Poliflw

De VSP heeft eind januari 2019 artikel 40 -vragen gesteld, inzake de Verzilverlening.

Wij hebben daarop op 5 maart jl. antwoord gekregen.

De VSP kan zich niet vinden in de beantwoording van haar vragen en de wijze waarop het college de Verzilverlening eventueel aan haar burgers zou willen aanbieden. Pas bij de evaluatie van de Blijverslening eind 2019 wil het college serieus kijken naar de Verzilverlening.

Omdat het college een serieus onderzoek naar de Verzilverlening op korte termijn nalaat, heeft de VSP zelf een en ander uitgezocht. Uit ons onderzoek blijkt dat de Verzilverlening substantieel afwijkt van de Blijverslening en dat door het college appels met peren worden vergeleken.

De VSP heeft eens uitgezocht wat de blijverslening inhoud nl;

Ouderen, die in hun huidige woning willen blijven, kunnen een lening krijgen van het SVn (zelfde organisatie als van de verzilverlening!) om hun huis aan te passen, zodat ze daar, voorbereid op ouderdomsgebreken, kunnen blijven wonen.

Dit is zowel voor ouderen, die een huis bezitten als zij die een huis huren. Belang van de Gemeente is dat ouderen langer thuis willen en kunnen blijven wonen.

De condities zijn als volgt nl:

1) Geld moet worden besteed aan verbeteringen aan de woning,

2) Lening moet per maand worden terugbetaald, dus de maandlasten gaan omhoog.

3) Er moet een offerte worden overlegd van een aannemer. Dus bewijs hoe het geld wordt besteed!

4) Indien er wordt gehuurd is het consumentenkrediet met een hogere rente, dan bij het bezit van een eigen huis (ongelijke behandeling!),

5) Bij consumentenkrediet melding bij het BKR. (Kunnen daarna dus niets meer lenen).

Bij de verzilverlening kan de huizenbezitter met overwaarde een bedrag lenen tegen een zeer lage rente (1), zelf bepalen waar het geld aan uitgegeven wordt (2) en zijn maandlasten gaan niet omhoog (3) zolang men in de koopwoning blijft wonen.

Pas bij verkoop van het huis wordt de lening en rente verrekend. Geen verplichtingen aan wie dan ook en ook geen betutteling! De meeste ouderen kunnen zelf wel bepalen waar zij hun geld aan uitgeven.

Het zijn dus twee totaal verschillende producten en invoering van de Verzilverlening hoeft dus helemaal niet te wachten op een evaluatie van de Blijverslening.

De VSP komt op voor de ouderengroep en wenst ook serieus antwoord te krijgen op vragen die in het belang van deze groep moeten worden gesteld. De Verzilverlening is een leenproduct met uitstekende condities, die spaarzame ouderen in staat stelt in de laatste levensfase nog optimaal te kunnen laten genieten van hun opgebouwde vermogen, zonder verhoging van maandelijkse lasten.

Wij stellen dus wederom artikel 40 vragen nl:

1) Is het college bereidt om de Verzilverlening op korte termijn (voor het zomerreces) aan te bieden aan haar inwoners?

2) Bent u er bereidt om de verordening op korte termijn aan te passen en de Verzilverlening in op te nemen?

Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.

