Gesprek met oud wethouder Sjoers over de monorail

Al jarenlang wordt over het onderscheidende karakter van de Almelose stad gesproken. In 1960 wordt de Havenkom, waar thans C&A is gevestigd gedempt en de markt wordt verplaatst naar de Haven NZ/ZZ. Begin jaren 80 wordt het ontbreken van water in de binnenstad als een groot gemis ervaren. Even daarna pleit men voor het water-weg-terug in de binnenstad. Maar zover is het dan nog lang niet. In 1976 begon de grootschalige bouw rond het marktplein van onder andere de Rabobank, de Kloosterhofflat en C&A. Een jaartje later begon men met de bouw van het politiebureau en de ambulancegarage. In 1989 werd begonnen met de grootschalige reconstructie van de binnenstad. De afbraak van de laatste textielfabriek aan de Haven ZZ is dan een feit. Als herinnering aan wat eens een grote fabrieksstad in Twente was, is alleen nog maar de markante schoorsteen en de portiersloge van de fabriek Van Heek-Scholco overgebleven.

Op dit moment is de gemeente Almelo alweer bezig met de berekening van nieuwe plannen. Bij het uitwerken van het eerste ontwerp naar een definitief plan is gebleken dat men bij grote projecten nooit in staat is geweest de juiste kosten in beeld te brengen. Toch hebben wij, de Partij Vrij Almelo, altijd gewaarschuwd voor de ontwikkelingen waarmee het college van B&W bezig was. Volgens ons kan het allemaal wel wat bescheidener dan al die afschuwelijke hoogbouw die het Almelose bestuur steeds weer wil neerzetten.

Het eerste project dat de sfeer in Almelo zou gaan verpesten was de bouw van een torenflat aan de Hofstraat. Je zou je kunnen afvragen wie op het idee komt zo’n monster van 70 meter in een historisch gebied neer te zetten. Gelukkig ging het niet door want het massale protest van Almeloërs leverde ruim 4500 handtekeningen op.

Maar daar bleef het niet bij, allerlei hoogbouwprojecten passeerden de Raad inclusief het Monorail plan. In alle vergaderingen ging het over geld, haalbaarheid en economie, maar zelden over ideeën. Almelo op hoog niveau was het modewoord. Almelo is definitief de stad Almelo geworden. Almelo, een stad in het Twentse landschap verworden tot een samenraapsel van betonnen kolossen en koude blokkendozen waar voor cultuurhistorie geen plaats meer is.

In 2011 kwam de Partij Vrij Almelo met een eigen beleidsplan dat vrijwel direct de aandacht trok van een zeer enthousiaste en bevlogen ambtenaar, wijlen de heer Jacob Melsen, hoofd van de dienst binnenstadsontwikkeling. Het weer terugbrengen van het water in de binnenstad, inclusief de twee oude bruggen die volgens de heer Melsen na de grootschalige afbraak waren opgeslagen en dus bewaard zijn gebleven. Hergebruik van deze bruggen aan zowel de Egbert Gorterstraat als aan de Klara Zetkinstraat zou naar onze mening sterk bijdragen aan het herstel van de identiteit van Almelo. Door op een verstandige manier het water bij het centrum te betrekken kan dit zelfs leiden tot enige vorm van toerisme. Vooral als het water bevaarbaar wordt gemaakt voor lichte boten. Met een drankje in de hand, zwaaien naar waterfietsen en roeibootjes. Wat wil je nog meer?

Cultuurhistorie kan een inspiratiebron zijn voor nieuwe ontwikkelingen en toekomstige plannen extra kwaliteit geven. De wens van de Partij Vrij Almelo was om de vroegere ophaalbruggen weer terug te brengen in het straatbeeld. De originele tekeningen van de bruggen bleken er nog te zijn. Het balletje begon te rollen toen het adviesbureau Royal Haskoning DHV in opdracht van de gemeente Almelo een onderzoek uitvoerde naar het toepassen van een tweedehands brug in de binnenstad van Almelo.

Tijdens een politiek beraad kwamen de oude Almelose bruggen weer ter discussie waarna Ingenieur Luuk Dijkstra van Royal Haskoning DHV de Partij Vrij Almelo benaderde met de vraag of wij hier iets meer van wisten zodat zij de uitvoerbaarheid konden onderzoeken. Maar geen enkele benaderde, naar onze mening wegduikende ambtenaar kon ons verder helpen en zelfs op een mail aan Stadsherstel kregen we geen enkele reactie.

Een stukje cultuur is ook met de (verdwenen) bruggen verdwenen……..

Harry de Olde