Uit TROUW, MAANDAG 8 APRIL 2019

Brummen bestrijdt de eikenprocessierups niet langer met koolmezen: het geld is op

In Brummen zijn koolmezen ingezet om de eikenprocessierups te bestrijden. Een succes. Toch stopt de gemeente met de proef en dat is niet tot ieders vreugd.

De eikenprocessierups rukt op. Ook de gemeente Brummen ontsnapte niet aan de gevreesde rups met brandharen die flinke gezondheidsklachten kunnen veroorzaken.

Het Veluwse dorp probeerde van alles om de kleine kwelgeesten te verdrijven. Graag zo milieuvriendelijk mogelijk. Vorig jaar plaatste de gemeente 60 koolmezenkasten op plekken met veel rupsenoverlast, zoals de statige eikenlaan bij landgoed De Engelenburg.

Het werd een succes. Toch stopt de proef. De gemeente Brummen heeft er in 2019 geen geld voor over.

Dat nieuws kwam hard aan bij lokale natuurliefhebbers. De Brummense GroenLinks-afdeling besloot zelf de actie voort te zetten, samen met bewoners. "Sommige mensen waren echt woedend dat deze proef werd gestopt door de gemeente", vertelt GroenLinks-fractievoorzitter Hennie Beelen. De partij wist meer dan 140 mezenkasten te verkopen. "Verrassend veel."

Brummen is niet de enige gemeente die experimenteert met mezenkasten. In het hele land plaatsen gemeenten op strategische plekken koolmezenkasten om de eikenprocessierups een natuurlijke vijand te geven en de rupsenoverlast te beperken. Het wegzuigen van rupsen kost immers handenvol geld. Die bestrijdingswijze lijkt op die van asbestverwijdering, met mannen in pakken die zich moeten beschermen tegen dwarrelende brandharen.

Bezuiniging

Waarom stopte Brummen de proef? Het eenvoudige antwoord: de gemeente moet grootschalig bezuinigen in 2019. De bestrijding van de eikenprocessierups is duur. Met andere woorden: de rups rukt ook op in de gemeentebegroting. Het wegzuigen van de nesten kostte de kleine gemeente (20.000 inwoners) in 2017 26.000 euro. De kosten voor 2018, een topjaar voor eikenprocessierupsen, zijn nog niet bekend. Bovenop de kosten voor het wegzuigen kwam de rekening voor de mezenkasten: 15.000 euro.

"Het probleem: hoe meet je of de proef succesvol is", verwoordt gemeentewoordvoerder Gert-Jan van Dijk het dilemma van burgemeester en wethouders. "Voor ons was deze proef geslaagd als meer dan 50 procent van de mezenkasten bewoond zou zijn. Dat was zo. Een geslaagde proef dus. Tegelijkertijd moesten we op plekken met mezenkasten nog altijd 600 nesten laten wegzuigen. In 2018 hebben we in heel Brummen 6000 nesten laten wegzuigen."

Natuurvriendelijk

De situatie in Brummen roept de vraag op hoe effectief de mezenkasten zijn in de bestrijding van de eikenprocessierups. Is het meetbaar? Jan Spikker van het natuurvriendelijke bestrijdingsbedrijf Mees en Rups is duidelijk: "Het is een utopie te denken dat koolmezen alle rupsen opeten. Wij claimen overlastvermindering." Spikker werkt voor zes gemeenten. Brummen is afgehaakt. Jammer vindt hij dat.

Spikker werkte vroeger op de eikenprocessierups-zuigmachine. Dat werk botste met zijn overtuiging dat mensen moeten werken mét de natuur. De uitkomst: Mees en Rups. Het werk dat hij met zijn bedrijf doet, is niet per se goedkoper dan zuigen. Eikenprocessierupsbrandhaarden moeten worden gespot, liefst in de herfst. Het monitoren en reinigen van mezenkasten kost tijd, want haartjes kunnen in mezenkasten achterblijven en dan alsnog tot overlast leiden. Hij geeft zijn preventiewerk met lokaal gemaakte kastjes ook een sociale meerwaarde. "De kastjes in Brummen waren van Brummens hout, lokaal gemaakt door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt."

