De onlangs gepresenteerde plannen voor de verhuizing van het Escher Museum naar de Amerikaanse ambassade leiden bij de Haagse Stadspartij tot veel scepsis. Raadslid Peter Bos: “Het wordt een dure grap. Escher mag straks 5x zoveel huur gaan betalen als nu.”

Volgens een artikel in Den Haag Centraal moet het Escher Museum straks een huurprijs van 850.000 euro per jaar gaan betalen voor de huur van de ambassade. Op dit moment betaalt Escher 162.000 euro voor het huidige onderkomen in het Paleis op het Lange Voorhout.

Het college meldde onlangs dat er een partij was gevonden die de ambassade wil kopen en herontwikkelen tot Escher Museum en hotel. Daarvoor moet het Rijksmonument wel flink op de schop en ook dat lijkt problematisch.

In een reeks schriftelijke vragen wil raadslid Peter Bos weten hoe de vork precies in de steel zit. Bos: “De Amerikaanse ambassade is een iconisch gebouw op een strategische plek in het centrum. Het college lijkt te kiezen voor snelle verkoop in plaats van zorgvuldige besluitvorming. Escher wordt op kosten gejaagd en extra subsidie komt er niet”.

Zijn er alternatieven? Peter Bos: “De gemeente zou het gebouw niet moeten verkopen. Zo houdt de gemeente de regie over de toekomst van het gebouw en kan gekozen worden voor het beste plan i.p.v. wat de markt dicteert. Straks zijn we het gebouw kwijt, wordt het door verbouwingen verminkt en kan Escher de huur niet meer betalen.“

Wel is Bos zeer te spreken over de huidige, tijdelijke gebruikers van de ambassade: “Anna Vastgoed en Galerie West laten zien dat het gebouw zeer veel verschillende publieke en culturele functies aan kan. West heeft zelf ook serieuze toekomstplannen gemaakt voor het pand. Waarom wordt dat niet serieus genomen?”

Schriftelijke vragen: Resultaten Marktverkenning Amerikaanse Ambassade

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op 19 juni 2019 ontvingen wij de brief (RIS302853) waarin de uitkomsten en het vervolg van de marktverkenning voor de verkoop van de Amerikaanse Ambassade zijn bekendgemaakt.

Hierover stel ik overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde de volgende schriftelijke vragen:

De voormalige Amerikaanse Ambassade is een bijzonder Rijksmonument van de architect Marcel Breuer. Om het programma van een museum, hotel en horeca in het gebouw te passen dient het te worden uitgebreid en aangepast.

1. Het huidige gebouw is 6.000 m2 groot. In het nieuwe plan van IQQN, Escher Museum, Gemeentemuseum en Syntrus Achmea (hierna: het consortium) wordt uitgegaan van een museum van 5.500 m2. Hoeveel m2 wordt er in het nieuwe plan opgenomen voor horeca, hoeveel voor het hotel en hoeveel voor eventueel andere functies?

2. Het consortium was tijdens de presentatie van hun plan (en daarna) erg vaag over de mogelijke sloop van onderdelen (zoals het auditorium), het optoppen van het gebouw en het bebouwen van het binnenterrein. Kan het college aangeven welke majeure ingrepen er nu op tafel liggen? Zo nee, waarom niet?

3. Is het college het met mij eens dat het aanpassen en uitbreiden van een Rijksmonument een gevoelig onderwerp is wat de hele stad aangaat? Waarom zijn het ontwerp en de plannen voor het gebouw dan nog niet gepresenteerd?

4. Uit verschillende berichten blijkt dat er al een ontwerp is gemaakt door het consortium en dat de gemeente dit plan heeft gezien. Kan het college aangeven op welke wijze zij dit ontwerp kent? En welke afdelingen daarbij betrokken zijn? In welk stadium van het aanvragen van een vergunning is het plan momenteel?

5. Van welke partijen moet men toestemming verkrijgen om het gebouw te mogen renoveren en uit te breiden? Welke van deze partijen zijn al benaderd? En kan het college aangeven of deze partijen al akkoord zijn?

6. Kan het college toezeggen om bij het beantwoorden van deze vragen de huidige stand van zaken zoals ontwerptekeningen, impressies en maquettes mee te sturen naar de raad? Zo nee, waarom niet?

7. Geïnteresseerde marktpartijen dienden business-cases en presentaties te geven van hun plannen. Zijn deze beschikbaar voor de raad of in te zien? Zo nee, waarom niet?

