Cees Bijl
Voor het Nedersaksisch geldt: er wordt aan gewerkt!
Met belangstelling heb ik in de krant van donderdag 29 november de bijdrage van Gerard Stout over het Nedersaksisch gelezen. Zijn betrokkenheid en suggesties waardeer ik. Laat ik, in reactie daarop, om te beginnen stellen dat ik slim wies ben met het convenant dat de provincies waar die taal gesproken wordt met het Rijk hebben gesloten. Daarmee zijn we verder dan ooit in de erkenning van de streektaal in Drenthe!
De ondertekening was op woensdag 10 oktober, dus zeven weken geleden. Inmiddels is het ambtelijk overleg tussen de provincies en het Rijk volop van start gegaan. Morgen, vrijdag 30 november, is het eerste bestuurlijke overleg. Dat overleg is gericht op het maken van afspraken over de manier waarop we de aandacht voor het Nedersaksisch vergroten. Het convenant zegt: om het imago van het Nedersaksisch te verbeteren en de gebruiksmogelijkheden te stimuleren en te versterken. De stichting SONT heeft al een plan aangedragen hoe dat verder vorm te geven.
En daar werkt Drenthe graag en volop aan mee. En dat laten we niet bij woorden. Zo heeft de Provincie Drenthe de komende twee jaar extra geld beschikbaar gesteld om bij het Huus van de Taol de kennis op het terrein van het Drents op peil te houden en te waarborgen voor de komende jaren.
Zodat ook studies als het recent verschenen onderzoek naar verkleinwoorden in het Drents in de toekomst kunnen worden uitgevoerd. En onlangs hebben we besloten om het Drèents Liedtiesfestival structureel te steunen om op die manier het Nedersaksisch op een toegankelijke manier onder de aandacht te brengen.
In het beleidsplan van het Huus van de Taol staat een reeks plannen om het Drents te bevorderen. Van toneel tot muziek, van onderwijs tot sociale media.
Op hoger niveau is er aan de RUG aandacht voor het Nedersaksisch, waarbij ook de relatie met onze buren over de grens niet vergeten wordt!
Kortom, er wordt aan gewerkt! Met passie en aandacht. En de provincie Drenthe is zunig op het Drents.
