Geachte heer Van Dijk, beste Otwin, Vanavond is er een vergadering van de gemeenteraad van Oude IJsselstreek. Ik schrijf u om u te laten weten dat ik daarbij niet fysiek aanwezig zal zijn, maar, na overleg binnen mijn fractie, voor heb gekozen om de vergadering elders, via de live videoverbinding te volgen. Ik meen er goed aan te doen om u te laten weten waarom ik deze keuze heb gemaakt en doe dit in deze open brief, die ik zal delen met anderen die bij de gemeentepolitiek in Oude IJsselstreek zijn betrokken.
Vanavond staat het concept voor de programmabegroting voor het jaar 2020 op de agenda. Misschien moet ik dat wat preciseren, in die zin, dat slechts de presentatie van die begroting op de agenda staat. Uit uw eerdere berichten heb ik begrepen dat alle collegeleden een toelichting zullen geven op de over hun beleidsterreinen in de conceptbegroting opgenomen onderwerpen en het daar dan ook bij blijft.
U liet dinsdag weten, naar ik aanneem in uw hoedanigheid van voorzitter van de gemeenteraad, bij dit agendapunt geen interrupties door raadsleden te zullen toestaan. Nu er verder geen onderwerpen op de agenda staan betekent dit, dat de leden van de gemeenteraad geen enkele bijdrage aan de gemeenteraadsvergadering kunnen geven.
Onze lokale democratie is gebaseerd op een duaal stelsel. Dat wil zeggen dat een conceptbegroting, die door het college is opgesteld, door de gemeenteraad moet worden vastgesteld en dat de gemeenteraad, onder meer, het recht van amendement heeft. Om die bevoegdheden goed uit te oefenen zullen er argumenten moeten worden uitgewisseld. Daarvoor hoort er een politiek debat te zijn. Daaraan schort het vanavond. Het doet me weer denken aan de behandeling van het huidige coalitieakkoord, toen ook elk debat werd gemeden.
Toen ik voor het eerst de plannen zag die u, samen met de commissievoorzitters, had bedacht om de behandeling van de concept-begroting te doen plaatsvinden, had ik daarbij al zo mijn bedenkingen, omdat er bijzonder weinig ruimte was voor een debat in de openbare gemeenteraadsvergadering. Weliswaar is er, op voorwaarde dat elk onderwerp vooraf worden aangemeld, in de commissievergaderingen enige ruimte voor debat, maar op de plaats waarin inhoudelijke politieke debatten thuis horen, in de openbare gemeenteraadsvergadering, was daar niet of nauwelijks sprake van. Om van een geinteresseerde burger of een journalist te verwachten dat deze, om te zien hoe het beleid voor 2020 in de gemeenteraad wordt besproken, drie gemeenteraadsvergaderingen en drie commissievergaderingen gaat volgen, is ook nog iets waar men zijn bedenkingen kan hebben.
In die fase heb ik overdacht of ik mijn bedenkingen kenbaar zou maken. Ik heb daar toen vanaf gezien en besloten daar in de evaluatie op terug te komen. Dat was echter in een situatie dat er nog wel enige mogelijkheid tot politiek debat met de leden van het college in de gemeenteraad aanwezig was, namelijk de mogelijkheid om tijdens de presentatie van de begroting van vanavond in een interpellatie verhelderingsvragen te stellen of al dan niet politiek getinte tegenargumenten naast de beleidsvoornemens van de wethouders te leggen. Ik was al gevorderd met de voorbereiding van onze inbreng.
Die laatste mogelijkheid tot politiek debat werd door uw bericht van dinsdagochtend weggenomen. Vanavond wordt geen enkele tegenspraak geduld. De wethouders krijgen, op de plek waar ze eigenlijk verantwoording moeten afleggen en hun beleidsvornemens hebben te verdedigen, van u vrij baan.
De door u wel gemaakte vergelijking met de troonrede, waar de parlementariërs ook, sjiek uitgedost, slechts als decorstukken fungeren en de koning de door de regering opgestelde tekst als troonrede uitspreekt, gaat niet op. De koning is nu eenmaal onschendbaar en het symbool van onpartijdigheid en nationale eenheid.
In ons geval gaat het om politiek verantwoordelijke bestuurders die in een duaal stelsel hun beleidsvoornemens voorleggen. Het is de taak van elk raadslid en zeker een raadslid die de moeilijke maar eerbare taak heeft om op een opbouwende en verstandige wijze oppositie te voeren, daarop te reageren.
Het lukt mij eenvoudigweg niet om alleen aanwezig te zijn als figurant of decorstuk en hoogstens de taak te hebben om, als u het als voorzitter toestaat, aan het einde van de avond beleefdheidshalve te applaudisseren of dat juist niet te doen. Ik had natuurlijk kunnen proberen om u, of mijn mederaadsleden, middels een ordevoorstel en met de argumenten die ik hiervoor heb genoemd te overtuigen van mijn stellige mening dat een interpellatieverbod vanavond niet op zijn plaats is. Daar heb ik vanaf gezien, omdat dat afleidt van de inhoud.
Laat ik op dit punt nog wel opmerken dat het niet mijn bedoeling is om te spijbelen. Ik volg de presentatie van minuut tot minuut en wens u en de overige leden van het college alle succes en hoop degelijke en levendige presentaties te kunnen zien.
Uiteraard heb ik, in de korte tijd die ons daarvoor is gegund, kennis genomen van de tweede bestuursrapportage en de conceptbegroting. Op diverse punten stemt de inhoud me positief, en op andere punten heb ik suggesties voor verbeteringen en soms bedenkingen. Uiteraard zal ik die in de door mijn fractie te geven bijdrage aan de algemene beschouwingen naar voren brengen.
Ook vanavond zal ik, omdat ik niet nu eenmaal niet kan zwijgen en stilzitten, een bijdrage geven door op Twitter, onder de hashtag #OIJ2020, commentaar te leveren op de presentaties. Uiteraard juich ik het toe als collega-raadsleden of bestuurders daar het debat wel willen aangaan.