De kerstperiode zorgde ervoor dat de druk even van de ketel was. Ook de aanvang in januari kende een rustige start doordat we een niet zo lange reeks van raadsvoorstellen voorgeschoteld kregen. De voorstellen gingen o.a. over De Schaartven in Overloon (de inwoners missen een zwemwater omdat de oude gemeente Boxmeer het ven aan een particulier had verkocht), een beleidsplan voor tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten in Land van Cuijk en een bestemmingsplan voor de Bonskazerne in Velp. Dit is een plan voor maar liefst 117 één- en twee persoonshuishoudens. Het moet een mini-samenleving worden, waarin ‘ontmoeten en werken’ gecombineerd zijn. Daarin is ook aandacht voor bijzondere doelgroepen zoals bijvoorbeeld spoedzoekers. Eén gebouw wordt ingericht voor horeca, cultuur en ontspanning, andere gebouwen worden geschikt gemaakt voor dienstverlening en maatschappelijke functies.

Maar ook in een betrekkelijk rustige periode blijft er altijd genoeg te doen. Iets moet ik meteen uit de wereld helpen. Iemand belde me en dacht dat raadsleden bepalen wat er moet gebeuren. In feite is dat wel zo…maar daar is dan zoveel aan vooraf gegaan dat je als raadslid vaak genoeg met de rug tegen de muur staat. Kort door de bocht komt het hier op neer: bij een ontwikkeling gaan ambtenaren aan de slag, wethouders kijken mee en uiteindelijk zet het College er een handtekening onder. Dan is er dus eigenlijk al vaak een meerderheid voor het voorstel. Raadsleden moeten dan bij elkaar te rade om te bekijken of zo’n voorstel wel draagvlak heeft. Een voorstel tegenhouden is moeilijk, maar gebeurt wel eens. Via amendementen (wijzigingen aanbrengen) kan het raadsvoorstel verbeterd worden en via moties kan de wethouder opgeroepen worden zich ergens sterk voor te maken. Raadsleden kunnen wel aan de voorkant met een zogenaamd initiatiefvoorstel komen. In de praktijk komen die weinig voor. Burgers kunnen ook met initiatieven komen. Daar zijn feitelijk weinig handtekeningen voor nodig om dat voor elkaar te krijgen. Mooie voorbeelden zijn het initiatief om een school voor voortgezet onderwijs in Mill te behouden en het initiatief om een Romeinse Tempel juist te schrappen. Beide initiatieven vonden geen meerderheid in de gemeenteraad. Dat vind ik persoonlijk erg jammer, zeker omdat zoveel betrokken mensen zich hier beargumenteerd over hebben uitgelaten. Zo, dat was weer wat uitleg over de organisatie in het politieke land. Als er behoefte is aan meer uitleg, dan weet u mij te vinden.

Ik heb de afgelopen periode, na signalen, ook een gesprek gehad met de beheerder van het Doehuis in de Padbroek (Cuijk) over de jarenlange financiële problemen. Ik voelde me genoodzaakt om hier schriftelijke vragen over te stellen. We hebben het over een wijk met zo’n 4000 inwoners, weinig of geen voorzieningen, maar wel een MFA (multifunctionele voorziening) waar de bezetting zo’n 40% tot 50% is met hulp van zo’n 20 vrijwilligers. Dergelijke plekken waar mensen samen komen moeten we koesteren en daar horen keuzes bij die geld kosten.

Als fractie- en commissieleden hebben we in de kerstvakantie ook tijd genomen om met elkaar een wandeling te maken en aandacht te hebben voor elkaar. Dat is belangrijk om de politieke pieken en stormen behapbaar te houden.