Om met elkaar over te hebben.
Mooi verwoord door Don Ceder.
Don CederDeze week is de Week van het Leven. Met de campagne ‘Open je ogen voor het ongeboren leven’ wordt aandacht gevraagd voor de Nederlandse abortusgrens van 24 weken (5,5 maanden zwangerschap).
Ik heb 6 jaar geleden in mijn afstudeeronderzoek gedaan naar deze 24 weken grens en hoe het juridisch is geregeld. Abortus is en blijft 1 van de moeilijkste onderwerpen om over te praten in Nederland.. en toch probeer ik het bespreekbaar te maken omdat elk leven waardevol is en ik vind dat we het gesprek als samenleving met elkaar respectvol moeten kunnen voeren.
- 24 weken Grens
In Nederland mag een abortus onder voorwaarden tot een bepaalde grens uitgevoerd worden. Deze grens is volgens de wet de levensvatbaarheidsgrens (het moment waarop kinderen na een (vroeg)geboorte zelfstandig buiten de baarmoeder kunnen overleven). Het is een misverstand dat wet spreekt over een 24 weken grens.
In het desbetreffende wetsartikel, artikel 82a Wetboek van Strafrecht (Sr), staat iets anders:
Artikel 82a Sr: ‘Onder een ander, of een kind bij of kort na de geboorte, van het leven beroven wordt begrepen: het doden van een vrucht die naar redelijkerwijs verwacht mag worden, in staat is buiten het moederlichaam in leven te blijven.’
In 1983 is de Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ) aangenomen door de Tweede Kamer. In de (memorie van) toelichting van deze wet stond de volgende uitleg:
‘ (..) het doden van een vrucht die naar redelijkerwijs verwacht mag worden in staat is buiten het moederlichaam in leven te blijven. Deze laatste formulering is aldus gekozen, omdat het levensvatbaar zijn van een vrucht pas onomstotelijk kan worden vastgesteld, nadat deze levend ter wereld is gebracht en – mogelijk dankzij de geboden medische verzorging – in leven is gebleven. Waar het dus om gaat, is dat het doden van een vrucht op zodanig tijdstip, dat zij naar ervaringsregels, gezien de stand van de medische wetenschap, een redelijke kans maakte – ter wereld gekomen – in leven te blijven, wordt gelijkgesteld aan opzettelijke levensberoving en aan een misdrijf tegen het leven gericht, als bedoeld in Titel XIX van het Tweede boek van het Wetboek van Strafrecht.’
De wetgever heeft dus bij het invoeren van de WAZ geen onveranderlijke abortusgrens van 24 weken bedoeld. ‘24 weken’ wordt ook helemaal niet genoemd in het wetsartikel. Waar komt dit getal dan vandaan? Na onderzoek naar de levensvatbaarheid toendertijd is, op grond van medische inzichten op dat moment, vastgesteld dat de levensvatbaarheid toen op 24 weken stond.
De wetgever licht deze keus toe in de Memorie van Toelichting:
‘Wat betreft de nadere precisering van de zwangerschapsduur waarbij aangenomen moet worden dat de vrucht levensvatbaar is, dient overwogen te worden dat bij de huidige stand van de medische wetenschap vruchten van minder dan 24 weken als niet levensvatbaar beschouwd worden..‘
De 24 weken grens zoals wij die nu kennen, is dus een momentopname van de toenmalige stand van de medische wetenschap in 1978. De wet heeft echter een andere grens, namelijk de levensvatbaarheidsgrens, ongeacht wanneer levensvatbaarheid mogelijk zou kunnen zijn.
In de laatste 35 jaar is er zoals u zich kunt voorstellen grote vooruitgang geboekt binnen de medische wetenschap, waardoor er al jaren levensvatbare kinderen onder 24 weken worden geboren.
In april 2011 verscheen er in de media een nieuwsbericht omtrent de geboorte van een Duits meisje genaamd Frieda Mangold. Frieda kwam op 7 november 2010 na een zwangerschap van 21 weken en 5 dagen levensvatbaar ter wereld. Vandaag de dag is zij kerngezond verklaard door haar artsen.
Dat Frieda het overleefde was geen eenmalig incident; over de gehele wereld worden er jaarlijks vele levensvatbare kinderen geboren onder de 24 weken. In 2014 is in Texas Lyla Stensrud na 21 weken en 4 dagen geboren en ook zij is kerngezond; hiermee is Lyla het jongste (gedocumenteerde) kind ooit dat levensvatbaar ter wereld is gekomen.
Dit alles betekent niet dat vroeggeboortes tegenwoordig gevrijwaard zijn van complicaties. Statistisch gezien is de kans op overleven bij zo een vroege geboorte klein. Ook is de kans op blijvende complicaties veel groter naarmate een kind eerder ter wereld komt. De kinderen die het overleven tonen echter wel aan dat de levensvatbaarheidsgrens onder de 24 weken ligt en dat de overheid volgens haar eigen wetgeving zou moeten beschermen.
Concluderend is het Nederlands abortusbeleid momenteel dus in strijd is met de tekst van de Nederlandse wet. Ethisch gezien is er, ook bij voorstanders van een vrije abortus tot de levensvatbaarheidsgrens, een hele ingewikkelde ontstaan waarbij potentieel levensvatbare kinderen geaborteerd kunnen worden, iets wat de wetgever en de Tweede Kamer juist beoogde te voorkomen. Een aanpassing lijkt daarom na 35 jaar nodig om zo weer in lijn te komen met wat de wetgever destijds beoogde.
Het verschuiven van de 24 weken grens is natuurlijk niet dè oplossing en antwoord op een veel bredere discussie die we als maatschappij met elkaar zouden moeten voeren, namelijk die van de waarde van het (ongeboren) leven.
Er worden in Nederland jaarlijks zo een 30.000 abortussen uitgevoerd en ongeveer 1 op de 7 zwangerschappen in Nederland eindigt in een abortus. Ik denk dat deze cijfers een maatschappelijk gesprek rechtvaardigen.
Het aanpassen van de 24 weken grens zorgt ervoor dat de bescherming van het ongeboren leven zoals Nederland deze heeft verankerd in wetgeving op de juiste wijze wordt gerespecteerd. Daar kan geen enkel persoon, ongeacht politieke kleur, op tegen zijn lijkt mij.
Ik hoop dat we anno 2018 als samenleving en politiek klaar voor zijn om met elkaar een goed en respectvol gesprek te voeren over de beschermwaardigheid van het (ongeboren) leven.