Zaterdag 10 november verscheen er een artikel in de Tubantia met de titel. “Wat lachgas bij een biertje: is dat wel om te lachen?” Uit het artikel blijkt dat dit lachgas ook verkocht wordt bij, in ieder geval, één van onze plaatselijke uitgaansgelegenheden, namelijk Lucky. Als SGP-fractie maken we ons zorgen over de verkoop van lachgas en het gezondheidsrisico dat het gebruik hiervan met zich mee kan brengen. Op vele manieren zijn we bezig om mensen gezonder te laten leven. Het gebruik en de verkoop van lachgas valt wat ons betreft daar niet mee te rijmen. De SGP-fractie vindt het gebruik en verkoop van lachgas op zijn minst ongezond maar ook gevaarlijk. Onderstaande schriftelijke vragen hebben we gesteld over de verkoop en het gebruik van lachgas. Rijssen, 12 november 2018 Betreft: schriftelijke vragen ex artikel 33 Reglement van orde Onderwerp: Zorgen om verkoop en gebruik van lachgas. Het kabinet heeft eind vorig jaar aangekondigd de verkoop van lachgas te willen gaan beperken, met name voor jongeren onder de 18. Gemeenten kunnen beperkende maatregelen formuleren voor verkopers van lachgas. Ze kunnen afspraken maken met verkopers. Ook kan op basis van de APV de beschikbaarheid van lachgas rond evenementen aangepakt worden. Dit is o.a. gedaan in Tilburg (op grond van risico openbare orde en volksgezondheid) en Amstelveen (specifiek ventverbod op evenemententerrein). In Arnhem beraadt de gemeente zich op een verbod op lachgas in de horeca. Verkoop van lachgas in pakketjes (ballonnen, patronen en materialen om de ballon gebruiksklaar te maken) is verboden volgens de Drank- en Horecawet. Deze wet verbiedt namelijk kleinhandel vanuit een horecagelegenheid. Zie ook de beantwoording van Kamervragen hierover https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/01/17/beantwoording-kamervragen-over-de-normalisering-van-gebruik-van-lachgas-voor-recreatieve-doeleinden?fbclid=IwAR3AlgCJngXay_W0HFAWzVahEDJdTmJ0c4dRZ2bVDN0K_ANr1ztPWLpMZlI Dit vraagt dus om handhaving. Horecagelegenheden kunnen wel losse lachgaspatronen verkopen. Dit kan een interessante extra bron van inkomsten zijn. Daarom is het goed om ondernemers aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Op dit moment zijn er in de wet geen handvatten om de verkoop van lachgas te verbieden. Het komt dus aan op een goede dialoog en afspraken op basis van vertrouwen en vrijwilligheid. Die afspraken kunnen gaan over leeftijd van kopers, hoeveelheden en tijdstippen of het helemaal niet meer verkopen van de patronen. Daarom stellen we de volgende vragen aan uw college/de burgemeester: 1. Bent u op de hoogte van de (mogelijke) gezondheidsrisico’s van het gebruik van lachgas? Is het college bekend met het onderzoeksrapport Roes met een luchtje van het Trimbos-Instituut en de in aansluiting daarop in juli 2018 uitgebrachte Handreiking Lachgas: Van zorgen naar acties, voor o.a. gemeenten? 2. Bent u op de hoogte van de verkoop van lachgas door Lucky? 3. Wat zijn de regels voor het op voorraad, en in opslag houden van dit gas? Wat zijn de risico’s? Is daar een aparte vergunning voor nodig? En worden die regels in acht genomen door Lucky? 4. Zijn er meer verkooppunten bekend van lachgas in onze gemeente? 5. Wordt er momenteel gehandhaafd in de horeca op de verkoop van lachgaspakketten (kleinhandel)? 6. Zijn er incidenten geweest door overmatig gebruik, of gebruik in combinatie met alcohol? 7. Bent u ook van mening dat verkoop van lachgas niet gewenst is? 8. Is het college bereid om in gesprek te gaan met verkopers van lachgas in onze gemeente over de risico’s en verantwoordelijkheden en om afspraken te maken over beperking van de verkoop van lachgas? (leeftijd, tijdstippen, hoeveelheden, zichtbaarheid, adverteren, of natuurlijk het helemaal stoppen met de verkoop?) 9. Op welke manier kan en wil het college de verkoop van lachgas op festivals en andere evenementen aan banden leggen? Kunnen wij bijvoorbeeld een wijziging van de APV hiervoor tegemoetzien? 10. In hoeverre wordt er in preventie- en voorlichtingsprogramma’s in onze gemeente specifiek aandacht besteed aan het gebruik van lachgas? 11. Een belangrijke conclusie van het onderzoek van het Trimbos-Instituut is dat er veel meer voorlichting nodig is rond lachgasgebruik. Is het college bereid om, in overleg met partners (verslavingszorg, jongerenwerk, wijkteams, politie, scholen, enz.…) in te zetten op een campagne om het lachgasgebruik tegen te gaan en jongeren bewust te maken van de risico’s ervan? 12. Is de gemeente bereid indien er op meerdere terreinen problemen omtrent het gebruik van lachgas is, een integraal plan op te stellen met betrokken partijen om de overlast te doen verminderen? Wij zien uw schriftelijke reactie met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet, Namens de SGP-Fractie, AJ. Scheppink