Margret Stolk,

namens de VSP

De VSP heeft eind januari 2019 artikel 40 -vragen gesteld, inzake de Verzilverlening. Wij hebben daarop op 5 maart jl. antwoord gekregen. De VSP kan zich niet vinden in de beantwoording van haar vragen en de wijze waarop het college de Verzilverlening eventueel aan haar burgers zou willen aanbieden. Pas bij de evaluatie van de Blijverslening eind 2019 wil het college serieus kijken naar de Verzilverlening. Omdat het college een serieus onderzoek naar de Verzilverlening op korte termijn nalaat, heeft de VSP zelf een en ander uitgezocht. Uit ons onderzoek blijkt dat de Verzilverlening substantieel afwijkt van de Blijverslening en dat door het college appels met peren worden vergeleken. De VSP heeft eens uitgezocht wat de blijverslening inhoud nl; Ouderen, die in hun huidige woning willen blijven, kunnen een lening krijgen van het SVn (zelfde organisatie als van de verzilverlening!) om hun huis aan te passen, zodat ze daar, voorbereid op ouderdomsgebreken, kunnen blijven wonen. Dit is zowel voor ouderen, die een huis bezitten als zij die een huis huren. Belang van de Gemeente is dat ouderen langer thuis willen en kunnen blijven wonen. De condities zijn als volgt nl: 1) Geld moet worden besteed aan verbeteringen aan de woning, 2) Lening moet per maand worden terugbetaald, dus de maandlasten gaan omhoog. 3) Er moet een offerte worden overlegd van een aannemer. Dus bewijs hoe het geld wordt besteed! 4) Indien er wordt gehuurd is het consumentenkrediet met een hogere rente, dan bij het bezit van een eigen huis (ongelijke behandeling!), 5) Bij consumentenkrediet melding bij het BKR. (Kunnen daarna dus niets meer lenen). Bij de verzilverlening kan de huizenbezitter met overwaarde een bedrag lenen tegen een zeer lage rente (1), zelf bepalen waar het geld aan uitgegeven wordt (2) en zijn maandlasten gaan niet omhoog (3) zolang men in de koopwoning blijft wonen. Pas bij verkoop van het huis wordt de lening en rente verrekend. Geen verplichtingen aan wie dan ook en ook geen betutteling! De meeste ouderen kunnen zelf wel bepalen waar zij hun geld aan uitgeven. Het zijn dus twee totaal verschillende producten en invoering van de Verzilverlening hoeft dus helemaal niet te wachten op een evaluatie van de Blijverslening. De VSP komt op voor de ouderengroep en wenst ook serieus antwoord te krijgen op vragen die in het belang van deze groep moeten worden gesteld. De Verzilverlening is een leenproduct met uitstekende condities, die spaarzame ouderen in staat stelt in de laatste levensfase nog optimaal te kunnen laten genieten van hun opgebouwde vermogen, zonder verhoging van maandelijkse lasten. Wij stellen dus wederom artikel 40 vragen nl: 1) Is het college bereidt om de Verzilverlening op korte termijn (voor het zomerreces) aan te bieden aan haar inwoners? 2) Bent u bereidt om de verordening op korte termijn aan te passen en de Verzilverlening in op te nemen? Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet. Margret Stolk, namens de VSP

Photos from Verenigde Senioren Partij Dordrecht's post

Dhr. Wisker en mevr. Stolk

van de fractie VSP Dordrecht

p/a Voorstraat 367

3311 CT DORDRECHT

Datum31 januari 2019

Ons kenmerk2238316

BetreftBeantwoorden artikel 40-vragen inzake politiebureau Krispijn

Burgemeester

Spuiboulevard 300

3311 GR DORDRECHT

T (078) 770 4111

F (078) 770 5192

www.dordrecht.nl

Geachte heer Wisker en geachte mevrouw Stolk,

Bij brief van 28 januari 2019, heeft u op grond van artikel 40 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad namens de fractie Verenigde Senioren Partij. vragen gesteld inzake het politiebureau in Krispijn. Gezien het onderwerp beantwoord ik deze vragen als burgemeester vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid en als plaatsvervangend regioburgemeester van de regionale eenheid Rotterdam.

Ik beantwoord uw vragen als volgt.

Vraag 1.Is het college van ervan op de hoogte dat, de huidige minimale bezetting van de post in strijd is met de afspraken die in het verleden zijn gemaakt over het volledig open en in bedrijf houden van deze post? Het is u waarschijnlijk bekend dat, het volledig bureau er staat met meldkamer, cellencomplex, garages e.d. Het bureau heeft naar ons idee geen functie meer en staat leeg. Kan het college aangeven wat de bestemming is voor dit bureau? Permanente leegstand of herbestemming?

