Nieuws van politieke partijen in De Marne over PvdA inzichtelijk

8 documenten

Zesjescultuur?

PvdA PvdA De Marne 14-11-2019 15:42

Begroting 2020

Zesjes-cultuur?

College schreef in de kadernota dat we ons, gezien de onzekere financiële situatie, veelal tevreden moesten stellen met een 6-je. En wat zien we in deze begroting? De 6 overheerst. Een structureel resultaat van € 6ooo en een negatief incidenteel resultaat van 6 ton. Het college houdt voor 2020 consequent vast aan de zes. Het kan dan ook geen toeval zijn dat de begraafplaatsen ook op een 6 gezet zijn. 2020 is dus het jaar van de zesjes. Creëren we daarmee een zesjes-cultuur? We hopen en verwachten het niet. Het zou weinig ruimte aan Ruimte! bieden. We zijn dan ook verheugd dat in het meerjarenperspectief de zes helemaal niet meer voorkomt.

Aantal punten

Waar we bij de kadernota afsloten met een aantal korte opmerkingen, beginnen we onze bijdrage er nu mee.

Het valt ons op dat het hoofdstuk burger en bestuur slechts twee pagina’s beslaat en dat er aan bestuur geen woord vuil gemaakt wordt Alom lezen we dat we trots zijn op onze cultuur waaronder ons erfgoed. Die trots verplicht ook en vereist handhaving Wandelpaden niet handhaven (blz 50), maar uitbreiden. We willen beweegvriendelijke omgeving (blz 46) College schuift energie/duurzaamheid door naar volgende jaren Bij energietransitie onder de kop ‘wat gaan we daarvoor doen?’ staat ‘oog houden voor mensen met minder draagkracht’. Dat klinkt nog tamelijk vrijblijvend. Wij willen dat het college met een voorstel komt hoe ze dit gaat doen! Wij zouden het om uiteenlopende redenen in 2020 wel eens met elkaar willen hebben over vuurwerk Denk in het kader van de inclusie-agenda ook aan openbare en/of toegankelijke toiletten voor bijvoorbeeld mensen met darmproblemen en een stoma Dienstverlening, communicatie en klantvriendelijkheid verdienen nog veel aandacht. We mogen op deze terreinen geen genoegen nemen met een 6

Onderwijs

Ongetwijfeld zijn de schoolbesturen bezig met toekomstperspectieven om in een regio met een afnemend aantal jongeren goed onderwijs overeind te houden. Wij hopen en verwachten dat de schoolbesturen dat gezamenlijk oppakken. Dat moet niet alleen een zorg van de schoolbesturen zijn, maar ook van de gemeente. Nergens vinden we daarover iets terug. Is het college ermee bezig? En datzelfde geldt voor het lerarentekort, dat ook hier speelt. College wil zeer terecht een intensieve samenwerking tussen scholen en voorschoolse voorzieningen. Maar spreekt ook uit een voorschools aanbod voor peuters toegankelijk te willen houden in kleinere dorpen. Betekent het dat een voorschoolse voorziening mogelijk is in dorpen zonder school? Laatste opmerking over onderwijs: breng de (jeugd)zorg de school in!

Jeugd

Al langere tijd spreekt de PvdA uit dat we de bezuinigingen op de jeugdzorg niet gaan halen. Het college deelt die opvatting en schat die kans 90%. Als Den Haag niet over de brug komt, hebben we in de nabije toekomst een groot probleem en staan we voor een duivels dilemma. Onze opvatting is dat investeren in jeugd een investering in preventie is. Onlangs is het jeugd- en jongerenwerk overgegaan van Barkema/De Haan naar Mensenwerk Het Hogeland en tevens wordt de ondersteuning nu integraal aangeboden. Graag vernemen wij binnenkort eens meer over de voortgang en over de nieuwe aanpak..

Wijken en dorpen

Wij hebben de indruk dat de herstructurering van wijken en dorpen heel  voorzichtig en ook langzaam op gang komt. Naar onze mening te langzaam. Rotte kiezen en verloederde plekken verdienen snelle aandacht. Ondanks dat het in meer dorpen speelt, richten we de blik toch even op Wehe-den Hoorn. Kunstencentrum De Ploeg moet daar voor een boost gaan zorgen. Bij ons leeft de vraag of dat de hefboom naar dorpsontwikkeling kan zijn. Is dat wat het dorp nodig heeft en moet er niet veel meer gebeuren? We zijn niet tegen het centrum, zeker niet, maar we vinden wel dat het college in onze richting zeer spaarzaam met informatie is. Dat betekent ook dat we het plan moeilijk kunnen wegen en je je ook wel eens afvraagt welke waarde het kunstencentrum heeft voor het dorp.

Wonen

Prestatieafspraak 29 met Wierden&Borgen luidt als volgt: ‘Gemeente en Wierden&Borgen bespreken in 2019 of er mogelijkheden zijn voor de huisvesting van mensen met een handicap in Munster’. Volgens planning zullen er 5 woningen door Wierden&Borgen in Munster worden gebouwd. Erg veel passende woningen zullen het dan ook wel niet zijn. Kan het college ons hierover informeren? Overigens zijn wij ook zeer benieuwd naar de voortgang van de ‘Projectplanning sloop-nieuwbouw.

