Onderwerp: Beantwoording schriftelijke vragen fractie PVA

Behandeld door Niels Jong

Aan de Fractievoorzitter van de PVA t.a.v. de heer H. de Olde,

Geachte heer De Olde,

Hierbij ontvangt u de beantwoording van de schriftelijke raadsvragen over het tegengaan van criminaliteit onder jongeren die u namens de PVA-fractie aan het college hebt gesteld d.d. 3 april jl.

Vraag 1.

De Partij Vrij Almelo (PVA) vraagt zich af of het college in beeld heeft hoeveel jongeren er in Almelo zijn met deze meervoudige problematiek en of deze jongeren een geschikte begeleiding krijgen?

Antwoord:

Ja, ervan uitgaande dat de definitie van meervoudige problematiek het aantal jongeren is dat in beeld is binnen het gedwongen kader (zowel jeugdbescherming als jeugdreclassering) beantwoorden wij deze vraag als volgt: In 2017 waren er 328 jeugdigen (gemiddeld) in beeld binnen het gedwongen kader (jeugdbescherming en jeugdreclassering) In 2018 waren dit 340 jeugdigen (gemiddeld). Als kanttekening moet worden gemaakt dat het niet allemaal jongeren zijn die crimineel gedrag vertonen maar ook te maken kunnen hebben met opvoedingsproblematiek en/of ontwikkelproblematiek. Per jongere wordt integraal bepaald welke vorm van hulp/ondersteuning geschikt/gewenst is. Dat kan zowel in het vrijwillig als het gedwongen kader (zie antwoord vraag 6).

Vraag 2.

Bent u het met ons eens dat het van belang is dat er voor deze jongeren een plek is en dat ze een geschikte behandeling krijgen?

Antwoord:

Ja.

Vraag 3.

Is het u bekend dat er jongeren zijn met een strafblad die iedere keer weer opnieuw boetes krijgen voor nagenoeg dezelfde overtreding zonder dat men zich afvraagt of er niet een betere manier is van optreden?

Antwoord:

Nee, er is sprake van maatwerk in de strafoplegging. Allereerst ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de strafoplegging bij het Openbaar Ministerie. Daarnaast is het al dan niet opleggen van een boete afhankelijk van een aantal factoren. Enerzijds is het afhankelijk van het voorziene effect op de jongere. Voor een aantal jongeren geldt dat hulp of ondersteuning geen gewenst effect hebben, dus zullen ze voor iedere overtreding gestraft worden. Voor andere jongeren geldt dat een taakstraf stimuleert om te stoppen met een overtreding of criminele activiteit dus zal dat worden toegepast. Een andere mogelijkheid is dat jongeren zorg of ondersteuning nodig hebben om overtredingen of criminele activiteiten te staken. In de meeste gevallen wordt per overtreding de afweging gemaakt welke maatregel het meeste effect zal hebben (zie vraag 6 voor het afwegingskader). Anderzijds kunnen bepaalde overtredingen impact hebben op de leefbaarheid in een straat of buurt, waardoor eerder een keuze wordt gemaakt om een boete op te leggen om ervoor te zorgen dat de overtredingen worden gestaakt.

Vraag 4.

Bent u op de hoogte van het feit dat er in Almelo een grote groep kwetsbare jongeren is die vaak ten prooi vallen aan de echte criminelen?

Antwoord:

Nee, er zijn ons geen signalen bekend dat Almelose jongeren vaak ten prooi vallen aan criminelen. Wel zijn er in Almelo kwetsbare jongeren die mogelijk gemakkelijk te beïnvloeden zijn door criminelen. Dat betekent dat jongerenwerkers, wijkagenten, jeugdagenten, wijkcoaches etc. alert moeten zijn op deze signalen. Op het moment dat ze zorgen hebben over een jongere kunnen ze hem of haar inbrengen bij het Jeugd Wijk Overleg (JWO). Op het moment dat een jongere in beeld is kan passende zorg of ondersteuning worden gezocht (zie vraag 6 voor de mogelijkheden).

Vraag 5.

Bent u op de hoogte dat er in Almelo een grote groep jongeren is die kampen met gedragsstoornissen en psychische problemen hebben en die dreigen buiten de boot te vallen?

Antwoord:

Nee, zowel in het vrijwillige als het bovengenoemde gedwongen kader is er een aanbod voor hulp en ondersteuning, dus voor alle jongeren geldt dat ze niet buiten de boot hoeven te vallen (zie antwoord vraag 6).

Vraag 6.

Weet het college dat op grond van bovenstaande gegevens er voor jonge criminelen die herhaaldelijk in de fout gaan (met onmetelijk veel schade voor de samenleving) er voor deze groep geen sluitende aanpak is?

