Weg met die boeren (2)

Paul Wouters

Het is inmiddels een jaar geleden toen ik, net voor de verkiezingen, een column schreef over de wijze waarop onze boeren in de regio werden weggezet. Ze werden/worden vaak weggezet als gewetenloze managers van dierfabrieken. Ik zeg bewust ook werden. De grote hetze tegen de boeren in onze gemeente is wat neergedaald.

Ik denk niet dat dit komt doordat criticasters zich bewust geworden zijn van het feit dat er met hun emotionele toon en afschilderingen iets te behalen valt. Ik denk vooral dat het komt door een grotere groep inwoners die de boeren in onze gemeente wel een warm hart toe dragen en snappen met welke issues ze te maken hebben. Daarmee zeg ik niet dat ze geen zorgen hebben. Maar ze zien wel in dat deze zorgen opgelost kunnen worden door in gesprek te gaan in plaats van tegen over elkaar te staan.

Nu, een jaar na de verkiezingen, hebben we samen met de coalitie partijen CDA en VHP een nieuw bestemmingsplan en omgevingsvisie kunnen vaststellen waarin we de boeren meer ontwikkelingsruimte geven. Het is fijn om te zien dat het college en haar ambtenaren dit binnen een jaar hebben weten te realiseren.

Veel inwoners zullen zich nu zorgen maken dat de stallen dadelijk als paddenstoelen uit de grond schieten. Ik kan ze gerust stellen! De veehouderij, en vooral die in de provincie Brabant, hebben veel beperkingen om zich te ontwikkelen.

Denk aan de dierrechten, maximaal bouwblok van 1.5 hectare, fosfaatrechten, het Europees fosfaatplatfond, de programmatische aanpak stikstof (PAS), staldering, ammoniakregels, de Brabantse Zorgvuldigheidsscore (BZV), en dan nog niet te spreken over de verplichte duurzaamheidseisen die nu worden opgelegd door de provincie. Kortom het beeld dat de ontwikkeling onbegrensd is, is onjuist.

Laten we een belangrijker punt prioriteit geven: de stoppende boeren.

Wie beheert straks het landschap? Welke oplossing liggen er met betrekking tot duurzame energie en klimaat? Welke omschakelingen en herbestemmingen zijn er mogelijk? Binnenkort zijn er meer lege stallen dan lege kantoren, zo berekenden onderzoekers van Wageningen Universiteit onlangs. Je begint niet zomaar iets nieuws in het buitengebied, omschakelen is ook investeren. Dit zijn vraagstukken die beantwoord moeten worden voor een leefbaar en vitaal buitengebied.

Veel boeren worstelen met de toekomst. Een goed toekomstperspectief voor gestopte en stoppende boeren zal afhangen op welke wijze onze gemeente dit gaat faciliteren. Elke situatie is anders, er zal maatwerk moeten komen. Overal een camping en caravanstalling is geen oplossing.

Onze gemeente heeft nog maar 135 landbouwbedrijven. Binnen dit aantal zitten 6 kippenbedrijven, 26 varkensbedrijven, 59 melkvee/rundvee bedrijven, 26 paardenhouders, 10 tuinbouwbedrijven waarvan ook een groot aantal akkerbouwers. Laten we deze ondernemers koesteren en inzien wat ze bijdrage aan het landschap, economie, klimaatoplossingen en het voornaamste: ons voedsel!

Paul Wouters

Raadslid Bladel Transparant