Je creëert een raad met een grote verscheidenheid aan mensen. Jong, oud, man, vrouw, alle beroepsgroepen s en alle windrichtingen zijn vertegenwoordigd. De vraag die vervolgens nog wel beantwoord moet worden is de vraag of je deze burgerraad volledig vrij laat of dat de gemeenteraad nog enige kaders meegeeft.

De al eerder geciteerde Berto Merx merkte over mijn gelote burgerraad in zijn artikel het volgende op: ‘Een burgerraad met door het lot bepaalde leden zoals Jan Willem Nanninga van de PvdA bepleitte, het is een ding dat al eerder is uitgeprobeerd en niet altijd een onverdeeld succes is gebleken’. Ik kom er nog goed vanaf. Hij brengt nog enige nuance aan door de woorden ‘niet altijd’ te gebruiken. Het Hogeland spreekt in de visie ‘Ruimte!’ uit de bewoners de ruimte te willen geven. Laten we het lef dan hebben om met een gelote burgerraad op pad te gaan. Niet geschoten is zeker mis of om met Johan Cruijff te spreken: ‘Je moet schieten, anders kun je niet scoren’.

 

Afbeelding van Free-Photos via Pixabay

Het bericht Niet geschoten is zeker mis verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Rode fietsslinger in Eemsmond en de Marne

PvdA PvdA Winsum 19-07-2018 09:01

Top PvdA -kandidatenlijst verkent het Hogeland

De top van de PvdA- kandidatenlijst is vrijdag 30 juni en zaterdag 1 juli op de fiets het Hogeland in getrokken. Onder aanvoering van lijsttrekker Jan Willem Nanninga werd op vrijdag als eerste het gebied tussen Warffum en Roodeschool bezocht. Doelstelling van de fietstocht was om het gebied van de nieuwe gemeente het Hogeland samen te verkennen. Prettige bijkomstigheid is dat de kandidaten uit de verschillende huidige gemeenten elkaar op ontspannen wijze ook beter leren kennen.

Vrijdagochtend werd gestart bij de tennisclub Hefshuizen en is gesproken over de sportvoorzieningen in de nieuwe gemeente. Vervolgens fietste het gezelschap naar Roodeschool. Daar werd onder meer gekeken naar de staat van de huurwoningen en werden de kandidaten bijgepraat over het aardgascondensaat overlaadstation. Vervolgens kwam het quiltfestival aan bod, als relatief onbekend deel van het culturele aanbod in het gebied. De initiatiefnemers zetten zich ook in voor de toekomst van kunst en cultuur in de gemeente het Hogeland. Als laatste werd Warffum bezocht waarbij het project Goud Oud werd toegelicht. De coöperatie Goud Oud wil graag huisvesting en ondersteuning realiseren voor een brede doelgroep. Men heeft daarbij de locatie Warfheem op het oog. Het was heel mooi dat op zaterdag vervolgens coöperatie Klooster & Buren werd bezocht. Hier is men al verder met het realiseren van de woonvoorziening en verzorgt de coöperatie sinds 1,5 jaar het wonen met zorg in het voormalige Oldeheem te Kloosterburen. De kandidaten konden op deze manier vergelijkbare projecten in verschillende fases zien. Ook werd de nieuwste aanwinst, namelijk de zorghotelkamer bekeken.

In het Marnegebied werd verder de Stichting Behoud Bibliotheek de Marne in Leens bezocht. De stichting werkt samen met Biblionet en draagt daarmee bij een aan bibliotheek die toekomstbestendig is.

De “rode fietsslinger” sloot de tweedaagse tenslotte af in Zuurdijk, waar de Struunspeultoen werd geopend door twee PvdA- corifeeën, de huidige fractievoorzitter en Zuurdijkster Mädi Cleerdin en wethouder Mariette de Visser. Het realiseren van zo’n project is een bijzondere prestatie voor een dorp van maar ongeveer 170 inwoners waar veel dorpsbewoners zich voor hebben ingezet.

In het weekend van 13 en 14 juli zal de rode fietsslinger het gebied van de gemeenten Bedum en Winsum bezoeken.