Zorg

Dan ons grote pijnpunt, namelijk de zorg. De grote omslag is van ‘we regelen het voor jou’ naar ‘jij regelt het zelf met behulp van vrienden en naasten (lees mantelzorgers)’. Wij hebben de afgelopen tijd gesprekken gevoerd met mensen die aangewezen zijn op zorg en van één van die gesprekspartners hebben we ook een brief ontvangen, waaruit we verderop zullen citeren. Een opmerking die er uitsprong was: ‘Alles wordt bij je teruggelegd’. Horendol worden de mensen van uitzoekwerk, telefoontjes, instituties en regels. Regels waar ze mee te maken krijgen en waar medewerkers zich achter verschuilen. Eén van hen verzuchtte: ‘Stop met die mantelzorgpluim’. En op onze vraag waar dan wel behoefte aan is, kregen we het antwoord: ‘De gemeente kan mij ondersteunen door me zaken uit handen te nemen en niet alles zelf te laten uitzoeken’. In een dergelijk klimaat ligt een bezuiniging op mantelzorg van €100.000 ons erg zwaar op de maag. Vooral ook omdat die keuze voor ons, in afwachting van de evaluatie, op niets gebaseerd is.  We willen dat het college het fundament van deze keuze toelicht.

Terug naar onze gesprekken. Ze leveren meer zinvolle informatie op, waar wij en het college ons voordeel mee kunnen doen.

Citaat: ‘Onze maatschappij met zijn regelgeving, wetten en voorzieningen is ingesteld op standaarden en niet op passende hulp en voorzieningen’. Dit citaat zegt heel veel. Ondanks dat we begrijpen dat het in de uitvoering lastig is, lukt het ons nog niet om maatwerk te leveren. Dat moet beter, nu vallen er nog teveel mensen tussen wal en schip. De klanttevredenheidsonderzoeken waarmee we heel redelijk scoren, geven geen volledig beeld. Voer ook kwalitatief onderzoek uit m.a.w. ga in gesprek met of interview mensen die van de zorg van de gemeente gebruik maken. Laat dat doen door onafhankelijke onderzoekers. Waarom door onafhankelijke onderzoekers? Wel hierom en we citeren: ‘Je bent als mens met een beperking kwetsbaar en afhankelijk van de goodwill van de regel- en beleidsmakers’. Dat brengt ons ook bij het volgende punt. Keukentafelgesprekken roepen bij ons het beeld op van gelijkwaardigheid. Er is echter geen gelijkwaardigheid en zo voelen onze inwoners het ook niet. Roep dat beeld dus niet op! Voorkom dat mensen niet overbelast worden door alles op hun bordje terug te leggen. Kijk wat je als gemeente kunt doen om hun taak te verlichten. We citeren: ‘Je komt er nooit meer vanaf. En dan bedoel ik niet de beperking, maar de constante stroom van regelgeving waar je mee te maken hebt. Die molensteen doet mensen letterlijk de das om. En vergalt de levensvreugde’. Optimaliseer de cliëntondersteuning. Hoe kan het dat mensen verzuipen in regels en regelingen? Schiet de cliëntondersteuning tekort?

Resumerend:

Geef ruimte voor maatwerk Vul de klanttevredenheidsonderzoeken aan met interviews Wek met de keukentafelgesprekken niet de schijn van gelijkwaardigheid op Leg niet alles terug op het bordje van de zorgvrager Optimaliseer de cliëntondersteuning

Ter ondersteuning van ons laatste punt, eindigen we met een veelzeggend citaat: ‘Snapt u het nog? Ik allang niet meer. En dan hebben wij nog het geluk dat we bepaalde ambtenarentaal snappen, anders verzuip je helemaal’.

 

Het bericht Zesjescultuur? verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Waar komt het zesje terecht?

PvdA PvdA De Marne 27-06-2019 15:16

Algemene beschouwingen juni 2019 (geschreven door Jan Willem Nanninga met input vanuit de raad/fractie)

Inleiding

Het financiële perspectief is gekanteld. We staan er minder goed voor dan aanvankelijk gedacht en bovendien hebben we nog niet helemaal scherp hoe de situatie nu werkelijk is. Het beeld kan snel veranderen en dat stemt niet erg vrolijk. Want hoe moet je daar nu beleid op maken? Op bladzijde 12 van de voorjaarsnota schrijft het college dat we zullen moeten accepteren dat niet alles een negen of een tien kan zijn, maar dat we ons soms tevreden moeten stellen met een zesje. Dat roept de vraag op ‘Waar komt het zesje terecht?’

Waar komt het zesje terecht?

Die vraag zal de PvdA beantwoorden, maar daartoe draaien we de vraag soms ook om: ‘Waar mag het zesje beslist niet terechtkomen?’ We volgen bij de beantwoording van die vraag onze speerpunten en zullen ons ook een paar beschouwende  uitstappen veroorloven.

Meedoen van alle kinderen

Wij willen dat alle kinderen mee kunnen doen aan educatieve, culturele en sportieve activiteiten. Wij zien dan ook uit naar de herziening van het minimabeleid, maar willen geen verschraling. Uiteraard kom je dan ook bij de jeugdzorg terecht. Alle kinderen hebben recht op goede zorg.  Als we met vroegtijdige preventieve maatregelen  kunnen voorkomen dat kinderen doorstromen naar duurdere vormen van zorg, dan is dat heel mooi. Maar bij ons bestaat de angst dat het geld leidend is en niet de behoeften van kinderen en hun ouders. Tegelijkertijd zijn we bang dat we bezig zijn met een race naar de bodem. Van aanbieders vragen we dermate veel dat het steeds moeilijker lijkt te worden om  de tent draaiende te houden. Met onzekerheid voor personeel en  kwaliteitsverlies als gevolg. Goed aanbesteden met oog voor kwaliteit en personeel is wat ons betreft een must.