Antwoord

Voor het bureau in de wijk Krispijn is reeds in 2014 afgesproken om dit als steunpunt in te richten. Er zijn in het verleden in overleg met de bewonersorganisatie afspraken gemaakt dat het steunpunt 2 keer per week op bepaalde tijden zou worden opengesteld, maar dat er geen sprake zou zijn van een dagelijkse openstelling. De politie betreurt het dat zij niet vooraf in overleg is getreden met de bewonersorganisatie toen recent besloten werd tot aanpassingen van de spreekuren.

De inrichting van het steunpunt in Krispijn is de afgelopen jaren verder niet veranderd. Het pand is eigendom van de politie en staat niet op de nominatie om afgestoten te worden. De wijkagenten zijn aanwezig op de inspreekmomenten. De nieuwe inspreekmomenten zijn m.i.v. 14 februari bepaald op donderdagen van 16.00 tot 19.00 uur.

Ik ben zeer verheugd dat er vanaf medio mei dit jaar extra aspiranten zullen gaan werken vanuit het steunpunt. Binnen de eenheid Rotterdam worden een aantal leerbureaus ingericht waar over een periode van een aantal jaren in totaal 800 extra mensen worden opgeleid. Het bureau in Krispijn is één van deze leerbureaus van waaruit aspiranten gedurende een periode van 4 maanden praktijkervaring op doen. Na deze periode gaan ze weer 4 maanden naar school waarmee er weer ruimte ontstaat voor een nieuwe lichting aspiranten.

De aspiranten zijn agenten in opleiding die op diverse thema's in de wijken in heel Zuid-Holland Zuid inzetbaar zijn en dagelijks opereren vanuit het bureau in Krispijn. Dit kan in de komende jaren oplopen tot een groep van ca. 40 personen.

Vraag 2.Bent u met ons eens dat deze wijk een veiligheidsrisicogebied is en daarom extra aandacht en inzet nodig heeft?

Antwoord

De wijk Krispijn is geen veiligheidsrisicogebied zoals bedoeld in artikel 151b Gemeentewet. Delen van de wijk zijn in het verleden wel onderdeel geweest van een veiligheidsrisicogebied waar preventief gefouilleerd mocht worden. Op dit moment is er geen aanleiding om opnieuw een gebied aan te wijzen.

De politie is aanwezig in de wijk met drie wijkagenten die bekend zijn met wat er speelt in de wijk. Risicolocaties in de wijk worden door de wijkagenten meegenomen in de reguliere surveillance.

Vraag 3.Klopt het dat de communicatie hierover met de bewoners en de organisatie zich heeft beperkt is tot een mededeling en NIET tot een overleg?

Antwoord

Door de politie zijn er flyers opgehangen bij het bureau, in winkelgebieden en op de locatie waar het sociaal wijkteam is gehuisvest. De politie heeft bij mij aangegeven het te betreuren dat zij niet eerder in overleg zijn getreden met de bewonersorganisatie. De politie is bereid alsnog met de bewonersorganisatie OKBZ in gesprek te gaan.

Vraag 4.Is het college het met ons eens, dat de huidige minimale inzet en bereikbaarheid van de wijkagenten, één maal per twee weken spreekuur geen volwaardig alternatief vormt voor het waarborgen van het veiligheidsgevoel en de bereikbaarheid van de politie in

een nog steeds kwetsbare wijk?

Antwoord

Ik vind het belangrijk dat het niet alleen objectief veilig is en de criminaliteit daalt, maar dat bewoners en ondernemers zich ook veilig voelen in Dordrecht. In het nieuw Integrale Veiligheidsplan gaat veel aandacht uit naar thema's die Dordtenaren het meeste frustreren en aantasten in hun veiligheidsgevoel. Hierbij valt o.a. te denken aan diverse vormen van overlast en high impact crimes. Dit zijn thema's die door onze bewoners zelf zijn aangedragen in gesprekken en enquêtes.

