In een debat met de Partij voor de Dieren heeft het college toegezegd om groenstroken in de stad minder te gaan maaien. Aanleiding van het debat waren de nesten van watervogels (in Bezuidenhout) die ten prooi vielen aan de grastrimmers van de Haagse groenbeheerders ten tijde van het broedseizoen. Dit geval is helaas geen uitzondering, vandaar dat de partij heeft gevraagd voor meer aandacht voor ecologisch beheer. Helaas vallen meer dierlijke slachtoffers tijdens het maaien in Den Haag. Zo heeft de partij signalen gekregen dat naast de Bezuidenhoutseweg ook op de Burgemeester Hovylaan, J.D. de Koklaan en de van Marrewijklaan nesten zijn vernield door het gemeentelijk maaibeleid. In Den Haag worden veel groenstroken nu 22 keer per jaar gemaaid. Om flora en fauna meer kans te geven is het noodzakelijk dat er veel minder wordt gemaaid in Den Haag. Met de kaalslag op de groenstroken worden niet alleen schuilplekken voor (jonge) watervogels verwijderd, maar ook hun voedselbron. Daarnaast bieden natuurvriendelijke oevers voedsel voor bijen en andere bestuivers. Fractievoorzitter Christine Teunissen: “het is onacceptabel dat er gemaaid wordt in het broedseizoen. Maar ook daarbuiten moeten we zoveel mogelijk voorkomen dat waardevolle natuur onnodig wordt vernietigd. Door oevers en perken zoveel mogelijk met rust te laten, wordt de stad een stuk mooier, diervriendelijker en rijker aan natuur.”