Telegraaf, donderdag 18 april 2019

door Tanja Verkaik

In het voormalige ouderlijk huis van schrijver Louis Couperus aan de Haagse Surinamestraat moet een Huis voor de Literatuur komen.

„Een plek waar kunst, proza, poëzie en toneelteksten in de Nederlandse taal centraal staan”, zegt VVD-raadslid Det Regts. Het pand dat eigendom is van de Egyptische staat is al jaren onderwerp van gesprek, omdat het in slechte staat verkeert.

Hoewel een medewerker van de Egyptische ambassade eerder aan deze krant bevestigde nog dit voorjaar te starten met de renovatie, heeft Regts ’hier een hard hoofd in’. Het raadslid wil dat uiteindelijk de Staat het pand probeert te verwerven van de huidige eigenaar.

„Met dit voorstel probeer ik de zaak weer in beweging te krijgen”, legt zij uit. „De gemeente is nu aan zet. Ik wil dat de wethouder in gesprek gaat met de minister van Buitenlandse Zaken, die met zijn ambtgenoot in Egypte moet overleggen over de verkoop.”

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) kan helpen bij de aankoop, volgens Regts, die wijst naar het rapport ’Erfgoed telt, de betekenis van erfgoed voor de samenleving’. Hierin onderstreept het kabinet het belang van het in stand houden van erfgoed. In totaal is hier 325 miljoen euro voor beschikbaar. „Het ministerie wil gezichtsbepalende panden behouden. Deze is bij uitstek geschikt”, stelt het VVD-raadslid, dat vindt dat het Louis Couperus Museum niet mag ontbreken in het Huis voor de Literatuur. Caroline de Westenholz, voorzitter en oprichter van het Louis Couperus Museum, vindt de plannen mooi, maar is sceptisch. „Ik roep al twaalf jaar dat het museum thuishoort in het geboortehuis van Eline Vere. Er is jaren geleden geprobeerd dit voor elkaar te krijgen, maar de geldschieter liet het afweten. Eerst moet de Egyptische staat bereid zijn om te verkopen, dat is het grote scharnier”, zegt De Westenholz. „Het verval van het pand gaat me wel erg aan het hart.” Het Huis voor de Literatuur moet een plek worden voor heel Nederland waar onder meer literaire prijzen worden uitgereikt en voordrachten worden gehouden. „De Nederlandse taal staat centraal. Dat is belangrijk, want we leven nu in een tijd dat er veel geklaagd wordt dat we onze identiteit verliezen. Onze taal is ook immaterieel, cultureel erfgoed”, besluit Regts.