Bioloog Arnold van Vliet van Wageningen Universiteit is overtuigd van het nut van mezenkasten bij de bestrijding van de eikenprocessierups. Koolmezen, maar ook andere vogels, eten de rupsen graag. Ze zijn er genoeg. "In 2018 was er een spectaculaire toename van het aantal eikenprocessierupsen", vertelt hij. "We weten steeds meer over de rups. Dat mezen ook rupsenpoppen eten bijvoorbeeld. Verder vermoeden wij dat eikenprocessierupsen in de grond kruipen en daar jaren in verlengde diapauze leven."

Enkel mezenkasten plaatsen is volgens Van Vliet onvoldoende. Met collega's uit andere vakgebieden begon hij het Kenniscentrum Eikenprocessierups, bedoeld om actuele kennis te delen met boombeheerders zoals gemeenten. De eikenprocessierups is immers een jaarlijks terugkerende bron van irritatie en onkosten. "Vergeet niet dat ook de dennenprocessierups oprukt richting het noorden en dichtbij Nederland is", zegt hij. "Die geeft nog meer overlast."

Vlinders

Intussen 'doen veel gemeenten maar wat', merkt Van Vliet. Ze zouden moeten werken met een bestrijdingsstrategie voor het hele jaar, inclusief het monitoren van vlinders in het najaar. De koolmezenkasten kunnen volgens hem in zo'n strategie een bijdrage leveren, al moet wel met kennis van zaken worden gehandeld. "Mezenkasten hangen nu soms in boomsoorten waarin helemaal geen eikenprocessierupsen te verwachten zijn."

Het gebrek aan kennis is een probleem in Nederland. Maar is die kennis dan niet in het buitenland aanwezig? Daar komt de rups immers vandaan. Volgens Van Vliet kent juist Nederland een 'ongekende structuur van eiken' en is de bevolkingsdichtheid hier hoog. Mens en eikenprocessierups zitten elkaar dus sneller dicht op de huid. Met alle klachten van dien. Met het kenniscentrum, een vrijwilligersinitiatief, informeren Van Vliet en collega's boombezitters zoveel mogelijk. "Meer doen dan dat, dat trekken wij niet."

Gemeenten als Brummen zouden volgens Van Vliet gebaat zijn bij een nationaal plan van aanpak. "De eikenprocessierups gaat niet meer weg. Maar nationaal gecoördineerde beheersing is sinds de jaren negentig nooit goed van de grond gekomen. Het is voor overheden vaak een sluitpost op de begroting. Gezien de urgentie van de problematiek en de hoge kosten is krachtenbundeling nodig. Die zou de overheid op zich moeten nemen."

Juridische haken en ogen

In de Brummense politiek kan de eikenprocessierups in elk geval op aandacht rekenen in 2019. "Wij willen de mezenkasten terug in de begroting krijgen", zegt Beelen. De GroenLinks-actie heeft volgens de gemeente juridische haken en ogen, zoals de veiligheid van mensen als ze kasten ophangen in gemeentelijke bomen. Gemeentewoordvoerder Van Dijk vertelt dat burgemeester en wethouders met de burgers (vertegenwoordigd in de wijkraad) wil praten over de voortzetting van het mezenkastproject. Maar, zo onderstreept hij: "Het is aan de gemeenteraad."

In Brummen hangen intussen meer mezenkasten dan ooit. Ook de gemeentelijke rupsenzuiger staat paraat. Of de kasten op de juiste plekken hangen, zal de tijd leren. Het plaatsen van vlindervallen in de herfst zou helpen te ontdekken waar eitjes van de eikenprocessierups zijn achtergelaten, zegt Spikker. Daar kunnen dan mezenkasten worden opgehangen. Gouden handel? "Booming business is mijn werk niet", stelt Spikker. "Gemeentebudgetten zijn bovendien laag."

Maar dat kan veranderen de komende jaren. De eikenprocessierups gaat immers niet meer weg. De mezenkastenactie in armlastig Brummen leert dat inwoners desnoods een handje helpen bij natuurlijke bestrijding. Van Dijk: "En dat wordt gewaardeerd."

In het hele land

Voor 1980 was de eikenprocessierups zeldzaam in Nederland. Via Noord-Brabant en een deel van Limburg veroverde de soort langzaam maar zeker de rest van het land. De soort komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa. In bijna alle Nederlandse provincies plant de rups zich inmiddels voort. Hoeveel rupsen er zijn is lastig vast te stellen. Het aantal verschilt sterk van jaar tot jaar.

Lees het volledige artikel uit Trouw verder onder "meer lezen"