Nederland wordt wereldwijd geroemd om de efficiëntie van zijn landbouwsector, maar is die lof wel terecht? Het gaat zo slecht met de verscheidenheid aan plant- en diersoorten, dat de efficiëntie van onze landbouw in veel opzichten op roofbouw begint te lijken.

Uit onderzoek van Natuurmonumenten kwam naar voren, dat het aantal insecten in de Nederlandse natuur de laatste dertig jaarschrikbarend is afgenomen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek stelt dat de duurzaamheid van onze voedselproductie en onze biodiversiteit achterlopen in Europa. Ook moeten we concluderen dat het boereninkomen nog altijd een zorgenkindje is. Kortom: we hebben een zwakkere natuur en boeren verdienen nog altijd geen goede boterham. We boeren dus eerder achteruit, dan vooruit.

D66 is van mening dat een radicale verandering van onze wijze van voedsel produceren noodzakelijk én goed realiseerbaar is. We hebben veel vooruitstrevende landbouwkennis in huis. Laten we daar liever vandaag dan morgen wat mee doen.

Een nieuw succesmodel

Het Nederlandse ‘succesmodel’ leunt nu nog op de import van granen zoals soja en mais als diervoer. Granen die geplant zijn op akkers, waar geen voedsel voor mensen op kan groeien, maar waar wel bossen voor gekapt zijn. Bijzonder inefficiënt. Dieren eten drie tot zes kilo granen om één kilo vlees of eieren te produceren.

Gelukkig komen er voorbeelden op de markt waarmee deze verspilling wordt teruggebracht. Bij het Kipster-ei krijgen de kippen geen mais en soja meer, maar reststromen uit de productie van levensmiddelen. Voedzaam afval dat anders verbrand of weggegooid wordt. Bij het Oerei dat onlangs in de schappen verscheen, eten de kippen insecten die zijn gekweekt op voedselresten. Deze initiatieven komen uit de markt en zijn er niet op gericht om het bestaande systeem nog efficiënter te maken, maar duurzamer.

Niet kwantiteit, maar kwaliteit wordt het nieuwe antwoord: onderscheidende producten, toegevoegde waarden en een productie die de aarde niet belast, maar voedingsstoffen teruggeeft. We zouden een voorbeeld voor de hele wereld kunnen zijn. De vraag hoe we dit voor elkaar krijgen heeft een heel eenvoudig antwoord: Kringlooplandbouw. Dat betekent dat we niet alleen kijken naar het voer, maar ook zorgvuldiger omgaan met mest, de bodem en voedselverspilling terugdringen.

Overgang naar Kringlooplandbouw

Een overgang naar Kringlooplandbouw vereist dat we in de eerste plaats meer reststromen, het zogenaamde ‘afval’, aan dieren voeren. Nu is dat voor een groot deel verboden. Als we de wetgeving op dit vlak veranderen, is bijvoorbeeld 300.000 hectare minder soja nodig voor de aanbouw van varkensvoer.

Maar afval kan ook ingezet worden als voedingsbodem voor voedselproductie. Neem bijvoorbeeld Rotterzwam, waar koffiedik ingezet wordt als voedingsbodem voor de kweek van oesterzwammen. Koffiedik wordt anders verbrand, terwijl het nog veel voedingsstoffen bevat. Na de oogst is het koffiedik nog goed als mest te benutten. Thuis kun je hetzelfde doen: met de Growthkit. Verzamel het koffiedik in een emmer, voeg sporen toe en een paar weken later heb je op je eigen aanrecht zwammen gekweekt. Op https://www.rotterzwam.nl staat meer informatie.

In Dordrecht is overigens een vergelijkbaar initiatief. Oesterzwammen zijn zowel vers als gedroogd te koop bij Villa Augustus: https://villa-augustus.nl/oogst/post/117-oesterzwammen-van-dordtse-bodem-en-uit-ons-eigen-koffiedik.

Verbinden van wetgeving

De tweede stap is om alle wetgeving ten aanzien van voer, mest en bodem te verbinden. Het is namelijk verplicht om kunstmest aan te voeren en dierlijke mest weg te voeren van de boerderij. Dat doorbreekt een duurzame cirkel en is helemaal niet nodig.

De overheid moet alle geldstromen voor de landbouw inzetten om kringlooplandbouw te stimuleren. Subsidies voor boeren vanuit Europa worden dan ingezet om de bodem, het landschap en de biodiversiteit te verbeteren. Als we bijvoorbeeld boeren belonen om de bodem zodanig te behandelen dat deze CO2 vasthoudt, kan dat een grote bijdrage leveren aan het halen van klimaatdoelen. Op die manier werken we samen met de natuur in plaats van ertegenin.

Verder kunnen we de afstand die ons voedsel aflegt van boerderij naar tafel zo kort mogelijk maken. Iedere kilometer die een vrachtauto niet rijdt, vervuilt die ook niet. Een goed voorbeeld uit Rotterdam is Rechtstreex, dat alleen lokaal verbouwde groente levert.

Het model van Rechtstreex is dat rechtstreeks bij de boeren in de omgeving ingekocht wordt. Dit gebeurt aan de hand van online bestellingen. De bestelling kun je dan afhalen bij een afhaalpunt. Een van de boeren is het eerder genoemde Rotterzwam.

In Barendrecht is er een afhaalpunt in Smitshoek. Op https://www.rechtstreex.nl/smitshoek kun je hier meer over lezen en direct bestellen. TIP: ze hebben ook het lekkerste brood ter wereld! Het brood van de wereldkampioen broodbakken (uit Barendrecht) is ook te bestellen.

Politieke leiding

In dit stadium is politieke leiding cruciaal. D66 heeft vertrouwen in de toekomst, omdat we in het regeerakkoord hebben afgesproken om de overgang naar Kringlooplandbouw in te zetten. Deze toekomstvisie gaat alleen maar slagen als de verantwoordelijke minister Carola Schouten de logica ervan consequent doorvoert in wetten en subsidies.

D66 kijkt ook in Barendrecht op welke wijze we bij kunnen dragen. Met de veiling als grote werkgever in de regio, is dat voor Barendrecht extra belangrijk. U wijzen op de lokale ontwikkelingen is een eerste stap van de bijdrage van D66 Barendrecht in de ontwikkeling van kringlooplandbouw.

Kijkend naar die toekomst, waarin we een gezond klimaat en een duurzame voedselproductie willen, kunnen we alleen voorop blijven lopen door in te zetten op kringlooplandbouw. Met kringlooplandbouw halen we de klimaatakkoorden van Parijs op onze sloffen, omdat we de voedselproductie slimmer en duurzamer maken.

The post Kringlooplandbouw appeared first on Barendrecht.