Per brief van 21 mei 2019 heeft het college goeddeels antwoord gegeven op de vragen die wij op 26 april 2019 hebben ingediend in vervolg op onze eerdere vragen van 24 september 2018 inzake het (niet) inenten van kinderen in onze gemeente en de gevolgen daarvan. Wij danken burgemeester en wethouders wederom voor hun reactie, maar menen toch opnieuw vragen over het onderwerp te moeten stellen mede gelet op uitspraken van de wethouder en van de raad van bestuur van de grootste kinderopvang, Forte Castricum, in de media.

Zowel uit dit antwoord als uit mededelingen van de raad van bestuur van Forte zou de vaccinatiegraad van kinderen die door Forte worden opgevangen boven de 95% liggen, reden waarom er(nog) niet tot actie zoals het weigeren van niet-gevaccineerde kinderen hoeft te worden overgegaan. Op onze eerste vragen over de vaccinatiegraad antwoordt het college dat deze in Castricum minder dan 90% bedraagt. Volgend het RIVM komt de groepsbescherming onder druk als de vaccinatiegraad onder de 95% terechtkomt. Vandaar onze volgende, schriftelijke vragen:

1. Hoe zou het kunnen dat de vaccinatiegraad bij Forte kennelijk aanzienlijk hoger ligt dan het gemiddelde in Castricum?

2. Hoe heeft Forte een en ander vastgesteld? Is dat op basis van controle via het vaccinatiebewijs, mededelingen van de ouders of berust dit op exacte gegevens van de GGD?

3. Indien de gegevens van Forte kloppen, dan zou de vaccinatiegraad van (groepen) kinderen elders in Castricum beduidend onder de 90% moeten liggen. Heeft u enig idee waar dit het geval zou kunnen zijn? Wij zouden daarom graag de vaccinatiegraad ontvangen van Kindergarten, de verschillende gastouderbureaus en verder van de basisscholen: de Vrije School, de Montessorischool, de Cunera school, de Sokkerwei, het Helmgras, de Paulusschool, de Visser ’t Hooft school, De Klimop en de Juliana van Stolbergschool.

CKenG is voornemens om binnen afzienbare tijd een open informatieavond over dit onderwerp te organiseren en verzoekt het college hierbij vast de volledige medewerking hieraan te verlenen. Dit vooral ook door alle betrokken partijen aan te sporen hieraan mee te doen, zoals de GGD, de verschillende schoolbesturen, de bestuursleden van de kinderopvangbedrijven en dergelijke.