De manier waarop een aantal Haagse zalencentra aan een nachtontheffing dreigt te komen roept veel vraagtekens op. De sterke verwevenheid tussen zalencentrum de Opera en Groep de Mos en het feit dat dit zalencentrum twee van de vijf beschikbare ontheffingen dreigt te bemachtigen leidt terecht tot veel ophef. Ook de Haagse Stadspartij is geschrokken en heeft in de raad van 16 mei 2019 gepoogd om de procedure te veranderen: Geef alle ondernemers de kans om een nachtontheffing aan te vragen en kies voor kwaliteit en niet voor een sponsor. Deze motie haalde helaas geen meerderheid.

De Haagse Stadspartij is een groot voorstander van een beter nachtleven in Den Haag. Zo hebben we regelmatig een lans gebroken voor meer dance in Den Haag. De laatste jaren is er veel verbetering gekomen. Clubs als het Magazijn en PIP voorzien in een grote behoefte en dancefestivals als The Crave en Den Haag Outdoor worden mede dankzij de gemeente mogelijk gemaakt. Maar het kan nog veel beter. Een nieuwe visie op het uitgaansleven lijkt ons geen overbodige luxe. De vijf nachtontheffingen die de burgemeester nu wil gaan verlenen lijkt leuk, maar duidt op hap-snapbeleid. Het wordt verkocht als nieuw beleid, zonder dat we dit als raad kunnen bespreken. Dat is bizar en is een ondermijning van de kaderstellende rol van de gemeenteraad. In het nieuwe beleid wordt bovendien verkeerd geciteerd uit het coalitieakkoord, want grootschalige dance-events worden helemaal niet genoemd in het coalitie-akkoord. Het wordt ook geen pilot zoals het coalitieakkoord stelt. Verder zijn er geen kwaliteitscriteria, en alleen horecazaken groter dan 1.000 m2 komen in aanmerking. Dan kom je automatisch uit bij een paar zalencentra in deze stad, zodat 99% van alle horeca-ondernemers geen kans maakt. Inmiddels is gebleken dat twee van de razendsnel aangevraagde nachtontheffingen waarschijnlijk verleend zullen worden aan De Opera aan de Fruitweg, oftewel het partycentrum van Groep de Mos. Dit bedrijf heeft zowel financiële als persoonlijke banden met de partij van wethouder de Mos, en dan kan het natuurlijk niet zo zijn dat de schijn wordt gewekt dat deze onderneming bevoordeeld wordt.

Eerder al stelde de Haagse Stadspartij dit aan de kaak in schriftelijke vragen en in de raad van 16 mei diende raadslid Peter Bos een motie hierover in:

Het bemachtigen van een nachtontheffing mag geen hardloopwedstrijd zijn, en mag ook geen opzetje zijn om sponsors van een politieke partij een voorkeurspositie te verschaffen. Daarom de volgende motie:

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 16 mei 2019, ter bespreking van het agendapunt Nachtontheffing voor horeca buiten de uitgaanskernen.

De burgemeester op 18 april 2019 aanvullend beleid heeft vastgesteld waarin ruimte wordt geboden voor maximaal vijf nieuwe nachtontheffingen voor horeca-inrichtingen buiten de uitgaanskernen indien zij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m² hebben;

In de toelichting van het besluit wordt verwezen naar het Coalitieakkoord waarin zou staan dat er ‘binnen de uitgaanskernen nauwelijks potentieel geschikte locaties zijn voor grootschalige (dance)events en andere uitgaansmogelijkheden’.

In de toelichting van het besluit staat dat “een aantal ondernemers van grote horeca-inrichtingen al eerder heeft aangegeven dat zij festivals, muziekoptredens of dancefeesten wil organiseren en daarom behoefte heeft om langer open te kunnen zijn (..) zij willen ieder weekend langer open blijven”;

Gebleken is datvier van de vijf beschikbare nachtvergunningen zijnaangevraagd door zalencentra die gespecialiseerd zijn in bruiloften en partijen;

Er volstrekt verkeerd geciteerd is uit het Coalitieakkoord, waarin “grootschalige (dance)events” niet worden genoemd;

Het juiste citaat uit het Coalitieakkoord luidt:

“Daarom blijven we ons in de uitgaansgebieden samen met de horecasector inzetten voor ruimere openingstijden, realistische geluidsnormen in de horeca en een soepel terras- en vergunningsbeleid. Ook willen we een impuls geven aan de dancescene. Binnen de uitgaanskernen bestaan nauwelijks potentieel geschikte locaties. Daarom komt er een pilot voor nachtontheffingen voor locaties buiten deze kernen”.

