2016, na Parijs Begin december is in Parijs het klimaatakkoord gesloten. Een ambitieus programma moet de opwarming van de aarde beperken, vooral door de ongeremde uitstoot van CO2 te stoppen. Een eerdere poging vijf jaar geleden in Kopenhagen was nog mislukt. Voor Europarlementariër Lambert van Nistelrooij is dit akkoord dan ook één van de goede voornemen voor 2016. Energietechnologie, zoals zonnepanelen en warmtepompen, maakt het in Europa mogelijk grote stappen voorwaarts te zetten. Overheden zoals de provincie Brabant en Zeeland ondersteunen investeringen van burgers en bedrijven in kleinschalige opwekking van energie. Toch behoort Nederland niet tot de koplopers, omdat lang niet alle mogelijkheden worden benut. Volgens de heer Van Nistelrooij is hier de spanning met de elektriciteitsmaatschappijen voelbaar. “Als particulieren naast productie voor eigen gebruik de ruimte krijgen meer op te wekken én aan de buren te leveren, worden ook de afspraken van Parijs haalbaar. Maar dit is niet in het gunstig voor de Essents en de Nuons van deze tijd.” Nederland verstookt nu meer kolen in elektriciteitscentrales dan ooit te voren. Nieuwe kolencentrales op de Maasvlakte en bij Delfzijl vervangen binnenkort oude centrales, zoals in Geertruidenberg. Bedrijfseconomisch is dit beleid geen slechte keuze. Het klimaatakkoord zet er echter een streep door. Van Nistelooij: “Sluiten dan maar? Wie draait er op voor de kosten? We moeten voorkomen dat deze kosten bij de burgers en andere energiegebruikers worden neergelegd. Mijn goed voornemen voor 2016 is dan ook een nieuw energiedebat. Waarin ook oog is voor de rol van de vele energiecoöperaties, die staan te trappelen om hun activiteiten op te schalen.”