Veiligheidsbeleving blijft een ongrijpbaar iets dat niet alleen verbetert door meer politie op straat. Ik vind het belangrijk dat Dordtenaren zich gehoord voelen en dat de politie bereikbaar en beschikbaar is als ze hen nodig hebben.

De politie is 24 uur per dag bereikbaar via 0900-8844 en 112. Indien er geen sprake is van een spoedmelding is het uitgangspunt dat er binnen 48 uur contact wordt opgenomen met de melder. In Krispijn is geconstateerd dat er tijdens spreekuren een minimale opkomst van bewoners was. Het nieuwe spreekuur vindt m.i.v. 14 februari op donderdagen van 16.00 tot 19.00 uur plaats.

Vraag 5.Wij maken ons zorgen, dat de feitelijke bereikbaarheid van de politie via internet voor bijvoorbeeld aangiftes bij grote groepen senioren/ouderen leidt tot problemen bij het doen van aangiftes en of meldingen en een gevoel van onveiligheid in de hand werkt. Deelt u deze menig en bent u bereidt hier iets aan te gaan doen?

Antwoord

De mogelijkheid tot het doen van aangifte via internet is één van de ontwikkelingen die de goede bereikbaarheid en beschikbaarheid van de politie in stand moeten houden. Er zijn echter nog altijd andere mogelijkheden om een melding te maken of aangifte te doen. Voor mensen die niet over internet beschikken is het bijvoorbeeld mogelijk dat de politie bij hen thuis de aangifte op komt nemen.

Vraag 6.Het is voor alle burgers in onze stad van vitaal belang, dat de veiligheid en gevoel van de burgers voldoende is gewaarborgd door de inzet en de bereikbaarheid van de politie. De burgemeester dient er in opdracht van de raad op toe te zien, dat deze voldoende wordt gewaarborgd en dat vooraf open en duidelijke communicatie plaats vindt met de burgers voordat er veranderingen worden doorgevoerd. Zeker met betrekking tot de inzet en vooral bereikbaarheid van de politie in onze stad en in het bijzonder Krispijn. Is het college bereidt hierover met de bewoners van Krispijn in gesprek te gaan en de ruis die er is ontstaan weer vlot te trekken met de bewoners en organisaties in de wijk?

Antwoord

De zorg voor veiligheid is een belangrijke taak voor de gemeente. Het is van groot belang dat inwoners, bezoekers en ondernemers zich veilig en op hun gemak voelen in onze mooie stad. De speerpunten voor de komende jaren zijn vastgelegd in ons nieuwe Integraal Veiligheidsplan 2019-2022.

Ik heb bovendien wekelijks overleg met de politie waarin ik word geïnformeerd over actuele zaken en kan sturen op de inzet van de politie. Ook op wijkniveau is er regelmatig contact tussen de politie, wijkmanagers van de gemeente en andere partners.

De politie, wijkmanager van de gemeente en ik zijn altijd bereid om met bewoners(organisaties) in gesprek te gaan over hun zorgen en samen te werken aan een nog veiligere stad.

Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

De burgemeester van Dordrecht

Op 28  januari 2019 heeft onze fractie  artikel 40 vragen gesteld aan het college betreffende de Politiepost Krispijn.

Geacht college,

Er komen signalen bij ons binnen uit de wijk Krispijn, dat er zorgen zijn over de gebrekkige communicatie tussen de burger en politie.

De politiepost in Oud-Krispijn is het resultaat van acties van de bewonersorganisatie van Oud-Krispijn (OKBZ) naar aanleidingvan de hogere criminaliteit om de veiligheid en het gevoel van de wijkbewoners voldoende te waarborgen.

Als gevolg van het beleid van justitie, concentratie op kerntaken en terugbrengen van het aantal kleinere politieposten is de huidige bemensing van de politiepost geminimaliseerd en wordt deze politiepost volgens onze waarneming nog incidenteel gebruikt.

Voor het grootste deel van de tijd hangt er het bordje 'gesloten'.