Het bericht Rode fietsslinger in Eemsmond en de Marne verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Mantelzorg, onze gezamenlijke zorg (reactie op een reactie)

PvdA PvdA Winsum 08-02-2018 22:24

Een reactie van Jan Willem Nanninga op de reactie van Marc Verschuren naar aanleiding van de vorige column. Het is weer een column op zich geworden.

Beste Marc,

Hartelijk dank voor je reactie op mijn column/open brief onder de titel ‘Grenzen aan mantelzorg’. Ik vind het heel plezierig dat we op deze wijze publiekelijk met elkaar in debat kunnen gaan over een voor veel inwoners belangrijk onderwerp. Het brengt de politiek dichterbij onze inwoners dan de mogelijkheden die een raadsvergadering biedt. Daarom, en omdat ik sterke aandrang voel om op je reactie te reageren, volhard ik dan ook maar in ons publieke debat.

Laat ik beginnen met je laatste alinea. Daarin schrijf je dat je niet kunt garanderen dat een situatie zoals in ‘de Volkskrant’ is geschetst zich hier niet voor zou kunnen doen. Daar heb ik alle begrip voor, een 100% garantie is nooit te geven. Dat vraag ik echter ook niet. Wat ik, en met mij alle inwoners, mogen vragen is een zodanige inrichting en afstemming van de zorg dat risico’s tot een minimum zijn beperkt. Daarop blijf je mij het antwoord echter schuldig. Ik kom daar later op terug. In diezelfde laatste alinea schrijf je dat je wel kunt garanderen dat iedereen binnen de gemeenten zijn of haar stinkende best doet. Die indruk deel ik met je. Tijdens de gesprekken die ik heb met medewerkers van gemeenten en zorgprofessionals krijg ook ik de indruk dat iedereen de beste bedoelingen heeft en zijn stinkende best doet. Maar, het spijt me dat ik het moet zeggen, daar gaat het niet om. Het gaat om het resultaat en dat is kort gezegd optimale ondersteuning bieden aan mantelzorgers en hun netwerk, overbelasting voorkomen en oplossingen bieden in geval van een crisissituatie.

Even terug naar mijn open brief. Ik stelde daarin drie vragen. In mijn open brief zijn ze in de tekst verwerkt en daarom mogelijk niet nadrukkelijk genoeg naar voren gebracht. Ik zet ze daarom nog maar even op een rij:

Is hier voldoende aandacht voor welzijn en draagvlak van de mantelzorgers? Is hier sprake van een voldoende samenspel tussen de zorgprofessionals onderling (huisarts, wijkverpleegkundige, thuiszorg en steunpunt mantelzorg) en met de betrokken mantelzorgers? En als het dan onverhoopt toch tot een crisissituatie leidt, is de gemeente Winsum dan in staat om een individuele oplossing te bieden

In je reactie beantwoord je eigenlijk alleen mijn eerste vraag, zonder dat heel expliciet te doen. Laat ik daarom aan mijn eerste vraag nog een vraag aan toevoegen. Heeft mantelzorg in het perspectief van alle maatschappelijke ondersteuning, die de gemeente moet bieden, voldoende aandacht of sneeuwt dit onderdeel onder bij alle andere vormen van ondersteuning? Koppel deze vraag bij je beantwoording niet alleen aan de gemeentelijke organisatie, maar ook aan de integrale teams met medewerkers die minder op hun specialisme bevraagd worden. Vraag 2 wordt niet beantwoord. Wellicht moeilijk te beantwoorden, maar hoe zijn je ervaringen en wat doet de gemeente eraan om dit samenspel zo optimaal mogelijk te laten verlopen? Zijn er afspraken gemaakt, kennen de verschillende zorgprofessionals hun rol en verantwoordelijkheden? Ook vraag 3 blijft helaas onbeantwoord, terwijl de gemeente, volgens mij verplicht is een individuele oplossing of maatwerk te bieden in een dergelijke situatie.