Wonen en leefbaarheid

In onze gemeente hebben we op meerdere plekken ‘ rotte kiezen’. Plekken die enigermate verloederen. Dat speelt in dorpscentra, in wijken met veel woningen in de huursector, maar ook rond particuliere woningen die leeg zijn komen te staan. Voor wat betreft de grotere winkelkernen worden we gered door het NPG. Daar kunnen we een extra boost geven. Maar ook die andere plekken vragen aandacht. College doe wat, maar zorg in ieder geval dat in dergelijke wijken het groen en de stoep in topconditie zijn. Ga op deze plekken voor een acht en niet voor een zes! Tegelijkertijd hebben we een schat aan panden die behoren tot ons erfgoed. Het is onze plicht om daar op een zorgvuldige wijze mee om te gaan. Dat vraagt handhaving en ook voorlichting over de betekenis van het wonen in ons cultureel erfgoed. Een zesje volstaat niet! Zoals we eerder aangegeven hebben, baart de ontwikkeling van en rond Oudeschip ons zorgen. In de begrotingsvergadering vroegen  we ons af of we niet ons eigen Oterdum, Weiwerd of Heveskes creëren. Wij vinden dat de bewoners er recht op hebben te weten wat het perspectief van hun dorp is. Hierop moet een antwoord komen. En wat is de toekomst van Valom? Welke ruimte bieden we aan economische ontwikkelingen? Offeren we desnoods dorpen op? Wat ons betreft niet! Voor MFA Bedum trekt het college anderhalf miljoen uit voor 2021. Wij juichen dat toe. Mede omdat het gaat om een accommodatie met een brede invulling met o.a. een dorpshuis-achtige functie. Wij dringen er daarom bij het college op aan om samen met Wierden & Borgen een toekomstvisie te ontwikkelen voor de professorenbuurt inclusief het Trefcentrum.

Beleidsstukken/harmonisaties

In het vierde kwartaal van dit jaar komt het college met veel beleidsstukken richting de raad. Daar spreekt de ambitie uit dat het college vaart wil maken. De vraag is of die ambitie realistisch is. In het algemeen willen we de opmerking maken dat kwaliteit voorop hoort te staan en niet het tempo. Ook de raad moet zorgvuldige afwegingen kunnen maken. Los daarvan bestaat bij ons de angst dat we straks allerlei prachtige beleidsstukken hebben, maar niet de middelen om de geformuleerde ambities waar te maken. Het mogen geen papieren tijgers worden.

Meedoen

We hopen niet dat de lokale inclusieagenda dat lot beschoren is. Ongetwijfeld kun je al veel realiseren als onze houding en gedrag veranderen, maar er zijn ook veel zaken die niet kosteloos zijn. Twee opmerkingen uit de nota stellen ons niet gerust. Op bladzijde 16 worden bij het integraal mobiliteitsplan wel auto, fiets en openbaar vervoer genoemd, maar niet scootmobiel, rolstoel en wandelwagen. Wat integraal? En op bladzijde 45 zegt het college zijn uiterste best te doen om aan de taakstelling van afspraakbanen te voldoen. Je doet niet je uiterste best, je gaat de taakstelling halen! Dat moet het uitgangspunt zijn. Wij willen dat het college bij alle ruimtelijke projecten mensen met een beperking vroegtijdig bij het proces betrekt. Het mag niet zo zijn dat we straks prachtige winkelcentra hebben, maar dat toegang met een scootmobiel of rolstoel achteraf niet mogelijk blijkt te zijn. Hiermee hoef je niet te wachten tot er een plan ligt. Dat moet je nu gewoon al doen.

We hebben het nog steeds over meedoen of participeren. Mensen die zijn aangewezen op een zeer karige bijstandsuitkering, wordt meedoen wel heel erg moeilijk gemaakt. De PvdA zou graag zien dat de uitkering wordt opgetrokken. Graag willen we die oproep aan de regering doen middels een breed gedragen motie. Wij hebben die motie nog niet in de achterzak, omdat we graag in tweede termijn horen of andere partijen zo’n motie mee zouden willen indienen of niet.

Participatiesamenleving

Dan over het dilemma van de participatiesamenleving. Enerzijds willen we dat mensen allerlei klussen onbetaald en vrijwillig oppakken, naast een betaalde baan. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat heel veel potentiële banen daardoor niet worden gecreëerd. Als we voor de participatiesamenleving kiezen (en dat doen we), dan moeten we accepteren dat er niet voor iedereen een passende baan is. Dat betekent dat we ook blij met onze inwoners moeten zijn als ze vrijwilligerswerk doen en geen betaalde baan hebben. Op de één of andere manier zou je mensen daarvoor moeten kunnen belonen bovenop hun uitkering. De PvdA heeft daarvoor een voorstel gedaan in 2018, bij de verordening re-integratie door de thans al mogelijke  premie te verhogen. Dat amendement heeft het niet gehaald. Toch gaan onze gedachten nog steeds in een dergelijke richting. Wij willen graag dat het college in het beleidsplan de mogelijkheden verkent naar een vorm van beloning, hetzij in financiële -, hetzij in materiële zin.

Inwoners en gemeente

Het college zegt over verhoudingen tussen inwoners en gemeente op bladzijde 38 het volgende: ‘We willen meer loslaten en/of ruimte bieden. Er wordt op dit moment gewerkt aan een nadere uitwerking en invulling daarvan’.  Dat lijkt ons heel gewenst.

Bij het creëren van publieke waarde zijn er vier fasen waarin je de samenleving kunt betrekken. Kort gezegd kun je mensen betrekken bij:

het denken over vraagstukken, het nemen van besluiten het doen of het uitvoeren van plannen het leren van de opgedane ervaringen

De vraag is steeds bij welke fase je de inwoners betrekt en op welke manier. Het lijkt erop dat wij voorlopig nog kiezen voor meedenken en meedoen. Meebeslissen is eigenlijk nog niet aan de orde. Toch zullen we moeten kiezen hoever we hierin willen gaan. Geven we de samenleving de gelegenheid om beslissingen te nemen en bij welke vraagstukken dan? En dan nog onze rol, als raad. Hoe gaan wij ons verhouden tot bewonersinitiatieven? ProDemos adviseert dan ook een heldere rolverdeling tussen college, raad en ambtelijk apparaat. Het wordt tijd dat we hierover met elkaar van gedachten wisselen. Het primaat behoort bij ons samen te liggen en niet bij het college alleen. Samen lerend op weg van een zesje naar een acht.