1. Is het college van ervan op de hoogte dat, de huidige minimale bezetting van de post in strijd is met de afspraken die in het verleden zijn gemaakt over het volledig open en in bedrijf houden van deze post? Het is u waarschijnlijk bekend dat, het volledig bureau er staat met meldkamer, cellencomplex, garages e.d. Het bureau heeft naar ons idee geen functie meer en staat leeg.

Kan het college aangeven wat de bestemming is voor dit bureau?

Permanente leegstand of herbestemming?

2. Bent u met ons eens dat deze wijk een veiligheidsrisicogebied is en daarom extra aandacht en inzet nodig heeft?

3. Klopt het dat de communicatie hierover met de bewoners en de organisatie zich heeft beperkt is tot een mededeling en NIET tot een overleg?

4. Is het college het met ons eens, dat de huidige minimale inzet en bereikbaarheid van de wijkagenten, één maal per twee weken spreekuur geen volwaardig alternatief vormt voor het waarborgen van het veiligheidsgevoel en de bereikbaarheid van de politie in een nog steeds kwetsbare wijk?

5. Wij maken ons zorgen, dat de feitelijke bereikbaarheid van de politie via internet voor bijvoorbeeld aangiftes bij grote groepen senioren/ouderen leidt tot problemen bij het doen van aangiftes en of meldingen en een gevoel van onveiligheid in de hand werkt. Deelt u deze menig en bent u bereidt hier iets aan te gaan doen?

6. Het is voor alle burgers in onze stad van vitaal belang, dat de veiligheid en gevoel van de burgers voldoende is gewaarborgd door de inzet en de bereikbaarheid van de politie. De burgemeester dient er in opdracht van de raad op toe te zien, dat deze voldoende wordt gewaarborgd en dat vooraf open en duidelijke communicatie plaats vindt met de burgers voordat er veranderingen worden doorgevoerd. Zeker met betrekking tot de inzet en vooral bereikbaarheid van de politie in onze stad en in het bijzonder Krispijn. Is het college bereidt hierover met de bewoners van Krispijn in gesprek te gaan en de ruis die er is ontstaan weer vlot te trekken met de bewoners en organisaties in de wijk?

Wij zien uw antwoorden graag tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Jack Wisker en Margret Stolk namens de VSP

Op 28 januari 2019 heeft onze fractie artikel 40 vragen gesteld aan het college betreffende de Politiepost Krispijn. Geacht college, Er komen signalen bij ons binnen uit de wijk Krispijn, dat er zorgen zijn over de gebrekkige communicatie tussen de burger en politie. De politiepost in Oud-Krispijn is het resultaat van acties van de bewonersorganisatie van Oud-Krispijn (OKBZ) naar aanleidingvan de hogere criminaliteit om de veiligheid en het gevoel van de wijkbewoners voldoende te waarborgen. Als gevolg van het beleid van justitie, concentratie op kerntaken en terugbrengen van het aantal kleinere politieposten is de huidige bemensing van de politiepost geminimaliseerd en wordt deze politiepost volgens onze waarneming nog incidenteel gebruikt. Voor het grootste deel van de tijd hangt er het bordje 'gesloten'. 1. Is het college van ervan op de hoogte dat, de huidige minimale bezetting van de post in strijd is met de afspraken die in het verleden zijn gemaakt over het volledig open en in bedrijf houden van deze post? Het is u waarschijnlijk bekend dat, het volledig bureau er staat met meldkamer, cellencomplex, garages e.d. Het bureau heeft naar ons idee geen functie meer en staat leeg. Kan het college aangeven wat de bestemming is voor dit bureau? Permanente leegstand of herbestemming? 2. Bent u met ons eens dat deze wijk een veiligheidsrisicogebied is en daarom extra aandacht en inzet nodig heeft? 3. Klopt het dat de communicatie hierover met de bewoners en de organisatie zich heeft beperkt is tot een mededeling en NIET tot een overleg? 4. Is het college het met ons eens, dat de huidige minimale inzet en bereikbaarheid van de wijkagenten, één maal per twee weken spreekuur geen volwaardig alternatief vormt voor het waarborgen van het veiligheidsgevoel en de bereikbaarheid van de politie in een nog steeds kwetsbare wijk? 5. Wij maken ons zorgen, dat de feitelijke bereikbaarheid van de politie via internet voor bijvoorbeeld aangiftes bij grote groepen senioren/ouderen leidt tot problemen bij het doen van aangiftes en of meldingen en een gevoel van onveiligheid in de hand werkt. Deelt u deze menig en bent u bereidt hier iets aan te gaan doen? 6. Het is voor alle burgers in onze stad van vitaal belang, dat de veiligheid en gevoel van de burgers voldoende is gewaarborgd door de inzet en de bereikbaarheid van de politie. De burgemeester dient er in opdracht van de raad op toe te zien, dat deze voldoende wordt gewaarborgd en dat vooraf open en duidelijke communicatie plaats vindt met de burgers voordat er veranderingen worden doorgevoerd. Zeker met betrekking tot de inzet en vooral bereikbaarheid van de politie in onze stad en in het bijzonder Krispijn. Is het college bereidt hierover met de bewoners van Krispijn in gesprek te gaan en de ruis die er is ontstaan weer vlot te trekken met de bewoners en organisaties in de wijk? Wij zien uw antwoorden graag tegemoet. Met vriendelijke groet, Jack Wisker en Margret Stolk namens de VSP

