De ChristenUnie ging vrijdag 9 juni op werkbezoek bij de Dagopvanglocatie van het Leger des Heils. In Hoogeveen heeft het Leger des Heils een dagopvang, een huis voor jongeren (18+) met vier plaatsen en Interwonen, dat bedoeld is om in anderhalf jaar vaardigheden te verwerven die nodig zijn om zelfstandig te wonen dan weer door te stromen.
Hetty Pullen vraagt naar eenzaamheid onder de cliënten. ‘Uniek is hier,’ zo vertelde Lobke Kooistra, clustermanager, ‘dat we in dit kantoorgedeelte meteen inloop zijn voor de bewoners van de 17 appartementen die wij hier beheren. Dat geeft een stuk stabiliteit en gezelligheid aan onze bewoners, waarvan sommigen te kampen hebben met verslavingsproblematiek, sociaal-emotionele aandoeningen en schulden. En dat alles in gevarieerde combinaties. Wij zijn er om naast cliënten te staan want dat is de meest succesvolle manier om hun wensen voor een goed leven te helpen vorm te krijgen. En nee, daar is anderhalf jaar vaak niet genoeg voor.
Fractievoorzitter Wim Warrink informeert naar de samenwerking met de gemeente Hoogeveen. Nu immers Jeugdzorg, Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Participatiewet op het bordje van de gemeenten zijn gelegd is het Leger des Heils één van de organisaties waarbij Hoogeveen zorg inkoopt.
Directeur Elzo Edens: ‘De contacten zijn goed. Maar de organisatie van zorginkoop en verantwoording van gelden is nog erg arbeidsintensief.’ Renate Harkema, accountmanager, valt hem bij: ‘We hebben veel contracten met veel verschillende gemeenten; de verantwoording is vaak weer net even anders geregeld. Voor onze cliënten zoeken we vaak maatwerk. En dat met al die instanties goed regelen kost veel tijd en geld en geduld. Dat zou eenvoudiger moeten kunnen, op basis van vertrouwen.’
Twee bewoners zijn bereid ons een kijkje te geven in hun tweekamer appartement. Ze zijn blij met hun gezellige woonruimte en met de ondersteuning die ze ontvangen, zo blijkt. ‘Cliënten met een meer gecompliceerde hulpvraag en gedragsproblematiek zijn veel moeilijker te plaatsen,’ laat directeur Edens ons nog weten: ‘dat is een punt van aanhoudende zorg.’
