De kern Nieuwstadt ligt geografisch in het zuidelijkste puntje van de Veiligheidsregio Limburg-Noord en hierdoor zullen de brandweer van Susteren en/of Echt worden gealarmeerd bij een calamiteit. Dit betekent een mogelijk risico op tijdverlies terwijl de bemande brandweerpost van Sittard om de hoek ligt. Recentelijk stelden we hierover vragen en de antwoorden leest u hier.

 

Limburg is opgedeeld in twee veiligheidsregio’s: Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN) en de Veiligheidsregio Zuid-Limburg (VRZL). De afgelopen maanden heeft de VRLN, waartoe de gemeente Echt-Susteren behoort, een drietal bijeenkomsten voor raadsleden georganiseerd om de zorgen en acties uit te leggen omtrent de paraatheid van de brandweer. Zelf volgde ik [Thijs Wetemans] zo’n bijeenkomst in de brandweerkazerne van Weert en ik was verbaasd over de enigszins strikte scheiding in werkgebieden tussen beide veiligheidsregio’s.

De huidige handelswijze van de brandweer bij een calamiteit is als volgt: op dit moment wordt zo goed mogelijk gemonitord wat de paraatheid van de posten is. De postleden geven telkens door of ze paraat zijn en bij te weinig paraatheid meldt de postcommandant de post ‘buiten dienst’. Bij een alarmering wordt die post dan overgeslagen. Het komt wel eens voor dat een post ‘in dienst’ staat maar toch te weinig beschikbare mensen heeft. De post wordt dan gealarmeerd maar pas na vier of vijf minuten - er reageren te weinig brandweermensen op het alarm – is duidelijk dat de brandweerauto niet kan uitrukken. Er wordt dan het volgende korps opgeroepen. Dit levert een stevig tijdverlies op.

Als ik deze theoretische situatie loslaat op een calamiteit in Nieuwstadt, dan bestaat het risico dat vrijwilligerspost Susteren wordt opgeroepen (staat ‘in dienst’) terwijl er juist op dat moment toch te weinig vrijwilligers beschikbaar zijn om uit te rukken. Na vier of vijf minuten wordt dan post Echt opgeroepen. Dit bevreemdt mij aangezien post Sittard sneller ter plekke zal zijn. Sterker nog, bij een calamiteit in Nieuwstadt zou m.i. telkens primair post Sittard opgeroepen kunnen (moeten?) worden en secundair post Susteren danwel post Echt. De snelste eenheid moet ter plaatse komen, ook al komt die uit een andere veiligheidsregio.

Tijdens de Chemelot-brand op 9 november 2015 bleek dat zelfs de communicatie tussen de VRZL en de VRLN niet zo vanzelfsprekend was. Inmiddels zijn er echter grote stappen gemaakt ten aanzien van het waarschuwen bij rookwolken en dergelijke. Maar op het gebied van spontaan fysiek samenwerken en het automatisch uitrukken naar een buurgemeente is nog nauwelijks tot geen sprake. Het is voor de kern Nieuwstadt daarom erg zuur dat de veiligheidsregio’s zo strikt zijn gescheiden en de VRZL pas bij een opgeschaalde calamiteit komt meehelpen. Dit baart mij ernstige zorgen omdat er kostbare minuten verloren kunnen gaan. Vandaar dat ik de volgende vragen stel.

 

Vraag 1: Is mijn beschrijving van de huidige handelswijze correct m.b.t. de alarmering van een post? Zo ja, onderkent u dan het beschreven risico op tijdverlies voor de kern Nieuwstadt? Zo nee, hoe verloopt de alarmering van posten op dit moment dan wel waardoor er geen tijdverlies is voor Nieuwstadt?

Antwoord: Ja, uw beschrijving van de huidige alarmeringswijze bij de brandweer is correct. Nieuwstadt ligt in het meest zuidelijke deel van de Veiligheidsregio Limburg Noord en grenst hierbij aan de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. In de Wet veiligheidsregio’s is de indeling van deze regio’s vastgelegd. Om geen essentiële tijd te verliezen bij een inzet van de brandweer zijn wij dan ook van mening dat de dichtstbijzijnde brandweerpost gealarmeerd moet worden, ook al is dit een post uit de andere veiligheidsregio.

 

Vraag 2: Hoe zou het college de samenwerking tussen de VRLN en de VRZL zelf willen omschrijven indien mijn geuite zorgen de plank volledig misslaan?

Antwoord: Beide veiligheidsregio’s werken steeds meer en beter met elkaar samen. Dit doet men op verschillende onderdelen. Zo zijn er al goede afspraken over eventuele incidenten in de VRZL waar onze gemeente effect van kan hebben (bijvoorbeeld Chemelot). Ook is de VRLN op verzoek van het Algemeen Bestuur bezig om te kijken waar regio-overschrijdend optreden meerwaarde heeft. Voor Nieuwstadt geldt dat de snelste eenheid ter plaatse moet komen, ook als deze uit de VRZL moet komen. Daarom zullen wij via de burgemeester in het bestuur van de VRLN aandringen op een (nog) betere afstemming tussen VRLN en VRZL.

 

Vraag 3: Indien het college het risico op tijdverlies voor Nieuwstadt onderkent: aan welke oplossing(en) denkt het college om dit risico op te heffen?

Antwoord: Wij zijn van mening dat de snelste eenheid van de brandweer ter plaatse moet komen. Samenwerking tussen de VRLN en VRZL is daarom cruciaal. Naast dit gegeven moeten wij ook onderkennen dat, zoals u reeds ook heeft vernomen, de paraatheid van de brandweer onder druk staat. Om dit probleem aan te pakken werkt de VRLN aan maatregelen om de paraatheid te verbeteren. Bij instemming van het bestuur op 5 juli 2019 zal per 1 september 2019 gewerkt gaan worden met het “TS-flex”-concept. Dit is een “uitruk op maat”-concept en betekent dat een Tankautospuit (TS) van de brandweer niet met 6 personen, maar met 4 personen mag/kan uitrukken. Dit biedt brandweerposten de gelegenheid om beter paraat en sneller inzetbaar te zijn. Daarnaast hoeven brandweerposten zich minder snel buiten dienst te melden. Het risico op tijdverlies wordt hiermee verkleind.

 

Vraag 4: Kan het college een streefdatum noemen waarop het risico op tijdverlies voor Nieuwstadt definitief is opgeheven?

Antwoord: Risico’s kunnen helaas niet geheel en definitief opgeheven worden. Er zullen altijd risico’s blijven bestaan. Om het risico op tijdverlies zo klein mogelijk te maken wordt een aantal zaken opgepakt. Zo zal er per 1 september 2019 gewerkt gaan worden met het TS-flex-concept. Daarnaast gaan we aandringen op een verbetering van samenwerking en afstemming tussen de VRLN en VRZL. Ook zullen we dit probleem blijven aankaarten in het bestuur van de VRLN.

 

Vraag 5: Wil het college de beantwoording van deze brief ook sturen naar het algemeen en het dagelijks bestuur van zowel de VRLN en de VRZL?

Antwoord: Om het probleem aan te blijven kaarten en opnieuw op de agenda te laten plaatsen zullen wij de beantwoording van deze brief door de burgemeester, als lid van het bestuur, laten sturen naar het algemeen bestuur van de VRLN. Aangezien onze gemeente geen deel uitmaakt van de VRZL zullen wij via de VRLN vragen om dit kenbaar te maken bij de VRZL.