Aantal opmerkingen

Voor we afsluiten willen naar aanleiding van de inhoud nog een tiental opmerkingen maken:

Het heeft ons verbaasd dat onderwijs geen aandacht heeft in de voorjaarsnota Het lijkt de PvdA gewenst dat alle scholen dBos krijgen en dat alle kinderen de ‘echte’ bieb in hun schoolloopbaan een aantal keren actief bezoeken De PvdA geen bibliotheken van het kaliber ‘zesje’ wil Muziekschool Hunsingo en Jeugdtheaterschool Wonderboom onze steun verdienen bij het vormen van een breed kunstencentrum ter bevordering van cultuureducatie De PvdA ingenomen is met de toegenomen bereikbaarheid van de Eemshaven voor werknemers en stagiaires De keuze voor een langere begeleiding naar en op het werk door jobcoaches heeft onze instemming Verder uitrollen pilot Ondersteuner Jeugd en Gezin lijkt ons zeer gewenst Wij hopen dat de versnelling van de transitie woningvoorraad van de grond gaat komen. Alle inwoners moeten zeker zijn van een fatsoenlijke woning De PvdA wil dat de contacten van inwoners met de gemeente op korte termijn verbeteren In de vlucht naar voren wordt de gemeente organisator van festivals. Na het afvalfestival krijgen we nu het gezondheidsfestival. De indruk bestaat dat er nog vele zullen volgen, want wat doe je anders met een evenementen- of festivalterrein.

Nieuw beleid

De komende jaren staan in het teken van het formuleren van nieuw beleid, met beperkte financiële middelen, een financiële situatie die nog veel onzekerheden kent en een aantal grote projecten uit de nalatenschap van de voormalige gemeenten, die nog ten uitvoer moeten worden gebracht. De Ruimte! voor ambities is dan ook beperkt. De verleiding om inhoudelijk van alles over de inhoud te roepen is groot, maar dat gaan we in deze situatie niet doen. Op een aantal hoofdlijnen heeft de PvdA aangegeven waar ze meer dan een ‘zesje’ verlangt.

Terzijde

Terzijde merkt de PvdA nog op dat ook na het neerhalen van de regenboogvlag Hogelandsters zichzelf moeten kunnen zijn op school, op straat, op het werk en in de openbare ruimte.

 

(foto: resultaat Googlesearch)

Het bericht Waar komt het zesje terecht? verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Het Ajax-effect bestaat niet

PvdA PvdA De Marne 11-03-2019 20:46

De voetballiefhebbers  konden hun hart weer eens ophalen. In een fantastische wedstrijd gaf Ajax de ‘Koninklijke’ uit Madrid een lesje. Publiek en pers waren lyrisch. De passeeractie van Tadic, die ooit bij FC Groningen speelde, kon niet vaak genoeg herhaald worden, zo mooi! Sport doet ertoe in onze samenleving. En dat geldt niet alleen voor topsport en sport op tv, maar ook voor de amateursport op Het Hogeland. Elke week weer attendeert de ‘Ommelander Courant’ ons op het belang ervan. Het sportkatern beslaat vaak meer pagina’s dan er aan de lokale politiek besteed worden. Sport is niet alleen leuk om te doen, maar ook van belang voor de leefbaarheid en de gezondheid. Bovendien speelt het een belangrijke rol in de opvoeding. Kinderen leren omgaan met winst en verlies, samen te spelen met anderen en zich neer te leggen bij een beslissing van de scheidsrechter. Omdat sport door al die zogenaamde ‘extrinsieke’ waarden zo van belang is, wil de gemeente zich de komende jaren vooral gaan richten op sportstimulering, zo lees ik in de gemeentebegroting.  Of we het nu willen of niet, we moeten sporten. Het houdt ons gezond en bespaart ons veel zorgkosten, zo is de boodschap, die ons wordt voorgehouden.

Maar hoe stimuleer je onze inwoners dan tot sport en bewegen? Nog specifieker, hoe stimuleer je Hogelandsters tot een leven lang sport en bewegen die nu nog niet sporten? Want om die groep moet het je toch in de eerste plaats gaan. Laat ik een paar persoonlijke ervaringen onder de loep nemen. Wellicht bieden ze handvatten voor goed stimuleringsbeleid.

Zoals veel van mijn lezers inmiddels weten, ben ik opgegroeid in Baflo. Op vierjarige leeftijd kwam ik er wonen en ging er naar de kleuterschool. Op één dag van de week eindigde onze lesdag een kwartier eerder en gingen we met de hele school in optocht en te voet naar de gymzaal in Rasquert. Daar kregen we gymnastiek van de heer Buiter, toen leider van de Gymnastiekvereniging Baflo, waarvan we ‘automatisch’ lid waren. Voor zover ik me kan herinneren deden alle kinderen mee, maar helemaal zeker weten doe ik dat niet. De nauwe verbondenheid tussen school en vereniging en het feit dat het einde van de schooltijd en de aanvangstijd van de club als het ware in elkaar overliepen, hebben zeker bijgedragen aan een 100% sportdeelname. De rol en betekenis van onze juf, die het kennelijk tot haar taak rekende om ons naar de club te begeleiden, moet zeker niet onderschat worden.

