Poliflw

Raadslid Marcel Mastenbroek heeft afgelopen vrijdag namens het CDA vragen over de consequenties van het niet doorgaan van de Zuidelijke Spooraansluiting Chemelot aan het college gesteld. Mastenbroek vraagt het college onder andere naar de afwegingen die gemaakt zijn om het project te beëindigen en welke alternatieven er zijn.Bovendien vraagt hij wat het afblazen van het project betekent voor de bewoners van het Mauritspark, en de veiligheid enleefbaarheid van het gebied, en of de wijkplatforms Krawinkel en Sittard-Centrum, alsmede eventuele bewonersinitiatieven, actief zijn geïnformeerd. Ook vraagt hij het college naar de gemaakte (gemeentelijke)kosten en de subsidiegelden. Als laatste vraagt hij hoe het college aankijkt tegen het elektrificeren van het goederenspoor tussen het rangeerstation en Chemelot, om zo de geluids- en stankoverlast van de diesellocs in Sittard terug te dringen. In 2011 heeft de gemeenteraad van Sittard-Geleen ingestemd met het projectplan en de aanpak RAIL-terminal Zuidelijke Aansluiting Chemelot.Door de nieuwe ontsluiting zou op tal van fronten een belangrijke verbetering worden gerealiseerd, te weten: bereikbaarheid, flexibiliteit, veiligheid, milieu, logistiek en leefbaarheid voor zowel Chemelot, Geleen (Krawinkel/Mauritspark) als Sittard-spoor nabij het station. De zuidelijke aansluiting zou op het terrein van Chemelot komen. De kosten werden geraamd op ruim 25 miljoen euro Het college heeft de raad op 20 mei medegedeeld dat het project,als gevolg van het niet opwegen van de baten tegen de kosten en voortschrijdend inzicht met betrekking tot alternatieve transportmodaliteiten,beëindigd is.De gemeenteraad heeft op 27 september 2018 de bijdragevan 6,5 miljoen euroaan dit project teruggebracht naar 1,5 miljoen euro. De CDA-fractie heeft het collegebij diebesluitvorminggewezen op de mogelijkheid dat hierdoor ook andere investeerders zouden kunnen afhaken, hetgeen nu helaas ook het geval is.

Raadslid Marcel Mastenbroek heeft afgelopen vrijdag namens het CDA vragen over de consequenties van het niet doorgaan van de Zuidelijke Spooraansluiting Chemelot aan het college gesteld. Mastenbroek vraagt het college onder andere naar de afwegingen die gemaakt zijn om het project te beëindigen en welke alternatieven er zijn.Bovendien vraagt hij wat het afblazen van het project betekent voor de bewoners van het Mauritspark, en de veiligheid enleefbaarheid van het gebied, en of de wijkplatforms Krawinkel en Sittard-Centrum, alsmede eventuele bewonersinitiatieven, actief zijn geïnformeerd. Ook vraagt hij het college naar de gemaakte (gemeentelijke)kosten en de subsidiegelden. Als laatste vraagt hij hoe het college aankijkt tegen het elektrificeren van het goederenspoor tussen het rangeerstation en Chemelot, om zo de geluids- en stankoverlast van de diesellocs in Sittard terug te dringen. In 2011 heeft de gemeenteraad van Sittard-Geleen ingestemd met het projectplan en de aanpak RAIL-terminal Zuidelijke Aansluiting Chemelot.Door de nieuwe ontsluiting zou op tal van fronten een belangrijke verbetering worden gerealiseerd, te weten: bereikbaarheid, flexibiliteit, veiligheid, milieu, logistiek en leefbaarheid voor zowel Chemelot, Geleen (Krawinkel/Mauritspark) als Sittard-spoor nabij het station. De zuidelijke aansluiting zou op het terrein van Chemelot komen. De kosten werden geraamd op ruim 25 miljoen euro Het college heeft de raad op 20 mei medegedeeld dat het project,als gevolg van het niet opwegen van de baten tegen de kosten en voortschrijdend inzicht met betrekking tot alternatieve transportmodaliteiten,beëindigd is.De gemeenteraad heeft op 27 september 2018 de bijdragevan 6,5 miljoen euroaan dit project teruggebracht naar 1,5 miljoen euro. De CDA-fractie heeft het collegebij diebesluitvorminggewezen op de mogelijkheid dat hierdoor ook andere investeerders zouden kunnen afhaken, hetgeen nu helaas ook het geval is.

