Op 19 mei 2020 stelden wij Schriftelijke Vragen over de ruimte die nu gegeven wordt aan stoepplantjes en spontane vegetatie in Leiden. Zowel de Hortus Leiden als ook de stadsecoloog en de Leidse Milieuraad wijzen op het belang van stoepplantjes. Zo adviseert de stadsecoloog het volgende: “Ga in het beheer tolerant om met spontane vegetatie (“onkruid”) en zoek een beheerintensiteit en –wijze die de gebruiksfunctie waarborgt, maar ruimte laten voor vegetatie”. De Leidse Milieuraad doet als aanbeveling om spontane vegetatie te prefereren, hierover te communiceren met inwoners en voorlichting te geven. Tot nu toe beriep het college zich erop dat de openbare ruimte ‘schoon, heel en veilig’ moest zijn, en op de eerdere afspraak van het streven naar beeldkwaliteitsniveau B voor de openbare ruimte. Wij vinden dat stoepplantjes meestal geen enkele afbreuk doen aan het doel ‘schoon, heel en veilig’. Daarom pleiten wij voor een veel tolerantere opstelling ten aanzien van stoepplantjes en spontane vegetatie. Een eerste stap hierin kan zijn door het aanwijzen van verhardingsblokken waar stoepplantjes de ruimte krijgen en niet worden verwijderd. Deze verhardingsblokken moeten in samenspraak met de buurt worden aangewezen.