Ik maak een sprong in de tijd. Mijn beide dochters voetbalden als tieners in een meidenteam bij het oude Hunsingo, thans opgegaan in vv Winsum. Op een gegeven ogenblik stroomden er zoveel meiden door naar de dames dat de toekomst van het meidenvoetbal uiterst onzeker werd. Voor mij was dat toen aanleiding om in samenwerking met Jaap Smit, gymleraar van de beide openbare basisscholen, een voetbalstimuleringsproject ‘Voor meiden, door meiden’ te starten. Het project kwam erop neer dat meiden van de club de meisjesteams van de beide scholen trainden voor het jaarlijkse schoolvoetbaltoernooi en die teams ook begeleiden tijdens de wedstrijden. Het werd een geweldig succes. Dat kwam uiteraard weer door de combinatie tussen onderwijs en club. Maar in dit geval is er nog een andere succesfactor aan te wijzen. Het project was heel specifiek gericht op meisjes en dan ook nog meisjes van de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs. Indien we het project gericht zouden hebben op meisjes en jongens, dan was het veel minder succesvol geweest. Dat werd nog versterkt door de inzet van vrouwelijke leden als trainers. Stimuleringsbeleid moet dus niet te algemeen, maar juist zeer specifiek zijn.

Dat laatste heb ik ook ervaren in de laatste fase van mijn beroepsloopbaan, toen ik werkzaam was bij Huis voor de Sport Groningen. Ik maak weer een sprong in de tijd. In de gemeente Groningen voerden we het project Bslim uit en organiseerden we in samenwerking met scholen en verenigingen een zeer divers aanbod aan activiteiten. Aan die activiteiten deden toch wel heel veel kinderen mee die al heel veel sporten. Kinderen die ‘aan sport doen’ van huis uit niet met de paplepel kregen ingegoten, maakten veel minder gebruik van het aanbod. Terwijl het om die laatste groep zou moeten gaan, in mijn ogen.

Ik heb sterk de indruk dat ook de projecten die in onze gemeente gedaan worden, niet specifiek genoeg gericht zijn op ‘nu-nog-niet-sportende Hogelandsters’. Mogelijk komt dat omdat we niet weten wie wel of niet sport. Maar dat is toch vreemd? Uit onderzoek is al jaren bekend dat mensen met een lagere opleiding navenant minder vaak aan sport deelnemen dan mensen met een middelbare en hogere opleiding. Ik zou om die reden sportstimuleringsprojecten niet uitrollen over de hele gemeente, maar juist de aandacht willen richten op bepaalde delen van onze gemeente. Criteria voor die selectie zouden kunnen zijn, het percentage bijstandsgerechtigden, schoolresultaten en jeugdproblematiek. Een dergelijke keuze maakt het mogelijk om juist daar waar het nodig is je beleid te intensiveren.

Om een aantal redenen, die ik hiervoor in mijn persoonlijke ervaringen heb beschreven, zou ik de stimuleringsprojecten verder heel specifiek willen richten op kinderen in het basisonderwijs. Niet alleen vanwege het uitgangspunt ‘jong geleerd, is oud gedaan’, maar ook omdat ik geloof in de kracht en de mogelijkheden van een betrokken leraar, die aandacht heeft voor zijn leerlingen, weet wat hen bezig houdt en hen en hun ouders uitdaagt en stimuleert om mee te doen aan sportieve activiteiten en naar de club te gaan. Het zou wenselijk zijn om samen met de schoolbesturen vakdocenten sport en bewegen aan te stellen. Geen docenten die volgeplempt worden met lesuren, maar docenten die naast hun lessen tijd krijgen om samen met verenigingen en andere sportaanbieders buitenschoolse activiteiten te organiseren en aan te bieden en met kinderen en desnoods hun ouders over hun deelname of niet-deelname in gesprek gaan. Maar ook in staat zijn om de weg te wijzen naar Stichting Leergeld voor mogelijke ondersteuning door het Jeugdsportfonds en contacten onderhouden met de sociale teams. Ik realiseer me dat ik geen traditionele gymleraar wil, maar een docent die sociaal en maatschappelijk bewogen is. Hoewel het om een leraar blijft gaan, zou je kunnen zeggen ‘een maatschappelijk werker in trainingspak’.

Even terug naar het begin van mijn column, waarin ik schreef over Real Madrid-Ajax en de euforische stemming die ontstaat op het moment dat ‘we’ het zo goed doen. Ja, ‘we’ hebben het heel goed gedaan, maar als we verwachten dat daardoor meer kinderen gaan voetballen, dan hebben we het mis. Topsport stimuleert niet tot meedoen. In de aanloop naar die geweldige wedstrijd van Ajax in Madrid werd een oud interview van Cruijff vertoond, waarin hij één van zijn vele prachtig uitspraken deed. Ik citeer hem vrijelijk:  ‘ik heb een zak geld nog nooit een doelpunt zien maken’. Dat geldt ook voor sportstimulering : ‘ik heb een zak geld (lees topsport) nog nooit zien scoren (lees kinderen gestimuleerd tot sporten)’. Geloof me het Ajax-effect bestaat niet.

Het bericht Het Ajax-effect bestaat niet verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Doe eens lekker gek!

PvdA PvdA De Marne 25-10-2018 09:51

Onlangs verschenen artikelen in de media over het percentage jongeren dat het vwo volgt. De percentages waren per provincie berekend. De provincie Groningen scoorde laag. Wil dat zeggen dat kinderen in andere provincies slimmer zijn? Ik geloof er geen barst van. Het betekent wel dat Groningse kinderen minder kans hebben om op het vwo terecht te komen. Ongelijkheid op basis van afkomst, zou je zeggen. Maar wat is de oorzaak? Uit een onderzoek in onze provincie bleek dat basisschoolleraren in Groningen hun leerlingen vaak een lager schooladvies geven. Onderadviseren, heet dat. Wat is de reden dat ze zo voorzichtig adviseren? Het zou te maken kunnen hebben met onze volksaard die zegt: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’.