Je sluit je reactie af met een prachtige zin. Ik citeer: ‘We moeten het samen doen, zeker als het tegenzit. Ons uitgangspunt is niet voor niets: Zorg voor elkaar’. Helemaal mee eens. Onze participatiesamenleving vraagt dat we voor elkaar zorgen en als we emotioneel iets verder van iemand met een beperking afstaan, op z’n minst enigermate op elkaar letten. Ik druk me wellicht wat moeilijk uit, maar ik bedoel dat als er bijvoorbeeld iemand met de ziekte van alzheimer bij je in de buurt woont, dat je in dat geval als buurtgenoot hem of haar toch wat in de gaten houdt en eens bij de mantelzorger binnenloopt voor een kopje koffie. Dat is echter niet vanzelfsprekend en roept een nieuwe en aanvullende vraag bij me op, namelijk:

‘Hoe realiseren we dat en welke rol ziet de gemeente hierin voor zichzelf weggelegd?’

Ik realiseer me dat ik jou en de gemeentelijke organisatie belast met de beantwoording van mijn vragen. Tevens realiseer ik me dat dit voor een raadslid niet de gebruikelijke weg is. Formeel heb ik de mogelijkheid om schriftelijke en mondelinge raadsvragen te stellen. Hoewel ik hoop dat je nog publiekelijk zult reageren, heb ik er alle begrip voor als je na deze reactie ons publieke debat als beëindigd beschouwt en mij wijst op de formele mogelijkheden die ik als raadslid heb.

 

Jan Willem Nanninga, fractievoorzitter PvdA Winsum

Het bericht Mantelzorg, onze gezamenlijke zorg (reactie op een reactie) verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Mantelzorg, onze gezamenlijke zorg (reactie op een reactie)

PvdA PvdA De Marne 08-02-2018 22:24

Een reactie van Jan Willem Nanninga op de reactie van Marc Verschuren naar aanleiding van de vorige column. Het is weer een column op zich geworden.

Beste Marc,

Hartelijk dank voor je reactie op mijn column/open brief onder de titel ‘Grenzen aan mantelzorg’. Ik vind het heel plezierig dat we op deze wijze publiekelijk met elkaar in debat kunnen gaan over een voor veel inwoners belangrijk onderwerp. Het brengt de politiek dichterbij onze inwoners dan de mogelijkheden die een raadsvergadering biedt. Daarom, en omdat ik sterke aandrang voel om op je reactie te reageren, volhard ik dan ook maar in ons publieke debat.

Laat ik beginnen met je laatste alinea. Daarin schrijf je dat je niet kunt garanderen dat een situatie zoals in ‘de Volkskrant’ is geschetst zich hier niet voor zou kunnen doen. Daar heb ik alle begrip voor, een 100% garantie is nooit te geven. Dat vraag ik echter ook niet. Wat ik, en met mij alle inwoners, mogen vragen is een zodanige inrichting en afstemming van de zorg dat risico’s tot een minimum zijn beperkt. Daarop blijf je mij het antwoord echter schuldig. Ik kom daar later op terug. In diezelfde laatste alinea schrijf je dat je wel kunt garanderen dat iedereen binnen de gemeenten zijn of haar stinkende best doet. Die indruk deel ik met je. Tijdens de gesprekken die ik heb met medewerkers van gemeenten en zorgprofessionals krijg ook ik de indruk dat iedereen de beste bedoelingen heeft en zijn stinkende best doet. Maar, het spijt me dat ik het moet zeggen, daar gaat het niet om. Het gaat om het resultaat en dat is kort gezegd optimale ondersteuning bieden aan mantelzorgers en hun netwerk, overbelasting voorkomen en oplossingen bieden in geval van een crisissituatie.

