Onderwerp Beantwoording vragen PVA Jeugdzorg juli 2019

Geachte heer de Olde,

In uw brief van 18 juli 2019 heeft u vragen gesteld over de jeugdzorg.

Onderstaand beantwoorden wij uw vragen.

Vraag 1.

Betaalt de Gemeente Almelo alle kosten met betrekking tot Jeugdzorg?

Antwoord:

De gemeente neemt alle kosten voor haar rekening die betrekking hebben op de Jeugdwet. Er wordt altijd gekeken of er geen voorliggende voorzieningen of algemene voorzieningen mogelijk zijn en wat de inwoner op grond van eigen kracht, sociaal netwerk en gebruikelijke hulp kan oplossen.

Vraag 2.

Bestaat er ook een controlerend orgaan met betrekking tot de kosten die gedeclareerd worden?

Antwoord:

Ja, onze financiële afdeling en de administratie controleren declaraties van zorgaanbieders. Als er een vermoeden is van een onjuiste declaratie, wordt het contractmanagement gevraagd te controleren. Bij een vermoeden van fraude kan de gemeente de Sociale Recherche Twente inschakelen.

Vraag 3.

Wie controleert de kwaliteit van werkzaamheden geleverd door de jeugdzorg verlenende instanties?

Antwoord:

Er zijn meerdere instanties die de kwaliteit van de werkzaamheden controleren. Als eerste de ouders/het kind, door middel van klanttevredenheid. Ook wordt door de gemeente toezicht gehouden op de kwaliteit. Daarnaast is er de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die hun bevindingen rapporteren en online publiceren.

Vraag 4.

Is het mogelijk dat sommige jeugdzorg trajecten ten onrechte gerekt kunnen worden?

Antwoord:

Een traject binnen de Jeugdhulp kent een begin en een eind. Zo wordt dit ook in een indicatiebesluit vastgelegd. Mocht een traject langer duren, dan is er een herindicatie of nieuwe

Vraag 5.

Is het mogelijk dat zorg verlenende instanties gerechtelijke uitspraken mogen negeren en naar eigen oordelen een traject opstelt?

Antwoord:

Gerechtelijke uitspraken mogen nooit genegeerd worden. Vaak neemt de rechter in de beschikking op dat er ondersteuning ingezet moet worden, het is dan aan de zorgverlener of de gemeente om te bepalen welke ondersteuning er nodig is. In een uiterste geval neemt de rechter de soort ondersteuning op in de beschikking en is het aan de gecertificeerde instelling om dit ten uitvoer te leggen binnen het lokale aanbod van de gemeente.

Vraag 6.

Is er een trend waarneembaar in prijsstijging van alle door de Gemeente gecontracteerde jeugdzorg verlenende instanties?

Antwoord:

Ja, deze is gerelateerd aan de cao-ontwikkeling en de inflatie/prijsstijging van de materiële kosten.

Vraag 7.

Nemen de jeugdzorg verlenende instanties hun verantwoordelijkheid wanneer er trajecten falen of worden deze angstvallig verzwegen en rekt men het traject?

Antwoord:

Wij hebben in ons gecontracteerd aanbod aan aanbieders als eis dat ze werken met een gecertificeerd kwaliteitssysteem, dat voldoet aan de landelijke eisen en afgestemd is op de zorg of een kwaliteitshandboek. Daarin moet in ieder geval opgenomen zijn: de afhandeling van klachten, meting van cliëntervaring, verbeteracties n.a.v. cliëntervaring en/of evaluaties. Daarnaast wordt er halfjaarlijks verplicht geëvalueerd tussen zorgverlener en cliënt. Wanneer de gemeente de zorg indiceert en er dus een wijkcoach bij betrokken is, is het uitgangspunt dat er ieder jaar geëvalueerd wordt.

Vraag 8.

Is er ook een toename merkbaar in de stijging van gerelateerde kosten als er een beroep op jeugdzorg wordt gedaan binnen 1 casus?

Antwoord:

Deze vraag is voor ons onduidelijk en kunnen wij daarom niet beantwoorden.

Vraag 9.

Hoe vaak wordt men ten onrechte doorverwezen naar de Jeugdzorg en wordt dit ook erkend?

Antwoord:

Het ten onrechte doorverwijzen komt niet voor. Er is immers sprake van een hulpvraag en daarvoor is hulp nodig. De Jeugdwet schrijft dit voor. Wel kan er sprake zijn van een verkeerde doorverwijzing, waarbij een kind verkeerde hulp krijgt. Dit heeft o.a. te maken met de complexiteit van problematiek waar sommige kinderen mee te maken hebben. Het zorgtraject is dan een zoektocht naar de meest passende hulp.

Vraag 10.

Wat is de relatie van de verwijzende instanties tot de jeugdzorg verlenende instanties?

Antwoord:

De verwijzende instantie verwijst naar de zorgverlenende instantie. Er is geen verdere relatie. De gemeente vergoedt alleen de ondersteuning als er verwezen is naar een gecontracteerde aanbieder.

Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Almelo, de secretaris, de burgemeester.