Gemeenten moeten dit jaar ongekend veel erkende vluchtelingen – statushouders in jargon – aan een woning helpen. Zo heeft Westland de taakstelling om in de eerste helft van dit jaar in totaal 120 statushouders een woning aan te bieden. De teller stond op 1 april op 35. Dat gaat nog niet zo lekker, niet snel genoeg in ieder geval, en dus is er ‘n achterstand. “Dat is geen kwestie van niet willen, maar van niet kunnen”, zegt GBW. “Vorig jaar wisten we de achterstand nog in te lopen en slaagde Westland er in (door de aankoop van het Flechter-Carlton-hotel) om genoeg statushouders te huisvesten en is zelfs een voorsprong opgebouwd. Maar de koek is een keer op”.

Het vinden van woningen voor statushouders is lastig, in heel Nederland hebben gemeenten daar problemen mee. De gemeente Westland bezit zelf geen huurhuizen en is dus afhankelijk van woningcorporaties. Op dit moment komen er veel te weinig huurwoningen vrij om onze statushouders een thuis te bieden. Bouwen van al dan niet tijdelijke woningen is ’n oplossing. GBW is er echter geen fan van dat de gemeente zèlf tijdelijke woningen gaat organiseren. “Wij zien dat niet als een taak voor de gemeente. Dat is aan marktpartijen, dat is aan beleggers of een woningcorporatie. Met die partijen moet de gemeente werken aan oplossingen voor de huisvesting van statushouders. Wij vinden het in ieder geval onverstandig als Westland-zèlf als huisbaas voor statushouders miljoenenverlies gaat leiden op de exploitatie van tijdelijke woningen. Want nogmaals: GBW vindt dat absoluut geen taak voor de gemeente”.