Even terug naar mijn open brief. Ik stelde daarin drie vragen. In mijn open brief zijn ze in de tekst verwerkt en daarom mogelijk niet nadrukkelijk genoeg naar voren gebracht. Ik zet ze daarom nog maar even op een rij:

Is hier voldoende aandacht voor welzijn en draagvlak van de mantelzorgers? Is hier sprake van een voldoende samenspel tussen de zorgprofessionals onderling (huisarts, wijkverpleegkundige, thuiszorg en steunpunt mantelzorg) en met de betrokken mantelzorgers? En als het dan onverhoopt toch tot een crisissituatie leidt, is de gemeente Winsum dan in staat om een individuele oplossing te bieden

In je reactie beantwoord je eigenlijk alleen mijn eerste vraag, zonder dat heel expliciet te doen. Laat ik daarom aan mijn eerste vraag nog een vraag aan toevoegen. Heeft mantelzorg in het perspectief van alle maatschappelijke ondersteuning, die de gemeente moet bieden, voldoende aandacht of sneeuwt dit onderdeel onder bij alle andere vormen van ondersteuning? Koppel deze vraag bij je beantwoording niet alleen aan de gemeentelijke organisatie, maar ook aan de integrale teams met medewerkers die minder op hun specialisme bevraagd worden. Vraag 2 wordt niet beantwoord. Wellicht moeilijk te beantwoorden, maar hoe zijn je ervaringen en wat doet de gemeente eraan om dit samenspel zo optimaal mogelijk te laten verlopen? Zijn er afspraken gemaakt, kennen de verschillende zorgprofessionals hun rol en verantwoordelijkheden? Ook vraag 3 blijft helaas onbeantwoord, terwijl de gemeente, volgens mij verplicht is een individuele oplossing of maatwerk te bieden in een dergelijke situatie.

Je sluit je reactie af met een prachtige zin. Ik citeer: ‘We moeten het samen doen, zeker als het tegenzit. Ons uitgangspunt is niet voor niets: Zorg voor elkaar’. Helemaal mee eens. Onze participatiesamenleving vraagt dat we voor elkaar zorgen en als we emotioneel iets verder van iemand met een beperking afstaan, op z’n minst enigermate op elkaar letten. Ik druk me wellicht wat moeilijk uit, maar ik bedoel dat als er bijvoorbeeld iemand met de ziekte van alzheimer bij je in de buurt woont, dat je in dat geval als buurtgenoot hem of haar toch wat in de gaten houdt en eens bij de mantelzorger binnenloopt voor een kopje koffie. Dat is echter niet vanzelfsprekend en roept een nieuwe en aanvullende vraag bij me op, namelijk:

‘Hoe realiseren we dat en welke rol ziet de gemeente hierin voor zichzelf weggelegd?’

Ik realiseer me dat ik jou en de gemeentelijke organisatie belast met de beantwoording van mijn vragen. Tevens realiseer ik me dat dit voor een raadslid niet de gebruikelijke weg is. Formeel heb ik de mogelijkheid om schriftelijke en mondelinge raadsvragen te stellen. Hoewel ik hoop dat je nog publiekelijk zult reageren, heb ik er alle begrip voor als je na deze reactie ons publieke debat als beëindigd beschouwt en mij wijst op de formele mogelijkheden die ik als raadslid heb.

 

Jan Willem Nanninga, fractievoorzitter PvdA Winsum

Het bericht Mantelzorg, onze gezamenlijke zorg (reactie op een reactie) verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Mantelzorg, onze gezamenlijke zorg (reactie op een reactie)

PvdA PvdA Bedum 08-02-2018 22:24

Een reactie van Jan Willem Nanninga op de reactie van Marc Verschuren naar aanleiding van de vorige column. Het is weer een column op zich geworden.

Beste Marc,

Hartelijk dank voor je reactie op mijn column/open brief onder de titel ‘Grenzen aan mantelzorg’. Ik vind het heel plezierig dat we op deze wijze publiekelijk met elkaar in debat kunnen gaan over een voor veel inwoners belangrijk onderwerp. Het brengt de politiek dichterbij onze inwoners dan de mogelijkheden die een raadsvergadering biedt. Daarom, en omdat ik sterke aandrang voel om op je reactie te reageren, volhard ik dan ook maar in ons publieke debat.