Dinsdag 22 januari 2019:

Voorgestelde varianten inzake onderzoek verkeersontsluiting De Kade zijn voorgelegd ter consultatie aan de gemeenteraad.

Hierbij de tekst als inbreng in het debat zoals uitgesproken door de fractievoorzitter van de VSP, Ton Luijendijk

“Voorzitter,

Op 18 december werden we door het college geconsulteerd over de vervolgstappen na kennisname van het onderzoek naar ontsluiting van de Kade van bureau Graumans. De waarde van dit second opinion onderzoek is er wat ons betreft in gelegen dat nog duidelijker naar voren is gekomen wat er kan, maar misschien vooral ook, wat er ook niet kan. Eenvoudige en direct voor de hand liggende oplossingen zijn er niet zo leert de uitkomst van het rapport. Aan iedere oplossingsvariant kleven nadelen.Wel komen er duidelijke voorkeursvarianten naar voren die kansrijk zijn.

Cruciaal is, zo blijkt, of het mogelijk zal zijn een gelijkvloerse kruising tussen de Deltaweg en de laan 40 / 45 z.g. Stationsplein te realiseren of misschien  beter geformuleerd zal worden toegestaan. Immers dan kan het Havenplein als hoofdontsluiting voor het verkeer van en naar de veerboot en de bewoners van het Hooft, voor die verkeersstroom worden gesloten. In de reactie op de vragen en opmerkingen vanuit de commissie gaf de wethouder aan, er verstandig en pragmatisch in te zitten. Hij gaf aan vooralsnog vol in te zetten op een toestemming van de RET en MRDH om een gelijkvloerse kruising op het Stationsplein mogelijk te maken. Zonder die toestemming komen immers alle varianten en deeloplossingen in een ander daglicht.

Wij spraken toen ons vertrouwen uit in deze opstelling en aanpak van de wethouder om hiermee nu eerst en met prioriteit aan de slag te gaan. Wat wij hier op dit moment aan toe willen voegen; Wij zijn er van overtuigd geraakt dat er ook een goede veilige en vooral ook leefbare oplossing  moet worden gevonden voor het gebruik van de Julianalaan. Een sterke toename van het verkeer daar zou de leefbaarheid en veiligheid ontoelaatbaar onder druk zetten. Wij hebben geen behoefte om dat nu hier op dit moment verder uit te diepen omdat de feiten voldoende bekend zijn.

