Tijdens de verkiezingsbijeenkomst over voedselvisie, vrijdag 10 november, werd duidelijk dat met de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Súdwest-Fryslân te weinig ambitie heeft getoond. Ambitie die GroenLinks wel heeft. Ambitie die een aantal andere partijen zeggen te hebben, maar in de praktijk niet laten zien.

Tijdens de verkiezingsbijeenkomst over voedselvisie, vrijdag 10 november, werd duidelijk dat met de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Súdwest-Fryslân te weinig ambitie heeft getoond. Ambitie die GroenLinks wel heeft. Ambitie die een aantal andere partijen zeggen te hebben, maar in de praktijk niet laten zien.

De vraag die de afgelopen vrijdag centraal stond was: wat willen we met ons voedsel? Hoe willen we het verbouwen, vervoeren, verkopen, eten? Hoe dienen we de duurzaamheid, de volksgezondheid en vooral ook de gezondheid van de bodem?

Súdwest-Fryslân heeft lang moeten wachten op het bestemmingsplan Buitengebied. Net voor het eind van deze raadsperiode is dit bestemmingsplan door de raad aangenomen. ‘Het meest belangrijke bestemmingsplan,’ zei het college. ‘We zijn immers de gemeente met het meeste grondgebied van heel Nederland. We zijn een voorbeeld voor andere gemeentes,’ werd gezegd.

Des te jammerder is het dat Súdwest zoveel kansen gemist heeft.

 

De echte ambitie ontbrak dus bij een aantal partijen. Die willen duurzamer, de leefbaarheid van het platteland hooghouden, maar alles binnen de bestaande regels. Er is te weinig ingespeeld op de grote veranderingen in de landbouw, zoals het mestoverschot en de maatregelen van de regering daarop. GroenLinks vindt dat we moeten denken in mogelijkheden, in kansen die onze inwoners, vanuit een duidelijke visie.

 

Waar draait het dan om?

Bijvoorbeeld hoe je kleinschalige en biologische landbouw stimuleert.

Bijvoorbeeld de mogelijkheden voor natuurinclusief boeren.

Bijvoorbeeld in kansen voor een lokale/regionale markt.

Bijvoorbeeld een antwoord op de achteruitgang van de weidevogels, het verdwijnen van insecten en de vermindering van de kwaliteit van ons grasland en daarmee van de biodiversiteit.

Bijvoorbeeld een visie op weidegang in veengebieden.

Bijvoorbeeld de mogelijkheden om agrarische activiteiten te combineren met kleinschalige bijpassende detailhandel, zorg of horeca of recreatie.

 

Angeline Kerver