Bij de aanvragen voor de vijf nieuwe nachtontheffing niet getoetst gaat worden hoe en of de dancescene wordt bevorderd;

Van een pilot geen sprake is aangezien de nachtontheffingen voor 10 jaar gaan gelden.

Het niet uit te leggen valt waarom alleen tegemoet wordt gekomen aan “een aantal ondernemers van grote horeca-inrichtingen” zoals genoemd in de toelichting bij het besluit;

De horeca-inrichtingen die een nachtontheffing hebben aangevraagd geen onderdeel zijn van de dancescene.

Met nieuw aanvullend beleid te komen m.b.t. nachtontheffingen dat is gebaseerd op de wensen van het uitgaanspubliek, culturele organisaties en horeca-inrichtingen kleiner dan 1.000 m2, dat de dancescene bevordert en iets toevoegt aan het huidige aanbod.

Behalve deze motie diende Peter Bos eerder nog deze schriftelijke vragen in:

Schriftelijke vragen: Nachtontheffingen horeca

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op 8 mei 2019 is in de commissie Bestuur gesproken over het burgemeestersbesluit Nachtontheffing voor horeca buiten de uitgaanskernen (RIS302417). Hierover stel ik overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van Orde de volgende schriftelijke vragen:

Volgens het college is dit besluit besproken in het college. Kan het college aangeven in welke collegevergadering dit is besproken en in welke besluitenlijst dit is te vinden?Zo nee, waarom niet?

Kan het college aangeven op wiens initiatief dit besluit tot stand is gekomen? Zo nee, waarom niet?

In het burgemeestersbesluit wordt gesteld dat  op grond van het geldende horecabeleidin beginsel geen nieuwe nachtontheffingen kunnen worden verstrekt. Is het juist dat met het geldende horecabeleid de Horecavisie Den Haag (RIS 288645) wordt bedoeld die op 11 februari 2016 is vastgesteld door de gemeenteraad? Zo nee, waarom niet?

In het burgemeestersbesluit wordt gesteld dat in aanvulling op de huidige vaste gedragslijn, zoals weergegeven in het horecabeleid, aanvullend beleid vast wordt gesteld waarin ruimte wordt geboden voor maximaal vijf nieuwe nachtontheffingen voor horeca-inrichtingen. Is het college bereid om dit aanvullend beleid ter besluitvorming voor te leggen aan de raad? Zo nee, waarom niet?

Waarom is de raad tot op heden niet actief geïnformeerd over dit aanvullend beleid?

Volgens het burgemeestersbesluit d.d. 19 april 2019 wordt dit aanvullende beleid gepubliceerd in het Gemeenteblad. Wanneer is of wordt dit beleid gepubliceerd in het Gemeenteblad?

Hoe heeft het college het burgemeestersbesluit extern gecommuniceerd?

Waarom is er op de website van de gemeente nog niets te vinden over de mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen?

Volgens het college zijn inmiddels zes aanvragen ingediend voor nieuwe nachtontheffingen. Welke horeca-inrichtingen zijn dit en op welke data zijn de aanvragen binnengekomen bij de gemeente?

Kan het college aangeven waar de drie horeca-inrichtingen zich precies bevinden die tot op heden volgens het college kansrijk zijn om in aanmerking te komen voor een nachtontheffing? Zo nee, waarom niet?

Volgens het college is het de bedoeling dat met de nieuwe nachtontheffingen het Haagse nachtleven (onder meer de dance-scene) bevorderd gaat worden. Hoe gaat het college er voor zorgen dat voorkomen wordt dat zalencentra die zich vooral richten op bruiloften en partijen er met de vijf nachtontheffingen vandoor gaan?

Welke aanvragers hebben te kennen gegeven dat zij de Haagse dancescene gaan bevorderen en op welke wijze wordt dit in het ontheffingsbesluit als voorwaardeopgenomen?

Is het college bereid om de raad de mogelijkheid te bieden om het aanvullend beleid te bespreken voordat het college een besluit neemt over de aangevraagde nachtontheffingen? Zo nee, waarom niet?