Op dit moment hangt alles af, of er een oplossing kan worden gerealiseerd die uit gaat  van een gelijkvloerse kruising op het Stationsplein. Het vertrouwen dat wij uitspraken in december in de inspanningen en de aanpak die de wethouder op dit punt maakt, willen wij hier nogmaals uitspreken. Wethouder ga vooral nu door op deze weg van reduceren en wegstrepen.

Informeer ons als u bekend bent en wetenschap heeft van de toepasbaarheid van de gelijkvloerse kruising Stationsplein. Na consultatie en inventarisatie daarover met deze raad, weten we meer over de mogelijkheden waarna u vervolgens met voorstellen komt met haalbare oplossingen die recht doen aan alle randvoorwaarden waarover we eerder spraken en leg dit aan de raad voor. “

Tot onze grote spijt geeft het college niet thuis voor het uitstellen van de verhuizing van het Leger des Heils en met hen te zoeken naar een andere locatie.

Hieronder onze woordvoering die Bernadette Striebeck deed in de commissie van 11 december 2018 namens de VSP.

Wij hebben als VSP grote bewondering voor het werk dat het Leger de Heils doet voor de mensen in die bij hun in opvang zitten.

Voorzitter wij hebben al eerder aangegeven dat wij als VSP tegen de verplaatsing van de dagopvang van het Leger des Heils zijn.

Omwonenden van het Kromhout, Kasperspad en de Wilhelminastichting hebben al jaren last van de daar gevestigde nachtopvang.

Er lopen vele klanten met grote problemen rond in de omgeving van het Leger des Heils.

Omwonenden van het Kromhout, Kasperspad en de Wilhelminastichting ervaren hierdoor al jaren grote overlast.

De veelal oudere bewoners van de Wilhelminastichting durven s ’avonds zelfs niet meer weg om boodschapje te doen omdat zij bang zijn.

Ook vragen wij ons af of de problematiek die klanten van het Leger des Heils hebben ook de hulp krijgen die zij nodig hebben. Heeft het Leger des Heils voldoende kennis en professionals in huis die die deze klanten ook kunnen helpen en begeleiden? Dus kort is er voldoende expertise in huis? Het Leger des Heils is ten slotte geen GGZ-instelling.

Een ander punt is het traject waar het College voor gekozen heeft om de Raad niet op de hoogte te stellen van de verhuizing vinden wij ZEER spijtig.

De Burgemeester heeft tijdens de commissievergadering van 20 november jl. toegezegd voor meer cameratoezicht en handhaving te zorgen, maar wij verwachten dat dat onvoldoende zal zijn.

Veiligheid is namelijk een beleving. En dit kan je niet altijd weghalen met camera’s.

Ons voorstel is dan ook de verhuizing van het Leger des Heils voorlopig uit te stellen, zodat er andere oplossingen gevonden kunnen worden.

De bewoners van het Kromhout/Kasperspad hebben recht op de terugkeer van rust in hun wijk.

Het uitstellen zal even rust geven en er zal ruimte zijn om met elkaar het gesprek aan te gaan om te komen tot een oplossing komen die voor iedereen acceptabel is.

Wij verzoeken het college te onderzoeken samen met het Leger des Heils of er mogelijk een andere plek voor de opvang is? Bijvoorbeeld aan de rand van de stad, zodat de mensen die in de opvang zitten wel deel uit blijven maken van onze samenleving, maar wel op plaatsen waar het de minste overlast geeft voor buurt en omwonende.