De toekomstvisie van onze nieuwe gemeente heeft de titel ‘Ruimte!’ gekregen. Eén van de betekenissen die ik aan de titel zou willen geven is dat we het lef hebben om buiten de kaders van ‘Doe maar gewoon’ te treden. In de toekomstvisie ‘Ruimte!’ wordt dat als volgt verwoord: ‘Je dromen waarmaken vraagt om eigen inzet, moed, durf en lef’. Hier spreekt iets anders uit dan ‘Doe maar gewoon’, hier staat ‘Doe eens gek’. Ik veronderstel dat het laatste voor een goede toekomst van Het Hogeland gewenst is.

Hoewel de toekomst moeilijk te voorspellen is, zie je toch een aantal demografische trends, die belangrijk zijn. Al enige jaren trekt de hoger opgeleide jeugd weg uit onze regio en vestigt zich in de stad Groningen of verder weg gelegen steden om er te gaan studeren. Velen blijven er na hun studie hangen. Als ze een gezin stichten komt een deel van hen weer terug en vestigt zich in goed bereikbare plaatsen. In veel gevallen blijven de ‘terugkeerders’ in de luwte van de stad wonen.

Een andere ontwikkeling die een rol speelt is de toenemende vergrijzing en ontgroening. Er komen meer ouderen en minder jongeren. De betekenis voor verder van Groningen gelegen delen is groot. Het werk is er wel, maar de arbeidskrachten niet. De regio komt in een concurrentiepositie met Stad om de jonge en goed opgeleide arbeidskrachten. Onze positie lijkt niet gunstig. De grote problemen die delen van Groningen nu al hebben met de werving van huisartsen en hoger opgeleide verpleegkundigen stemmen mij niet vrolijk. De vraag is of we in staat zijn om de kwaliteit van de zorg overeind te houden. Maar beperkt het zich wel tot de zorg? Krijgen het onderwijs en de gemeentelijke organisatie ook niet met een dergelijk tekort te maken? Moeten we ons ook in die sectoren zorgen maken om het vinden van voldoende goed opgeleid personeel?

De zorg, het onderwijs en de gemeente zullen alles uit de kast moeten halen om jonge mensen te verleiden naar het Hogeland te komen. Ze zullen aantrekkelijke werkgevers moeten zijn en zich daar op moeten bezinnen.

Voor de gemeente houdt het echter niet op bij goed werkgeverschap. Om de slag om jonge, goed opgeleide mensen te winnen, zal ook het woon- en leefklimaat concurrerend moeten zijn met Stad en andere regio’s, zoals de zuidkant van Groningen. Er ligt een grote uitdaging voor onze nieuwe gemeente. Dat vraagt het lef om te veranderen en te vernieuwen en daar past geen houding bij van ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’.

De discussie rond de hoogte van het werelderfgoedcentrum toont ook het spanningsveld dat bestaat tussen ‘doe maar gewoon’ en ‘doe eens lekker gek’. Een aantal natuurorganisaties wil dat het toekomstige centrum niet uittorent boven de sluizen van Lauwersoog. Ik heb daar echter geen moeite mee. In navolging van mijn wethouder Mariette de Visser zeg ik: ‘Wij gaan voor een goed plan van een goede architect’. Als het nieuwe ontwerp boven de sluizen uitsteekt, dan drukken we daarmee uit dat Het Hogeland zich wil verheffen boven de middelmaat. De onderwijsloopbanen van onze kinderen zijn gebaat bij ambitie en hoge verwachtingen. Voor onze regio is het niet anders. We moeten af en toe onze nek durven uitsteken.

Het bericht Doe eens lekker gek! verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Met een missie naar Den Haag

PvdA PvdA De Marne 15-10-2018 14:28

Ik kom niet zo vaak in Den Haag, maar afgelopen week was het twee keer raak.

Op dinsdag 2 oktober stond ik op het Lange Voorhout en het Malieveld met duizenden mensen te demonstreren!

Het zal u wellicht bekend in de oren klinken; de publieke sector staat zwaar onder druk, in de zorg, in het onderwijs én bij de politie kampen ze al jarenlang met een tekort aan personeel op de werkvloer.

De drijvende krachten die onze samenleving draaiende houden, staan onder hoogspanning, de problemen lopen zienderogen op en als er niet snel wordt ingegrepen zijn de gevolgen niet langer te overzien.

Dat het kabinet voornemens is om jaarlijks 2 miljard uit te geven aan buitenlandse aandeelhouders, door afschaffing van de Dividendbelasting gaat mij absoluut veel te ver. Dat kan niet waar zijn.. terwijl het kabinet heeft beloofd dat iedereen erop vooruit gaat, beloven ze de multinationals 2 miljard en ondertussen loopt het in de publieke sector volledig de verkeerde kant op. Dat was voor mij reden genoeg om op 2 oktober te gaan demonstreren in Den Haag!

Dáárom zat ik in de bus met de Jonge Socialisten én vele partijgenoten onderweg naar Den Haag. Onderweg ging PvdA voorzitter Nelleke Vedelaar met ons in gesprek. Ik zat naast een jeugdwerker en vlakbij een student Economie en een vrouw uit het onderwijs. De dagelijkse praktijk spreekt boekdelen, bij ziekte zijn er geen vervangers te krijgen, stagiaires worden ingezet voor taken waar ze nog niet klaar voor zijn, de alsmaar toenemende werkdruk en bijbehorende stress is ongelooflijk zwaar. De jeugdwerker pleitte voor meer geld naar de jeugdzorg, om meer mensen in de wijken te kunnen inzetten.

Nu, we zijn een week verder, de afschaffing van de Dividendbelasting wordt door Rutte heroverwogen.

Mijn oproep aan premier Rutte: Stel het belang van de samenleving bovenaan.

