Raadslid Sander Siebelink stelt de wachttijd voor sociale huurwoningen aan de kaak na recente uitspraken van wethouder Harijgens over deze wachttijden tijdens de begrotingsbehandeling waar hij de motie van Lijst Linssen, betreffende het opheffen van de voorrangsregeling voor statushouders, ontraadde. Hieronder de brief aan het college:

Geacht  college,

Tijdens de begrotingsbehandeling van 13 november jl. diende Lijst Linssen een motie in met als doel: de voorrangsregeling voor statushouders t.o.v. andere, urgente woningzoekenden uit onze eigen gemeente, af te schaffen. Zulks in overeenstemming met de wettelijke mogelijkheid zoals die onlangs door de minister van binnenlandse zaken is gecreëerd.

Als belangrijkste overweging om deze motie te ontraden verkondigde wethouder Harijgens namens het college dat ‘de wachttijden maar zes maanden bedragen’.  Mede op grond daarvan heeft een meerderheid van de raad helaas tegen de motie van Lijst Linssen gestemd.

Tijdens de begrotingsbehandeling uitten wij al grote twijfels over de juistheid van de beweringen van wethouder Harijgens. Uit een onderzoek, waarover o.a. BNDESTEM  berichtte, blijkt dat de gemiddelde wachttijd voor een huurwoning veel langer is, namelijk 4 jaar. Dat past in het beeld dat de wachttijd in de sociale huursector in de regio 4 á 5 jaar bedraagt. Daarnaast ontvangt Lijst Linssen regelmatig berichten over bijzondere lange wachttijden in de sociale huursector.

Lijst Linssen verlangt derhalve opheldering van het college. Cf. ex. Art .36 van het RvO stellen wij de volgende vragen aan het college:

Op grond van welke gegevens heeft wethouders Harijgens gesteld dat de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning 6 maanden bedraagt? Lijst Linssen wens een gedetailleerde onderbouwing van deze gegevens.

Kan het college verklaren waarom er dan op grond van andere ( of dezelfde ) bronnen de conclusie getrokken kan worden dat de wachttijd in Bergen op Zoom gemiddeld 4 jaar bedraagt? Graag ook hier een gedetailleerde onderbouwing van de gegevens.

Lijst Linssen tilt hier buitengewoon zwaar aan. Wij mogen er op vertrouwen dat een lid van het gemeentebestuur de feitelijkheid van gegevens heeft gecheckt en de raad volledig informeert en zich niet baseert op louter  een interpretatie van aangeleverde gegevens. Indien de raad andere informatie van het college had gekregen, was de stemming over deze motie wellicht anders gelopen.

Heeft wethouder Harijgens zich voldoende ingespannen om er voor te zorgen dat de gegevens waarover hij sprak, gebaseerd zijn op volledigheid van gegevens en niet louter een interpretatie daarvan?

Lijst Linssen vraagt het college deze brief in ieder geval te beantwoorden ruim voorafgaand aan de raadsvergadering van 19 december 2018. Afhankelijk van uw beantwoording, beraadt onze fractie zich op een mogelijk vervolg.

Hoogachtend,

Met vriendelijke groet,

LIJST LINSSEN,

Drs. A.F.M. (Sander) Siebelink, raadslid.