Met vaste tussenpozen doet het halfjaarlijkse D66-congres Breda aan. Breda is de geboorteplaats van de Amsterdammer mr. H.A.F.M.O. van Mierlo, oprichter van de partij. In het Chassétheater was ik zelf nog nooit geweest. Voor een stad als Breda vind ik de accommodatie zeker niet onderbemeten. Aan de opkomst is niet te merken dat het met D66 in de peilingen even wat minder gaat. De opkomst werd geschat op 1.400 mensen. Het is een vergadermachine waar menige organisatie een puntje aan kan zuigen. Na 109x krijg je als bestuur ook wel een idee wat leuk, leerzaam en effectief vergaderen is. Wat zou ik blij zijn geweest als er in mijn werk ook maar een kwart van zou zijn overgenomen! Niet alle besluiten die werden genomen hebben ook mijn stem gehad. Het mooie van democratie is dat je een (afwijkende) mening mag hebben, mag uiten en mag houden. Bij de overheid en in het bedrijfsleven wordt daar niet altijd even positief op gereageerd.

Over de inhoud kunt u op allerlei plaatsen in de media betrouwbare en minder betrouwbare berichten lezen. Het thema was kansengelijkheid. Dat begint een heikel onderwerp te worden, sinds rijk en arm steeds verder uit elkaar groeien en verheffing van het volk door opleiding aan zijn grenzen zit. Hoe je er ook tegenaan kijkt, het is geen onderwerp voor quick wins. D66 is een sociaal-liberale partij. Beide aspecten kwamen ruim aan bod.

Zwervend over het congres werd ik aangesproken voor allerlei mensen. En omgekeerd. Het is allemaal zeer laagdrempelig. Je kunt je gewoon mengen in een gesprek met een wethouder, burgemeester, staatssecretaris of minister. Mits je iets zinnigs te vertellen hebt zijn ze allemaal geïnteresseerd in je argumenten en je mening. Het eerste D66-congres dat ik bezocht was in 1978 in Dordrecht. Toen pasten we makkelijk in een zaaltje achteraf. Ik reed met een vriendje met een deftige naam mee in een antieke Peugeot 203. Om nooit te vergeten. Gisteren werd de reis vanuit Vlijmen gemaakt in een 21 jaar oude, gewezen directie-SAAB. Zo oud is zelfs de SAAB van Mark Rutte niet. Carpooling is hier bijna een must en gezellig bovendien.

In de basis zijn de meeste D66-ers gewoon aardige mensen. Een enkeling vertoont bekend irritant vergadergedrag, waardoor de voorzitter moet ingrijpen met de opmerking ‘wilt u uw punt maken?’ Ik heb met bewondering gekeken en geluisterd naar vrouwelijk politiek talent en naar wijze oude mannen. Een jonge vrouwelijke moderator verdedigde de microfoon als een leeuwin, wetende dat als je de microfoon kwijt bent, dat je dan ook de regie kwijt bent. Er waren bekende sprekers in het hoofdprogramma, maar ook onbekende in de nevensessies, die het publiek helemaal stil kregen. Mensen die je maar half-half of zelfs helemaal niet kent betonen zich interessante gesprekspartners. Er zijn ook altijd mensen die zich erg belangrijk vinden en doen alsof ze je niet kennen en je dus niet zien staan. Die kan ik missen als kiespijn. Waarom weet ik niet, maar toevallig zijn dat meestal vrouwelijke wethouders. Die zijn voor mij de zwarte rafelrandjes van de politiek. Je hebt ze overal.

Iets later in november vindt (ieder jaar) in Rotterdam de Betondag plaats. De opzet en omvang zijn ongeveer hetzelfde als het najaarscongres van D66, met twee kleine verschillen, er wordt op de Betondag niet gestemd of besloten en de entreeprijs is het vijfvoudige. Maar als het gaat om de kwaliteit van het samenzijn en de interactie wint D66 met straatlengte voorsprong. Het congres van D66 geeft me energie voor een half jaar. Van de Betondag moest ik altijd een halve week fysiek en mentaal herstellen. Wat jammer toch dat er maar zo weinig mensen een kwalitatieve vergelijking kunnen maken ….