Goed onderwijs, meer handen in de zorg en een veilige leefomgeving door meer blauw op straat is in het belang van ons allemaal!

Het bericht Met een missie naar Den Haag verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Zorg om het kind

PvdA PvdA De Marne 08-10-2018 17:58

In mijn ‘Door de rode bril’ wil ik deze keer aandacht besteden aan de jeugdzorg. Toeval of niet, wethouder Marc Verschuren had hetzelfde in gedachten. Zijn blog van de afgelopen week verscheen onder de kop ‘Zorg over de jeugdzorg’. Zijn blog verscheen eerder dan mijn column. Het geeft me de mogelijkheid op hem te reageren. Daar is niets vreemds aan, immers op de site van de gemeente Winsum staat onder zijn blog ‘reageren’. Dat doe ik dan ook maar. Hij zal het me wel vergeven als ik dat niet middels de knop ‘reageren’ op de gemeentelijke site doe, maar in deze column.

Al eerder schreef ik over het beteugelen van de kosten van de jeugdzorg. De titel van die column was: ‘Het kind met het badwater weggooien’. Ik schreef die hoge zorgkosten toe aan een aantal tendensen in onze samenleving waardoor het leven van onze jeugdigen er niet makkelijker op wordt. Onze samenleving is doordrenkt van ‘presteren’ en ‘etiketteren’. Ons onderwijs is daar een goed voorbeeld van. Onze leerlingen worden afgerekend op rekenen en taal. Het niveau moet steeds hoger. En net als bij hoogspringen geldt, als je de lat steeds hoger legt, vallen er steeds meer af. Geen wonder dat de zorgkosten hoger worden. Ik veronderstel daarom dat bezuinigen op de jeugdhulp niet mee zal vallen en ben bang dat we met harde bezuinigingen het kind met het badwater weggooien.

Terug naar Verschuren. Hij schrijft: ‘Niet alleen wordt de jeugdzorg onbetaalbaar als we op deze manier doorgaan, maar ik denk dat ook de samenleving gebaat is bij een opvoedsysteem waar niet, zoals nu, wel heel erg snel gemedicaliseerd wordt’. Ja, beste Marc, je slaat de spijker op de kop. Je zegt niets nieuws. Dat is de bedoeling van de jeugdwet juist dat minder jongeren doorgeleid worden naar de geïndiceerde jeugdhulp. Het is juist de bedoeling dat het ‘opvoedsysteem’, zoals je dat noemt, zo ingericht wordt dat er minder kinderen en jeugdigen gemedicaliseerd worden. Of om het in gewoon Nederlands te zeggen, in de zwaardere zorg terecht komen. Maar daar moeten we wel iets voor doen. We moeten dat ‘opvoedsysteem’ met elkaar inrichten om te voorkomen dat kinderen in de zwaardere zorg terechtkomen. Preventie heet dat met een mooi woord. Natuurlijk heb ik als raadslid mijn verantwoordelijkheid daarin te dragen. Maar mijn rol is beperkt. Als wethouder zit je, gesteund door een ambtelijk apparaat, dagelijks en direct aan de knoppen. Ik begrijp dat het een ingewikkeld speelveld is, maar ik vind het teleurstellend dat je veel vragen stelt en nog geen enkele oplossingsrichting kunt geven.

Ondanks dat ik niet met alle wethouders in onze provincie spreek, ondanks dat ik geen RIGG tot mijn beschikking heb en niet beschik over een ambtelijk apparaat, probeer ik toch een antwoord te formuleren.

Volgens mij kennen we niet één opvoedsysteem, maar twee systeemwerelden. Dat is in de eerste plaats de wereld van de school met het kind in het onderwijs als aangrijpingspunt.  De tweede systeemwereld is de wereld van de jeugdzorg met het kind in het gezin als aangrijpingspunt. Het geven van passend onderwijs is geen sinecure. Dat blijkt ook gezien het feit dat het speciaal onderwijs weer groeit. Het lesgeven aan kinderen met sociaal-emotionele problemen vraagt veel van leraren. Vooral omdat klassen relatief groot zijn en expertise en ondersteuning ontbreken. Bovendien vragen juist deze kinderen dat er een goede relatie bestaat tussen ouders en de school.

Ik pleit ervoor de zorg de school in te trekken. En dan niet alleen de hele basale zorg, maar zeker ook de licht specialistische zorg. Als we kinderen willen helpen, dan moeten de neuzen van de belangrijkste opvoeders, de ouders en de leraren, dezelfde kant op staan. Zowel ouders als leraren moeten daarbij ondersteund worden. Niet door specialisten uit de eigen systeemwereld, maar door specialisten die geen onderscheid maken tussen het kind in het gezin en het kind in de school. Het kind moet centraal staan.

Natuurlijk maak ik me zorgen over de betaalbaarheid van de jeugdzorg. Lees mijn in juli verschenen column ‘Het kind met het badwater weggooien’ er nog maar eens op na. Maar het gaat niet om de jeugdzorg. Het gaat erom dat het kind dat een beetje ‘anders’ is, zo normaal mogelijk mag opgroeien. Daarbij moeten hun belangrijkste opvoeders ondersteund worden. Niet in de laatste plaats om klasgenoten te leren hoe ze moeten omgaan met het kind dat ‘anders’ is. Laat niet de zorg om de betaalbaarheid leidend zijn, maar de zorg om het kind.

Het bericht Zorg om het kind verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Het kind met het badwater weggooien

PvdA PvdA De Marne 17-07-2018 15:46

Onlangs hebben we de kadernota voor onze nieuwe gemeente Het Hogeland besproken. Ik zal het niet over de volledige inhoud van die kadernota hebben, maar over het sociale domein in het algemeen en de jeugdzorg in het bijzonder. We gaan de eerstkomende twee  jaren naar een fors tekort op de jeugdzorg. Daarna denken de colleges het tekort te kunnen halveren om na vier jaar weer naar ‘budgetneutraliteit’ te streven.