8. De gemeente heeft het pand destijds gekocht voor 10,5 miljoen. Om een eventuele herontwikkeling mogelijk te maken is daarna een voorziening gevormd van 7,15 miljoen. Van de voorziening is inmiddels 6 miljoen euro benut om de balanswaarde te verlagen. Deze bedraagt momenteel 4,5 miljoen. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

9. De opbrengst van de verkoop staat in de begroting van de gemeente voor 11,5 miljoen opgenomen. Bij verkoop voor dit bedrag maakt de gemeente derhalve een boekwinst van 7 miljoen. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

10. Gaat deze boekwinst naar de algemene middelen? Zo nee, waarom niet?

11. In het REIS zit ook nog een bedrag van 6,5 miljoen voor Escher in de ambassade. Waar wordt dit geld aan besteed?

12. Hoe hoog is de huidige taxatiewaarde van het pand?

13. Hoe hoog bedroeg de taxatiewaarde bij aankoop door de gemeente?

14. Volgens het uiteindelijk in 2017 vastgestelde Kunstenplan ontvangt het Escher Museum jaarlijks 430.000,- subsidie van de gemeente. In het artikel in Den Haag Centraal stelt directeur Benno Tempel dat het Escher Museum de huidige subsidie behoudt. Heeft het college dit inderdaad al toegezegd? Zo nee, waarom niet?

15. Is er door het college toegezegd dat er toch subsidie wordt verleend in het geval dat de adviescommissie m.b.t. het Kunstenplan 2021-2024 negatief adviseert over de aanvraag van het Escher Museum?

16. In het jaarverslag 2017 van de Stichting Escher Collectie staat dat het huidige pand Lange Voorhout 74 wordt gehuurd voor 159.876,- euro per jaar. In het jaarverslag staat ook dat de gemeente jaarlijks subsidie verleent voor hetzelfde bedrag. Daarnaast blijkt uit het jaarverslag dat in 2017 voor gebruikersonderhoud 91.590,- subsidie is verleend door de gemeente en voor de exploitatie van het museum 190.602,- . Uit het subsidieregister 2019 blijkt dat er drie bedragen aan de Stichting Escher Collectie zijn uitgekeerd die iets hoger zijn dan de hierboven genoemde bedragen. Klopt het dat de subsidie voor Escher uit deze drie delen bestaat? Zo nee, waarom niet?

17. Wat is de huidige huurprijs van Escher in het Paleis, hoeveel m2 wordt gehuurd en met welke m2-prijs wordt daarbij gerekend door de gemeente?

18. Op 11 juli 2019 verscheen een artikel in Den Haag Centraal waarin wordt gesteld dat het Escher Museum een huurprijs van 850.000 euro per jaar moet gaan betalen voor de huur van de ambassade. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

19. Vergeleken met het huidige pand betekent dit het Escher Museum jaarlijks zo’n 7 ton extra aan huur moet gaan ophoesten. Dit is een stijging van 430%. Beseft het college dit?

20. In het artikel van Den Haag Centraal staat dat de jaarlijkse subsidie van de gemeente momenteel 450.000 euro bedraagt en dat dit bedrag al is ingeboekt door het consortium onder het kopje “Huur museum gegarandeerd door de gemeente”. Dit terwijl uit het jaarverslag 2017 blijkt dat de subsidie van de gemeente uit drie componenten bestaat: huur, gebruikersonderhoud en exploitatie. Hoe kan het dat de totale subsidie besteed gaat worden aan de huur van het gebouw zodat voor de overige kosten van het museum geen geld meer is?

21. In de brief van het college staat dat de gemeente voor het beoogde plan geen extra structurele bijdrage aan de exploitatie van het Eschermuseum levert. Dit leidt tot de conclusie dat de huurverhoging geheel voor rekening komt van het Escher Museum. Is dit juist?

22. Kan het college garanderen dat ook geen incidentele bijdrages worden gedaan aan het plan? Zo nee, waarom niet?

23. Hoe wordt langjarig geborgd dat het Eschermuseum op termijn geen extra structurele bijdrage aan huur en onderhoud van het nieuwe onderkomen nodig heeft van de gemeente?

24. Hoe hoog zijn de jaarlijkse kapitaallasten van de ambassade bij benadering als de gemeente het gebouw in eigendom behoudt en gaat verhuren aan het Escher Museum zonder hotel?