Laat ik beginnen met je laatste alinea. Daarin schrijf je dat je niet kunt garanderen dat een situatie zoals in ‘de Volkskrant’ is geschetst zich hier niet voor zou kunnen doen. Daar heb ik alle begrip voor, een 100% garantie is nooit te geven. Dat vraag ik echter ook niet. Wat ik, en met mij alle inwoners, mogen vragen is een zodanige inrichting en afstemming van de zorg dat risico’s tot een minimum zijn beperkt. Daarop blijf je mij het antwoord echter schuldig. Ik kom daar later op terug. In diezelfde laatste alinea schrijf je dat je wel kunt garanderen dat iedereen binnen de gemeenten zijn of haar stinkende best doet. Die indruk deel ik met je. Tijdens de gesprekken die ik heb met medewerkers van gemeenten en zorgprofessionals krijg ook ik de indruk dat iedereen de beste bedoelingen heeft en zijn stinkende best doet. Maar, het spijt me dat ik het moet zeggen, daar gaat het niet om. Het gaat om het resultaat en dat is kort gezegd optimale ondersteuning bieden aan mantelzorgers en hun netwerk, overbelasting voorkomen en oplossingen bieden in geval van een crisissituatie.

Even terug naar mijn open brief. Ik stelde daarin drie vragen. In mijn open brief zijn ze in de tekst verwerkt en daarom mogelijk niet nadrukkelijk genoeg naar voren gebracht. Ik zet ze daarom nog maar even op een rij:

Is hier voldoende aandacht voor welzijn en draagvlak van de mantelzorgers? Is hier sprake van een voldoende samenspel tussen de zorgprofessionals onderling (huisarts, wijkverpleegkundige, thuiszorg en steunpunt mantelzorg) en met de betrokken mantelzorgers? En als het dan onverhoopt toch tot een crisissituatie leidt, is de gemeente Winsum dan in staat om een individuele oplossing te bieden

In je reactie beantwoord je eigenlijk alleen mijn eerste vraag, zonder dat heel expliciet te doen. Laat ik daarom aan mijn eerste vraag nog een vraag aan toevoegen. Heeft mantelzorg in het perspectief van alle maatschappelijke ondersteuning, die de gemeente moet bieden, voldoende aandacht of sneeuwt dit onderdeel onder bij alle andere vormen van ondersteuning? Koppel deze vraag bij je beantwoording niet alleen aan de gemeentelijke organisatie, maar ook aan de integrale teams met medewerkers die minder op hun specialisme bevraagd worden. Vraag 2 wordt niet beantwoord. Wellicht moeilijk te beantwoorden, maar hoe zijn je ervaringen en wat doet de gemeente eraan om dit samenspel zo optimaal mogelijk te laten verlopen? Zijn er afspraken gemaakt, kennen de verschillende zorgprofessionals hun rol en verantwoordelijkheden? Ook vraag 3 blijft helaas onbeantwoord, terwijl de gemeente, volgens mij verplicht is een individuele oplossing of maatwerk te bieden in een dergelijke situatie.

Je sluit je reactie af met een prachtige zin. Ik citeer: ‘We moeten het samen doen, zeker als het tegenzit. Ons uitgangspunt is niet voor niets: Zorg voor elkaar’. Helemaal mee eens. Onze participatiesamenleving vraagt dat we voor elkaar zorgen en als we emotioneel iets verder van iemand met een beperking afstaan, op z’n minst enigermate op elkaar letten. Ik druk me wellicht wat moeilijk uit, maar ik bedoel dat als er bijvoorbeeld iemand met de ziekte van alzheimer bij je in de buurt woont, dat je in dat geval als buurtgenoot hem of haar toch wat in de gaten houdt en eens bij de mantelzorger binnenloopt voor een kopje koffie. Dat is echter niet vanzelfsprekend en roept een nieuwe en aanvullende vraag bij me op, namelijk:

‘Hoe realiseren we dat en welke rol ziet de gemeente hierin voor zichzelf weggelegd?’