Antwoord:

Nee, dit is niet aan de orde. Voor de aanpak van criminele (of overlastgevende en/of zorgbehoevende) jongeren is er in Almelo een sluitende aanpak in de vorm van het CZAV-opschalingsmodel. CZAV staat voor de Coördinatie van Zorg, Armoedeproblematiek en Veiligheid. Uitgangspunt is zelfredzaamheid van de jongere, eventueel met ondersteuning vanuit een vrijwillig kader, bijvoorbeeld door een wijkcoach. Op het moment dat ondersteuning vanuit een vrijwillig kader geen effect heeft en er toch zorgen zijn over een onveilige opgroeisituatie of risico’s op mogelijke criminaliteit en/of verslavingsproblematiek kan worden opgeschaald naar een gedwongen kader. Dat kan naar het Justitieel Overleg Risicojongeren (JOR) als er sprake is van strafbare feiten voor de afstemming tussen zorg en strafrecht, of de beschermingstafel voor afstemming met de Raad voor de Kinderbescherming als ingang naar civielrechtelijke maatregelen. Voor beiden geldt dat onder regie van een procesmanager een plan van aanpak wordt opgesteld voor de betreffende jongere, waarbij wordt gekeken naar geschikte hulp of ondersteuning vanuit de zorg of strafrechtelijke maatregelen. Als er sprake is van een direct risico op een calamiteit of openbare orde en veiligheid kan direct worden opgeschaald en wordt onder regie van een procesmanager een plan van aanpak opgesteld, mogelijk in samenwerking met het Veiligheidshuis Twente (VHT).

Vraag 7.

We horen vaak dat reguliere aanpak voor deze extreme doelgroep niet het gewenste effect heeft, wat gebeurt er op dat moment als reguliere hulpverlening stopt?

Antwoord:

Op het moment dat maatregelen in het vrijwillige kader geen gewenst effect heeft wordt opgeschaald naar het gedwongen kader. In het JOR of op de beschermingstafel wordt per casus een plan van aanpak opgesteld, waarbij onder andere de afweging wordt gemaakt of gedwongen zorg of het strafrecht wordt ingezet.

Vraag 8.

Heeft de gemeente Almelo overzicht hoeveel (aantal) jongeren geen werk hebben i.v.m. voornoemde problematiek, en geen enkele vorm van begeleiding krijgen?

Antwoord:

Ja, er zijn in Almelo 329 jongeren tussen de 18 en 23 jaar zonder startkwalificatie (minimaal een diploma op Havo-, VWO- of MBO 2-niveau). Van deze jongeren hebben 201 jongeren inkomsten uit arbeid. Anderen combineren inkomsten uit arbeid met een (WW- of Participatiewet-)uitkering of zijn volledig afhankelijk van een uitkering. In totaal zijn er 53 jongeren die geen inkomen hebben. Deze jongeren zijn allemaal in beeld bij de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC). De werkwijze van de RMC is om met jongeren in gesprek te gaan om ze te stimuleren om alsnog een diploma te halen. Het komt soms voor dat jongeren ondersteuning van de RMC weigeren, dit is bij 3 jongeren het geval. Als er signalen zijn dat er sprake is van criminaliteit, dan schaalt de RMC op naar procesmanagement (zie het antwoord onder vraag 6).

Vraag 9.

Is er in Almelo een potje/fonds waaruit professionele hulp vergoed kan worden, inzake de extreem moeilijke doelgroep die geen hulp ontvangen alsnog te benaderen en hulp kan worden geboden om ze weer toekomstperspectief te bieden?

Antwoord:

Ja. Allereerst is er geen extreem moeilijke doelgroep waarvoor we geen hulp kunnen inzetten. We hebben de hulpverlening op orde; alle nodige vormen van hulp en ondersteuning zijn ingekocht, dus hulp wordt gefinancierd vanuit de reguliere budgetten. In situaties die vast (dreigen te) lopen kan de z.g. doorbraakmethode worden ingezet. In dat geval kan het maatwerkbudget worden ingezet om de doorbraak te realiseren.

Vraag 10.

Heeft de gemeente Almelo op dit moment behoefte aan een instantie die mogelijk wel in de gelegenheid is deze problematiek aan te pakken, bij jongeren waar geen contact meer mee is en geen hulp en begeleiding meer hebben?

Antwoord:

Nee, via de reguliere zorg- en opschalingsstructuur kunnen alle vormen van hulp en begeleiding worden aangeboden, zowel in het vrijwillige als het gedwongen kader. De gemeente Almelo heeft deze zorg ingekocht en met de aanbieders contracten afgesloten. In uitzonderlijke gevallen kan, onder regie van het procesmanagement, alternatieve hulp/begeleiding worden ingezet, wanneer de situatie erom vraagt. Deze hulp of ondersteuning moet voldoen aan de benodigde kwaliteitsnormen.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Almelo, de secretaris, de burgemeester.