Laat ik eerst even verduidelijken wat dat begrip ‘budgetneutraliteit’ betekent. Het wil zeggen dat je evenveel van het Rijk ontvangt als je uitgeeft. Op het ogenblik is het evenwicht ver te zoeken. We geven veel meer aan jeugdzorg uit dan we ontvangen. Gelukkig zijn we niet de enige gemeente. Alle Groninger gemeenten kampen met dit probleem en in de andere provincies is het beeld niet veel gunstiger.  De gemeente legt dus zelf geld bij. Maar, zegt de gemeente, na verloop van tijd denken we het evenwicht weer te kunnen herstellen.

Het Hogeland meent dat je meer greep op de uitgaven aan jeugdzorg krijgt door te investeren in preventie en vroegtijdige, lichte zorg. Prima, dat moet je doen. Daar kan niemand het mee oneens zijn. Ongetwijfeld zal je dan geld kunnen besparen. Maar ik geloof er geen barst van dat je de uitgaven er zodanig mee kunt beteugelen dat er weer ‘budgetneutraliteit’ ontstaat. Ik constateer dat onze huidige prestatieve samenleving de lat steeds hoger legt en zijn eigen afvallers creëert.  Helaas zijn het in toenemende mate ook onze jeugdigen die de druk voelen en eronder bezwijken. Als je dan bovendien nog in ogenschouw neemt dat we tegenwoordig de neiging hebben om iedereen die even iets anders is van een stempel te voorzien, dan moet je niet verbaasd zijn als de zorgkosten de pan uitrijzen. Het onderwijs is daarvan een prima illustratie.

Laten we passend onderwijs eens onder de loep nemen. Passend onderwijs is bedoeld om alle kinderen onderwijs op de ‘gewone’ school in de buurt te bieden. Onlangs lazen we dat het speciaal onderwijs weer groeit. Je mag dus veronderstellen dat de gewone basisschool toch niet zo passend is voor veel kinderen. Mag je dat de scholen kwalijk nemen? Nee, want waar worden scholen door de inspectie op beoordeeld? Juist, op de prestaties van hun kinderen op rekenen en taal. De inspanningen van scholen om alle kinderen binnen boord te houden, om het maar in algemene termen te benoemen,  tellen niet mee. Door de eenzijdige toetsing van scholen op prestaties op gebied van rekenen en taal, creëert het onderwijs zijn eigen jonge en vroegtijdige afvallers.

Misschien heb ik ongelijk, maar ik heb een heel ongemakkelijk gevoel bij maatregelen om de vraag naar jeugdzorg in te dammen. Ik ben bang dat we niet de tijd krijgen om op zoek te gaan naar de diepere oorzaken van de toegenomen vraag, maar grijpen naar makkelijk te nemen maatregelen door bijvoorbeeld ondersteuningstijd eenvoudigweg in te korten. Ondanks dat ik volstrekt geen deskundige ben, durf ik wel te stellen dat dat veel te makkelijk is. Een kind met een aan autisme verwante stoornis en zijn ouders zullen niet alleen in de kleuterperiode ondersteuning nodig hebben, maar zeker ook nog in de puberteit. Die ontwikkelingsfase is voor veel kinderen al niet makkelijk, laat staan voor een dergelijk kind.

Ik heb mij dan ook bijzonder geërgerd aan een bericht op RTVNoord dat ging over de jeugdzorg in de gemeente Midden-Groningen. Wethouder Peter Verschuren van de gemeente Midden-Groningen spreekt, aldus RTVNoord, het volgende uit: ‘………. De opvoeding moet meer de verantwoordelijkheid worden van de ouders, en minder van de overheid’ ……………. ‘De praktijk is nu dat, als de ouders er even niet uitkomen, er een professionele kracht aan te pas komt’. En in het bewuste artikel staat ook nog: ‘Ouders moeten de opvoeding meer zelf gaan doen. En dus moeten ze niet meer naar de gemeente gaan voor hulp’. Deze laatste zin is geen citaat van de wethouder, maar dit is kennelijk het beeld dat de journalist van de wethouder heeft gekregen als het om jeugdzorg gaat.

Ik krijg hier een heel akelig gevoel bij. Alsof ouders het opvoeden van hun kinderen graag aan anderen overlaten en het uit gemakzucht wel makkelijk vinden dat een ander hun opvoeding overneemt!  Als ouders die met hun kind ondersteuning nodig hebben al geen schaamte en schuldgevoelens hebben, dan krijgen ze het door zulke uitspraken wel. Het bevestigt mij in mijn angst dat we straks het kind met het badwater weggooien.

Het bericht Het kind met het badwater weggooien verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Het concept verkiezingsprogramma is klaar!

PvdA PvdA De Marne 10-03-2018 16:39

https://hethogeland.pvda.nl/nieuws/concept-verkiezingsprogramma-is-klaar/ https://hethogeland.pvda.nl/nieuws/concept-verkiezingsprogramma-is-klaar/

 

Afgelopen maandag hebben we in Onderdendam een eerste inhoudelijk goede discussie gehad met de samenstellers. In grote lijnen zijn we het -uiteraard- met elkaar eens. We hangen immers allen dezelfde sociaal-democratische uitgangspunten aan. Toch was er nog genoeg te bespreken, over de vorm, maar ook de inhoud. De basis staat en de commissie gaat met onze input aan de slag.

Op naar de volgende sessie, waar we een vervolg geven aan het programma. De datum hiervoor volgt. Denk mee en praat mee over ons programma voor de gemeenteraadsverkiezingen in november!

Het bericht Het concept verkiezingsprogramma is klaar! verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.