25. Het gebouw is momenteel tijdelijk in gebruik door Galerie West en Anna Vastgoed en Cultuur. Is het college met mij van mening dat deze gebruikers het pand op het moment goed benutten, voor reuring in het museumkwartier zorgen, nieuwe toegevoegde activiteiten hebben opgezet, publiek uit binnen- en buitenland trekken, multidisciplinair zijn en dat al met al met deze activiteiten sprake is van gebruik dat past in de visie op het Museumkwartier? Zo nee, waarom niet?

26. Galerie West zit nu als presentatie-instelling in de landelijke Culturele Basisinfrastructuur 2017-2020 (de BIS) en ontvangt daardoor Rijkssubsidie. De minister van OCW wil in de periode 2021-2024 zes presentatie-instellingen behouden en extra investeren in twee presentatie-instellingen. Uit de uitgangspuntennota:

“Presentatie-instellingen liggen aan de basis van experiment en vernieuwing in de beeldende kunst. Hier wil ik zo veel mogelijk publiek mee in aanraking brengen. Daarom behoud ik 6 presentatie-instellingen in de basisinfrastructuur. Ik investeer een bedrag van 0,9 miljoen waarvan € 0,15 miljoen voor een betere beloning van beeldend kunstenaars. Daarbij geef ik twee instellingen de opdracht om zich specifiek te richten op het verbreden van hun (inter)nationale publiek.”

Is het college met mij van mening dat West grote kans maakt om opnieuw als presentatie-instelling in de BIS te worden opgenomen en zelfs kans maakt om de opdracht te krijgen zich specifiek op het (inter)nationale publiek te richten? Zo nee, waarom niet?

27. Galerie West is dankzij haar aansprekende programmering in de Amerikaanse ambassade samen met het Eye Filmmuseum uit Amsterdam en het De Pont museum uit Tilburg genomineerd voor de jaarlijkse prestigieuze oorkonde van de Nederlandse afdeling van AICA (Association Internationale des Critiques d’Art/Internationale Vereniging van Kunstcritici). Uit het juryrapport:

“West steekt zijn nek uit met gewaagde keuzes. Bij West kan het publiek zich over de breedte van contemporaine cultuur oriënteren. (…) De vindingrijke programmering is zowel kunsthistorisch-inhoudelijk sterk als hedendaags relevant: een unieke combinatie waar weinig musea naar streven, maar waar een kleine organisatie als West door flexibiliteit, het juiste netwerk en de samenwerking met andere instellingen tot kan komen.”

Is het college hiervan op de hoogte?

28. Is het college met mij van mening dat de groeiende nationale en internationale waardering die West krijgt aangeeft dat West voor de toekomst van het Museumkwartier van groot belang kan zijn? Zo nee, waarom niet?

In een persbericht maakte Galerie West bekend in gesprek te zijn met een investeerder om samen met die partij de voormalige ambassade te ontwikkelen.

29. Is het college hiervan op de hoogte? Zo nee, waarom niet?

30. Volgens onze informatie is er door Galerie West contact gezocht met de gemeente om hun plannen te bespreken. Klopt dit? En zo ja wanneer is door Galerie West contact gezocht met de gemeente? En is het college hier op ingegaan?

31. Het plan van Galerie West stelt geen uitbreidingen nodig te hebben en het huidige gebouw optimaal te gaan gebruiken. Heeft het college dit meegewogen in de beslissing met het consortium in zee te gaan? Zo nee, waarom niet?

Waarom heeft het college besloten exclusief met één partij verder te onderhandelen als ook West te kennen heeft gegeven dat er een investeerder is gevonden en plannen heeft? Was het afwegen van de twee plannen op voor- en nadelen niet een effectievere gang van zaken?

33. Zijn er met het consortium bindende afspraken gemaakt om het openbare en publieke karakter van de plek te borgen? Zo nee, waarom niet?

34. Zijn er met het consortium bindende afspraken gemaakt over het organiseren van op de stad gerichte kunst- en cultuurevenementen zoals de ambassade nu fungeert? Zo nee, waarom niet?

35. Kan het college aangeven hoeveel procent van bezoekers aan het Escher Museum binnen- en/of buitenlandse toerist zijn? En hoeveel procent zijn Hagenaars?

36. Kan het college aangeven in hoeverre het Escher Museum bijdraagt aan het makersklimaat?

37. Kan het college aangeven aan welke harde eisen het plan van het consortium moet voldoen?

38. Wat zijn de gevolgen als het consortium niet aan deze eisen kan voldoen?

39. Op welke wijze wordt geborgd dat de Amerikaanse ambassade voor de lange termijn en ook indien het Escher Museum om wat voor reden dan ook ophoudt te bestaan, na verkoop een publieke en culturele bestemming houdt?

Peter Bos