Ik realiseer me dat ik jou en de gemeentelijke organisatie belast met de beantwoording van mijn vragen. Tevens realiseer ik me dat dit voor een raadslid niet de gebruikelijke weg is. Formeel heb ik de mogelijkheid om schriftelijke en mondelinge raadsvragen te stellen. Hoewel ik hoop dat je nog publiekelijk zult reageren, heb ik er alle begrip voor als je na deze reactie ons publieke debat als beëindigd beschouwt en mij wijst op de formele mogelijkheden die ik als raadslid heb.

 

Jan Willem Nanninga, fractievoorzitter PvdA Winsum

Het bericht Mantelzorg, onze gezamenlijke zorg (reactie op een reactie) verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Reactie van wethouder Marc Verschuren op open brief over de mantelzorg

PvdA PvdA Winsum 08-02-2018 10:04

Onlangs schreef Jan Willem Nanninga de column “Grenzen aan mantelzorg” in de rubriek “door de rode bril“. Wethouder Marc Verschuren (Winsum) heeft hierop gereageerd. Zijn reactie leest u hieronder.

Beste Jan Willem,

Dank voor je open brief. Via deze weg reageer ik daar graag op. Ook omdat mantelzorg de gemeente zeer aan het hart gaat. Mantelzorgers zijn onmisbaar in onze huidige samenleving. Deze mensen moeten we inderdaad koesteren.

Het verhaal in de column is een schrijnend voorbeeld waar de dilemma’s rondom mantelzorg overduidelijk boven komen. Iedere mantelzorger neemt zijn of haar taak met de beste intenties op zich. Helaas soms ook als dat ten koste van zichzelf gaat. Een mantelzorger herkent zichzelf niet altijd als mantelzorger en de zorg wordt vaak geleidelijk intensiever. Men wil er alles aan doen om de hulp tot een goed einde te brengen en soms lijkt er geen weg meer terug.

Er is echter ook een andere weg, zeker in de BMWE-gemeenten. Ons mantelzorgbeleid is er op gericht om mantelzorgers te ondersteunen, te waarderen en te ontzorgen. Daarvoor hebben we het Actieplan “Hoe helpen wij u te helpen” ontwikkeld. We vragen hiermee meer aandacht voor mantelzorg, zodat we (overbelaste) mantelzorgers eerder herkennen, maar ook zodat mantelzorgers zichzelf eerder herkennen als mantelzorger.

Er worden tal van instrumenten ingezet en we werken samen met organisaties, professionals en vrijwilligersorganisaties. Zo zijn er binnen de BMWE-gemeenten vier Steunpunten Mantelzorg. Deze vervullen een belangrijke rol in de ondersteuning van onze mantelzorgers.

Mantelzorgers kunnen zich laten registreren bij de Steunpunten, waardoor zij makkelijk contact houden en regelmatig op de hoogte worden gehouden van de mogelijkheden tot ondersteuning.

Als we signalen krijgen dat ergens de rek eruit is of dat er misschien extra aandacht nodig is, dan kunnen we vaak via het netwerk actie ondernemen.

Tegelijk moeten we ons ook realiseren dat mantelzorg vaak een privékwestie is. Veel mantelzorgers zitten, zeker in eerste instantie, helemaal niet te wachten op bemoeienis van de gemeente of andere instanties. Veel mantelzorgers zijn niet bij ons bekend en hebben hier ook helemaal geen behoefte aan. Als zich daar ineens een noodsituatie voordoet, zoals beschreven in het artikel, dan is ingrijpen en ondersteunen niet altijd eenvoudig.

Ik, noch mijn collega’s, kunnen niet garanderen dat de situatie zoals in de Volkskrant is beschreven, nooit in de huidige vier gemeenten of in de toekomstige gemeente Het Hogeland kan voorkomen. Wat ik wel durf te garanderen, en ik weet dat mijn collega-bestuurders van De Marne, Eemsmond en Bedum hier hetzelfde over denken, is dat we als gemeente, net als de mantelzorgers zelf en alle professionals en betrokken vrijwilligers, onze uiterste best doen om mensen zo goed mogelijk te ondersteunen.  Dat we vooral ook bekend maken waar men terecht kan voor die ondersteuning. We moeten het samen doen, zeker als het tegenzit. Ons uitgangspunt is niet voor niets: Zorg voor elkaar.

