Voorzitter, dank,
Het is mij waarlijk een eer en genoegen om mij hier, voor de eerste keer, tot u en de leden van de commissie te mogen richten. Na ongeveer een jaartje over de schouders van ons raadslid meegekeken te hebben, is het dan nu ook mij om hier meer te zeggen dan 'zo waarlijk helpe mij God almachtig', een uitspraak waarvan ik mij nog steeds afhankelijk weet en waaruit ik ook zal proberen mijn werk hier te doen.