In 2017 was 4 procent van de jongeren in Nederland van 15 tot 25 jaar niet aan het werk, en volgde ook geen opleiding. Dat komt neer op 84 duizend jongeren. Dit blijkt uit recent CBS-onderzoek op basis van de Enquête beroepsbevolking. Van de jongeren in Nederland die niet werken én geen onderwijs volgen geeft 43% aan dat ze niet willen of kunnen werken. Deze groep staat het verst af van de arbeidsmarkt. Voor degenen die niet willen of kunnen werken is ziekte of arbeidsongeschiktheid de meest voorkomende reden. Dit baart het CDA Rijswijk zorgen. “Thuiszitten is wat het CDA Rijswijk betreft geen optie. Jongeren moeten de kansen en mogelijkheden krijgen en benutten om een goeie zelfstandige toekomst op te bouwen. School en/of (passend) werk is hier wat CDA Rijswijk betreft een onlosmakelijk onderdeel van”, aldus raadsleden Johanna Besteman en Annemie Koegler. De CDA-fractie heeft daarom schriftelijke vragen gesteld om duidelijk te krijgen of, en zo ja hoeveel, Rijswijkse jongeren in de leeftijd 15 tot 25 jaar thuiszitten zonder werk en/of opleiding. Daarnaast hebben zij het college verzocht om geïnformeerd te worden over welke aanpak in Rijswijk gehanteerd wordt voor deze jongeren en wat de achterliggende redenen zijn waarom jongeren niet werken en ook geen opleiding volgen. Schriftelijke vragen aan het college: 1. Is het college het met het CDA eens dat het voor jongeren van essentieel belang is dat zij een goede toekomst voor zichzelf moeten kunnen opbouwen? En dat school en/of werk daar een onlosmakelijk onderdeel van is? 2. Is het college het met het CDA eens dat zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat jongeren in Rijswijk niet werken en ook geen opleiding volgen? 3. Zijn er Rijswijkse jongeren in de leeftijd 15 tot 25 jaar die thuiszitten zonder werk en/of opleiding? 4. Zo ja, hoeveel Rijswijkse jongeren tussen de 15 tot 25 jaar zitten thuis zonder werk en/of opleiding? 5. Hoeveel van die jongeren zijn nog leerplichtig? 6. Kan het college ons informeren over welke aanpak in Rijswijk gehanteerd wordt voor die jongeren? En welke (aanvullende) maatregelen mogelijk zijn wanneer de aanpak niet tot het gewenste resultaat leidt? 7. Kan het college ons informeren over de achterliggende redenen waarom jongeren niet werken en ook geen opleiding volgen?