De Visafslag op Scheveningen is een rijksmonument geworden. Het CDA Den Haag vindt dit een mooie ontwikkeling, maar maakt zich zorgen om de gevolgen van deze monumentenstatus. Een gebouw met zo’n status is namelijk duurder om te verbouwen en renoveren, terwijl dit nou juist essentieel is voor de groei-ambities van de Visafslag. CDA-raadsleden Ismet Bingöl en Kavish Partiman stellen kritische vragen aan het stadsbestuur. “Is de gemeente het met ons eens dat de oplopende kosten van verbouwing zorgelijk zijn voor de economische status van de Visafslag?” wil Partiman weten. Ook vragen de raadsleden om duidelijkheid over alle regeltjes die gelden voor monumenten die willen verbouwen of verduurzamen. CDA Den Haag is van mening dat de procedures voor de renovatie van monumenten nogal onduidelijk zijn. Daarom willen de CDA’ers graag dat de gemeente in gesprek gaat met de Visafslag, om met hen te bespreken wat hun monumentenstatus betekent voor het bedrijf. Bingöl is daarnaast benieuwd “of de Visafslag, die veel kansen biedt voor Nederland en Europa, door het stadsbestuur geholpen kan worden met economische groei”. De CDA-fractie vindt het erg problematisch als de Visafslag door allerlei regeltjes te maken krijgt met oponthoud. De gemeente zou volgens de CDA’ers de groei van de Visafslag en alles wat daarvoor nodig is juist moeten stimuleren in plaats van tegenwerken.