Statenlid Wouter IJpelaar heeft afgelopen vrijdagschriftelijke vragen over het nachtvervoer van Arrivaingediend. Dit naar aanleiding van de berichtgeving van de vervoerder dat zij geen toekomst ziet in nachtvervoer in onze provincie en dat zij zich genoodzaakt ziet om het nachtvervoer te stoppen. Het CDA betreurt het beëindigen van de gehouden proef omtrent Limburgs nachtvervoer, omdat het in de nacht gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer kan bijdragen aan de leefbaarheid voor jongeren in onze provincie. IJpelaar vraagt het college van Gedeputeerde Staten onder andere welke inspanningen Arriva heeft verricht om het openbaar vervoer in de nacht te promoten in de regio, met name onder jongeren en studenten. Ook vraagt hij of het College bereid is om het gesprek aan te gaan met Arriva, studentenverenigingen en andere belanghebbenden om te bekijken of, en zo ja, aan welke vorm van nachtvervoer, er behoefte is en hoe hieraan mogelijk alsnog vorm kan worden gegeven.

Op dinsdag 5 februari jl. organiseerde ProRail, op verzoek van de inwoners van Limbricht, een informatiebijeenkomst over het voornemen van ProRail om de onbewaakte spoorwegovergang ter hoogte van kasteel Limbricht 200 meter in westelijke richting (richting Born) te verplaatsen. Tot grote verbazing van de aanwezige inwoners heeft ProRail inmiddels het definitieve besluit tot verplaatsing genomen en zijn de werkzaamheden ingepland voor het voorjaar van 2020. In februari 2017 heeft een eerste informatieavond voor de inwoners van Limbricht plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst hebben de aanwezigen meerdere vragen, gegronde argumenten en bezwaren over deze verplaatsing kenbaar gemaakt en ingediend. ProRail zou hier vervolgens op terugkomen. Inwoners gaven echter te kennen de afgelopen twee jaar geen enkele reactie in welke vorm dan ook van ProRail ontvangen te hebben. Voor ProRail staat vast dat de spoorwegovergang in het voorjaar van 2020 200 meter in westelijke richting wordt verplaatst. Dit afgezet tegen het feit dat er omwonenden zijn die gegronde argumenten hebben om niet tot verplaatsing over te gaan. Betreffende omwonenden hebben de geschetste situatie (al hun hele leven lang) op het netvlies staan, terwijl ProRail de situatie maar op een enkel moment bekeken heeft. Onze raadsleden Peter Henssen en Jos Schlössels alsmede Bas Hoedemakers van de Stadspartij hebben de inbreng van de Limbrichternaren meegenomen en het college gevraagd op basis van de massale inbreng de verplaatsing van de overgang terug te draaien.

Geacht college,Eind 2018 heeft de raad bij hamerstuk ingestemd met het gemeenteblad inzake de ondertunneling van de overgang Raadskuilderweg respectievelijk de overgang Lintjesweg. Met name de overgang Raadskuilderweg heeft de afgelopen tijd de tongen losgemaakt en dan niet alleen wat betreft de twee bijna-ongelukken. In onze gesprekken met burgers wordt bij herhaling aangegeven dat het realiseren van een onderdoorgang aan de Raadskuilderweg een uitgelezen kans is om het verleden en de toekomst met elkaar te verbinden. Het verleden betreft in dit geval het Mijnverleden. Iets waar in Limburg in het algemeen en Geleen in het bijzonder met trots over wordt gesproken. De activiteiten in het kader van het recente “Jaar van de Mijnen” zijn hiervan het sprekende bewijs. Genoemde onderdoorgang aan de Raadskuilderweg biedt een uitgelezen kans om het Mijnverleden, meer in het bijzonder de Staatsmijn Maurits blijvend te laten beleven. Dit kan door de onderdoorgang fysiek en/of qua beleving ‘in te richten’ als een Mijngang.VRAAG: Is het college bereid om in overleg te treden met ProRail om de onderdoorgang aan de Raadskuilderweg fysiek en/of qua beleving in de vorm van een Mijngang te laten realiseren?Zo ja, houdt u de raad op de hoogte van de ontwikkelingen?Zo nee, waarom niet?De CDA-fractie ziet de beantwoording van de vragen binnen de gestelde termijn met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet,Noël Lebens en Patrick Brouwers