Marc Verschuren

Wethouder gemeente Winsum

 

Het bericht Reactie van wethouder Marc Verschuren op open brief over de mantelzorg verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Reactie van wethouder Marc Verschuren op open brief over de mantelzorg

PvdA PvdA De Marne 08-02-2018 10:04

Onlangs schreef Jan Willem Nanninga de column “Grenzen aan mantelzorg” in de rubriek “door de rode bril“. Wethouder Marc Verschuren (Winsum) heeft hierop gereageerd. Zijn reactie leest u hieronder.

Beste Jan Willem,

Dank voor je open brief. Via deze weg reageer ik daar graag op. Ook omdat mantelzorg de gemeente zeer aan het hart gaat. Mantelzorgers zijn onmisbaar in onze huidige samenleving. Deze mensen moeten we inderdaad koesteren.

Het verhaal in de column is een schrijnend voorbeeld waar de dilemma’s rondom mantelzorg overduidelijk boven komen. Iedere mantelzorger neemt zijn of haar taak met de beste intenties op zich. Helaas soms ook als dat ten koste van zichzelf gaat. Een mantelzorger herkent zichzelf niet altijd als mantelzorger en de zorg wordt vaak geleidelijk intensiever. Men wil er alles aan doen om de hulp tot een goed einde te brengen en soms lijkt er geen weg meer terug.

Er is echter ook een andere weg, zeker in de BMWE-gemeenten. Ons mantelzorgbeleid is er op gericht om mantelzorgers te ondersteunen, te waarderen en te ontzorgen. Daarvoor hebben we het Actieplan “Hoe helpen wij u te helpen” ontwikkeld. We vragen hiermee meer aandacht voor mantelzorg, zodat we (overbelaste) mantelzorgers eerder herkennen, maar ook zodat mantelzorgers zichzelf eerder herkennen als mantelzorger.

Er worden tal van instrumenten ingezet en we werken samen met organisaties, professionals en vrijwilligersorganisaties. Zo zijn er binnen de BMWE-gemeenten vier Steunpunten Mantelzorg. Deze vervullen een belangrijke rol in de ondersteuning van onze mantelzorgers.

Mantelzorgers kunnen zich laten registreren bij de Steunpunten, waardoor zij makkelijk contact houden en regelmatig op de hoogte worden gehouden van de mogelijkheden tot ondersteuning.

Als we signalen krijgen dat ergens de rek eruit is of dat er misschien extra aandacht nodig is, dan kunnen we vaak via het netwerk actie ondernemen.

Tegelijk moeten we ons ook realiseren dat mantelzorg vaak een privékwestie is. Veel mantelzorgers zitten, zeker in eerste instantie, helemaal niet te wachten op bemoeienis van de gemeente of andere instanties. Veel mantelzorgers zijn niet bij ons bekend en hebben hier ook helemaal geen behoefte aan. Als zich daar ineens een noodsituatie voordoet, zoals beschreven in het artikel, dan is ingrijpen en ondersteunen niet altijd eenvoudig.

Ik, noch mijn collega’s, kunnen niet garanderen dat de situatie zoals in de Volkskrant is beschreven, nooit in de huidige vier gemeenten of in de toekomstige gemeente Het Hogeland kan voorkomen. Wat ik wel durf te garanderen, en ik weet dat mijn collega-bestuurders van De Marne, Eemsmond en Bedum hier hetzelfde over denken, is dat we als gemeente, net als de mantelzorgers zelf en alle professionals en betrokken vrijwilligers, onze uiterste best doen om mensen zo goed mogelijk te ondersteunen.  Dat we vooral ook bekend maken waar men terecht kan voor die ondersteuning. We moeten het samen doen, zeker als het tegenzit. Ons uitgangspunt is niet voor niets: Zorg voor elkaar.

Marc Verschuren

Wethouder gemeente Winsum

 

Het bericht Reactie van wethouder Marc Verschuren op open brief over de mantelzorg verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.