Wethouder Raaijmakers (Roosendaalse Lijst) heeft aangegeven over te gaan tot het handhaven van illegaal in gebruik genomen gemeentegronden. Over dit onderwerp ‘Landjepik’ heeft onze fractie vragen gesteld.

De wethouder spreekt over circa 700 bekende gevallen van circa tien tot een paar honderd vierkante meter. Zij wenst te komen tot het legaliseren van de situatie. Dat kan door de gronden zo mogelijk van de gemeente te kopen, dan wel het gebruik te beëindigen.

In haar aanpak geeft zij aan dat betrokkenen alleen schriftelijk worden geïnformeerd en in de gelegenheid te worden gesteld mondeling of schriftelijk te reageren. Er zal hooguit reactief worden gereageerd op publiciteit.

Toevallig is onlangs een rapport gepubliceerd over dit onderwerp. Conclusie: Nederlanders pikken massaal grond in, vooral om extra vierkante meters bij de tuin te trekken. Lokale overheden durven vaak niet tot handhaving over te gaan.

Uit dit rapport is op te maken dat het wettelijke uitgangspunt is dat een gemeente als grondeigenaar wordt beschermd. Zij kan de gebruiker zonder recht dwingen het gebruik te beëindigen en de grond in zijn oude toestand te herstellen. Daarnaast speelt ook het leerstuk van verjaring een rol.

In de meeste gevallen wordt gemeentegrond gebruikt om een particuliere tuin of oprit uit te breiden. Bedrijven breiden in de regel hun bedrijfsterrein met gemeentegrond uit. Hiervoor wordt gemeentegrond met verschillende oorspronkelijke functies gebruikt. Stoepen, bermen, openbare wegen en woonerven worden evenzeer in gebruik genomen als groenstroken. Met name door het gebruik van stoepen, bermen, wegen en woonerven kunnen de verkeersveiligheid en het onderhoud van kabels en nutsleidingen in het gedrang komen. Het is opvallend dat één geval van grondgebruik zonder recht in de regel niet de enige is in de betreffende straat. Dit doet vermoeden dat reeds bij de aanleg van de wijk de kadastrale grenzen niet goed zijn aangehouden of dat de bewoners elkaars gebruiksgedrag imiteren.

En: iedereen doet het. Grondgebruikers zonder recht wonen in een appartementencomplex in het stadscentrum, een rijtjeshuis in een dichtbebouwde woonbuurt of in een vrijstaand huis aan de rand van de gemeente. Hierdoor wordt de aanpak van grondgebruik zonder recht politiek en bestuurlijk moeilijker. Grondgebruikers zonder recht zijn geen buitenstaanders. Deze grondgebruikers, vooral in gevallen waarin de gemeente de gebruikte grond voorheen niet goed heeft onderhouden, kunnen rekenen op een breed gedragen sympathie binnen de bevolking. Bovendien zal de gemeente geenszins kunnen veronderstellen dat de gebruikers opzettelijk (‘te kwader trouw’) gemeentegrond in gebruik nemen. Dit maakt het des te belangrijker om goed te communiceren en de zaak in overleg met de grondgebruikers te behandelen.

Het doel waarvoor de gemeentegrond wordt gebruikt, brengt ook met zich dat goed moet worden gelet op de communicatie tussen gemeente en burger. In veruit de meeste gevallen wordt de gemeentegrond gebruikt om de tuin, de oprit of een gebouw op het woonperceel van de grondgebruiker uit te breiden en/of te verfraaien. Hierdoor maakt de gemeentegrond deel uit van het privéleven van de grondgebruiker (met andere woorden: een intieme zone die wij ‘thuis’ noemen). De emotionele band die de grondgebruiker door verloop van tijd met de grond ontwikkelt, kan zo sterk zijn dat elk initiatief van de gemeente kan worden waargenomen als aanval. Dit benadrukt het belang van goede communicatie en overleg.

Gelet op het voorgaande heeft onze fractie de volgende vragen gesteld aan het college van B&W:

In 2016 heeft u ons als gemeenteraad al bericht over de circa 700 gevallen. U gaf aan dat inwoners die toen gronden oneigenlijk in gebruik hebben genomen met de lagere plantsoengrondprijs die toen is bepaald meer worden verleid om de grond aan te kopen en vanuit eigen beweging te komen tot het legaliseren van de situatie.

Wat is daarvan het resultaat, hoeveel reacties heeft u ontvangen en in hoeveel gevallen is overgegaan tot legalisering van de situatie? Kunt u ons de inventarisatie van de circa 700 gevallen doen toekomen en over welk bedrag spreken we wat we als gemeente mis zouden lopen als we niets doen? Zijn er ook gronden de afgelopen 2 jaren aangekocht door betrokkenen die niet illegaal in gebruik waren en wat is hiervan de opbrengst?

In 2016 sprak u over een communicatiecampagne om betrokkenen te verleiden om zelf tot een legalisering van de situatie te komen.

Waaruit bestond deze campagne en wat heeft dit opgeleverd? Waarom gaat u nu enkel over tot het schriftelijk informeren en reactief handelen, acht u goede communicatie en overleg niet beter (zie voorbeeld Dadelberg uit het verleden)? Heeft u een beeld van de te verwachten handhavingskosten en zo ja, wat zijn deze kosten?

De antwoorden volgen zo spoedig mogelijk.

Het bericht ‘Landjepik’ Roosendaal verscheen eerst op PvdA Roosendaal.