Tot onze grote spijt geeft het college niet thuis voor het uitstellen van de verhuizing van het Leger des Heils en met hen te zoeken naar een andere locatie. Hieronder onze woordvoering die Bernadette Striebeck deed in de commissie van 11 december 2018 namens de VSP. Wij hebben als VSP grote bewondering voor het werk dat het Leger de Heils doet voor de mensen in die bij hun in de opvang zitten. Voorzitter wij hebben al eerder aangegeven dat wij als VSP tegen de verplaatsing van de dagopvang van het Leger des Heils zijn. Omwonenden van het Kromhout, Kasperspad en de Wilhelminastichting hebben al jaren last van de daar gevestigde nachtopvang. Er lopen vele klanten met grote problemen rond in de omgeving van het Leger des Heils. Omwonenden van het Kromhout, Kasperspad en de Wilhelminastichting ervaren hierdoor al jaren grote overlast. De veelal oudere bewoners van de Wilhelminastichting durven s ’avonds zelfs niet meer weg om boodschapje te doen omdat zij bang zijn. Ook vragen wij ons af of de problematiek die klanten van het Leger des Heils hebben ook de hulp krijgen die zij nodig hebben. Heeft het Leger des Heils voldoende kennis en professionals in huis die die deze klanten ook kunnen helpen en begeleiden? Dus kort is er voldoende expertise in huis? Het Leger des Heils is ten slotte geen GGZ-instelling. Een ander punt is het traject waar het College voor gekozen heeft om de Raad niet op de hoogte te stellen van de verhuizing vinden wij ZEER spijtig. De Burgemeester heeft tijdens de commissievergadering van 20 november jl. toegezegd voor meer cameratoezicht en handhaving te zorgen, maar wij verwachten dat dat onvoldoende zal zijn. Veiligheid is namelijk een beleving. En dit kan je niet altijd weghalen met camera’s. Ons voorstel is dan ook de verhuizing van het Leger des Heils voorlopig uit te stellen, zodat er andere oplossingen gevonden kunnen worden. De bewoners van het Kromhout/Kasperspad hebben recht op de terugkeer van rust in hun wijk. Het uitstellen zal even rust geven en er zal ruimte zijn om met elkaar het gesprek aan te gaan om te komen tot een oplossing komen die voor iedereen acceptabel is. Wij verzoeken het college te onderzoeken samen met het Leger des Heils of er mogelijk een andere plek voor de opvang is? Bijvoorbeeld aan de rand van de stad, zodat de mensen die in de opvang zitten wel deel uit blijven maken van onze samenleving, maar wel op plaatsen waar het de minste overlast geeft voor buurt en omwonende.

Op 26 april 2018 hebben wij schriftelijke vragen gesteld aan wethouder Lambrechts.

De afgelopen tijd krijgen wij veel klachten over de wachttijden van de Drechthopper. Mensen moeten soms een uur tot anderhalf uur wachten op de Hopper.

Bent u hiervan op de hoogte?

Zo nee, bent u bereid om hier op korte termijn iets aan te gaan doen?

De Drechthopper is nu ruim een jaar onder de nieuwe constructie werkzaam.

De VSP weet dat er in september 2018 een thematafel geagendeerd staat tijdens de Drechtsteden dinsdag. Tijdens deze avond wordt ook de uitgestelde evaluatie geëvalueerd.

Toch zouden wij graag nog wat vragen meegeven voor de evaluatie.

De regie van de Stroomlijn ligt onder verantwoordelijkheid van de gemeente. De hele operatie zou een bezuiniging moeten opleveren als Arriva mee zou doen en het leerlingenvervoer.

Arriva heeft inmiddels afgehaakt althans dat hebben wij begrepen. Klopt dit?

Is het leerlingenvervoer al aangesloten?

Zo nee? Wat betekent dit financieel?

Hoe wordt het leerlingenvervoer nu geregeld?

Wij krijgen eveneens klachten over het verhogen van de eigen bijdrage van de WMO. Deze bijdrage is verhoogd met ingang van 1 januari 2018 naar het landelijk gemiddelde.

Zijn de klanten vanuit de WMO middels een brief hierover geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?

Klopt het, dat er alleen een melding heeft gestaan in een plaatselijk dagblad en op de website van de Sociale Dienst?

Bent u het met ons eens, dat klanten van deze ingrijpende beslissing op een juiste en adequate manier door de dienst op de hoogte gesteld moeten worden? Zij worden nu overvallen door een verhoogde eigen bijdrage.

Wij zien graag uw reactie tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Margret Stolk