Sjaak Kruis constateert dat er in de huidige gemeenteraad steeds minder naar breed gedragen compromissen wordt gezocht. Een blog over omgaan met tegenstrijdige belangen.

Op een in de NRC van 12 januari 2019 gekochte pagina verwijt Cees Okkerse van de Stichting “Lelystad Airport moet door” de “milieulobby” alsnog de in de 80-er jaren spelende vertraging van de spoorlijn, die uiteindelijk niet door, maar om de Oostvaardersplassen heen werd aangelegd. Hij is er met terugwerkende kracht nog verbolgen over. Hij trekt een parallel met de gang van zaken rond Lelystad Airport. “Laat je leiden door de feiten”, adviseert hij premier Mark Rutte, en: “een betrouwbare overheid is niet een voorrecht van de tegenstanders.” Een goed advies, hoewel het voor mij heel anders uitwerkt dan voor Okkerse c.s.

Op 1 januari 1980 kwam ik naar Lelystad. Ik ging werken bij de toenmalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP). De gemeente Lelystad was net ingesteld. Het credo in dit gebied was voor velen “God schiep hemel en aarde, en de RIJP Flevoland”. Er was nog geen volwaardige democratische structuur. Er was letterlijk ruimte zat. Functies en mensen zaten elkaar nauwelijks tot niet in de weg.

Inmiddels is Lelystad 52 jaar oud. Het gemeentelijke grondgebied wordt volledig benut. De relaties met de omgeving worden steeds groter. We maken onderdeel uit van het noordelijk deel van de randstad. Er kan nog steeds veel, maar de stad en haar omgeving zijn in veel opzichten steeds “gewoner” aan het worden. En dat betekent dat er vaker conflicterende belangen zijn. Een voorbeeld is de relatie tussen natuur/landschap en de ontwikkeling van grootschalige economische activiteiten, zoals Lelystad Airport. Voor de start- en landingsbaan is een ecologische verbindingszone onderbroken. De afrit vanaf de snelweg scheert langs De Burchtkamp, een klein vogelgebiedje waarvan de vraag is of het kan blijven functioneren. Er blijft twijfel over de gevolgen van de luchtvaart voor de vogels in en rond de Oostvaardersplassen.

“Lelystad krijgt niets cadeau”, citeerde de Stentor rond de jaarwisseling burgemeester Ina Adema. Dat duidt er wat mij betreft vooral op dat we in deze stad nog om moeten leren gaan met strijdige belangen. Dat we wegen moeten vinden om met elkaar tot compromissen te komen over ontwikkelingen, waarbij we ook simpelweg rekening houden met elkaar. In de gemeenteraad hoor ik tegenwoordig nogal eens een collega over de inbreng van een ander zeggen: “Daar gáát het nu niet om.” Dat moge dat raadslid vinden. Als er voor de ander wel een verband is heb je daar samen, als het enigszins kan, rekening mee te houden.

In lange processen, zoals Lelystad Airport, kom je niet verder op basis van louter beloften en opvattingen uit het verleden. De wereld verandert snel. Toen eerdere besluiten werden genomen was de ernst van de klimaatproblematiek bijvoorbeeld nog minder helder. En als besluiten op onjuiste gronden, of vanwege actuele kennis, moeten worden herzien, dan hoort dat bij het proces. Dat gaat niet over populistische stemmingmakerij of moedwillige vertraging. Dat gaat over de feiten. En dan is het beter ten halve te keren dan ten hele te dwalen.

De kracht van goede democratische besluitvorming zit in het rekening houden met minderheden en steeds weer opnieuw de vraag beantwoorden of het te nemen besluit ook na langere tijd nog steeds verstandig is. Zo functioneert een betrouwbare overheid.

Juist dat maakt dat politici niet moeten streven naar besluiten op basis van een meerderheid van 50% plus één, maar op het maximaliseren van draagvlak. Dat gebeurt in de Lelystadse gemeenteraad nu steeds minder vaak. En daar maak ik mij zorgen over.