De VVD pleit ervoor om strandondernemers via één loket al hun vergunningen te kunnen laten regelen. Daarmee moet er een eind komen aan de wirwar van overheidsloketten waar strandondernemers nu mee te maken hebben.

De zomer is in volle gang. De terrassen van de strandtenten aan de ongelofelijke mooie Nederlandse kust zitten bomvol. De horeca draait op volle toeren. Veel scholieren en studenten vinden hier hun vakantiebaantjes. De zomervakantie staat op het punt van beginnen. En toch pleiten wij er voor om nú al na te denken over het volgende strandseizoen.

Wij breken namelijk een lans voor de strandondernemers die in de wintermaanden veel tijd kwijt zijn om administratief het volgende seizoen voor te bereiden. Zij hebben een hele uitdaging om de efficiënte weg te vinden tussen verschillende overheidslagen en loketten waar ze langs moeten om ook komend jaar weer te kunnen ondernemen. Op het strand hebben de ondernemers te maken met de gemeente voor het sluiten van een huurovereenkomst voor het gebruik van ruimte op het strand en het plaatsen van een paviljoen. Daarnaast moeten ze een omgevingsvergunning aanvragen voor de bouw van hun paviljoen. Voor een evenementenvergunning en een milieuvergunning moet de strandtenthouder ook naar de gemeente. Ook moet je nog een watervergunning hebben – om überhaupt op het strand te mogen staan – welke afgegeven wordt door het Hoogheemraadschap. Dan heeft de provincie nog een rol, namelijk het beleid als het gaat om gebruik van het strand. Tot slot komt het rijk via Rijkswaterstaat nog om de hoek, voor bijvoorbeeld bepalingen over de kustverdediging. We laten de diverse handhavende instanties dan nog even onvermeld, maar het probleem lijkt ons duidelijk. Met een strandtent heb je met élke overheidslaag te maken. En als de ondernemer er niet meer uitkomt, is het niet zelden dat de verschillende overheden naar elkaar gaan zitten wijzen.

Daarnaast zijn er ook projecten die in de problemen komen door de stroperigheid en kortdurende overeenkomsten en vergunningen. Denk bijvoorbeeld aan investeringen in duurzaamheid. Om financiering te krijgen voor dit soort projecten moet je voor een langere termijn zekerheid kunnen bieden. Als er echter om de drie of vijf jaar een nieuwe vergunning moet worden verkregen kan dit niet. Daar komt dan nog bij dat de verschillende vergunningen met termijnen van 3, 5 of 10 jaar worden afgegeven. Dit loopt allemaal langs elkaar heen, waardoor er geen gelijktijdige vaste momenten zijn. De wirwar aan vergunningen en loketten, en de grote diversiteit in termijnen kost allemaal veel tijd, energie en geld. Dat kan allemaal natuurlijk veel beter in de onderneming worden gestopt! Het moet dus anders. Zo zou het bijvoorbeeld al veel logischer zijn om de watervergunning in de huurovereenkomst te verwerken. Ook kan het helpen als de dienstverlening op een hoger plan wordt getild, zodat de strandondernemer bij bijvoorbeeld de gemeente met één contactpersoon te doen heeft. Maar dé oplossing is natuurlijk het hele papiercircus samen te voegen, want wat maakt het de ondernemer ook eigenlijk uit met welke overheidslaag zij te maken heeft? Dat moet toch als één loket, of beter nog met één app, georganiseerd kunnen worden? Wij willen dat onze bestuurders aan de slag gaan om te stroomlijnen, te vereenvoudigen, samen te voegen en samen te werken. Laat Zuid-Holland hier het voortouw nemen, dan kunnen de andere kustprovincies daarna aanhaken. En als het in de wirwar voor strandtenten lukt, kan daarna ook naar andere sectoren worden gekeken.

Martin Wörsdörfer, Laurine Bonnewits, Tom Oostvogels en Judith Oudshoorn – Van Ginderen – volksvertegenwoordigers namens de VVD in resp. Tweede Kamer, provincie Zuid-Holland, Hoogheemraadschap Delfland en gemeenteraad Den Haag