Het college heeft z’n ei gelegd. Het wil de mogelijkheden verkennen om de bouw in het pas-op-de-plaats gebied van Haven-Stad vier tot zeven jaar naar voren te halen, blijkt uit dit bericht  . Dit klinkt goed, maar waar het college nu mee komt is de verkeerde aanpak. Hieronder volgen onze punten van kritiek.

Hoe kán het dat het college een heel jaar nodig had om te besluiten tot een “verkenning”. Dit besluit had er al vorige zomer kunnen zijn. Door het getalm is kostbare tijd verloren gegaan. Dit dupeert massa’s Amsterdamse woningzoekenden.

ICL, Bunge, Cargill en Eggerding moeten in het pas-op-de-plaats gebied woningbouw toestaan wanneer die hun bedrijfsvoering niet belemmert (zie artikel 5 van het in 2009 met deze multinationals gesloten  convenant Houthavens  NDSM-werf). Over de vraag of dat zo is, kan echter eindeloos worden gesoebat. Bij de door het college gekozen aanpak is de kans levensgroot dat de zaak verzandt in oeverloos gepalaver.  

Het door FVD bepleite alternatief is de multinationals head on confronteren met de escape clause van artikel 14 Convenant. Het komt erop neer dat bij een ingrijpende wijziging van omstandigheden de multinationals verplicht zijn te overleggen over een wijziging van de pas-op-de-plaats plus hun vertrek naar een locatie elders in het Westelijk Havengebied. Komt men er niet uit, dan is de Rechtbank Amsterdam bevoegd de wijziging van het Convenant op te leggen. Zie hierover het advies van Prof. Gerrit van de Veen (AKD Advocaten en Notarissen), een van de meest vooraanstaande juristen op het vlak van gebiedsontwikkeling in Nederland. FVD Amsterdam heeft dit advies laten opstellen om duidelijkheid te krijgen over dit dossier.

FVD is fel tegen de toezegging dat de multinationals– “conform afspraak” tot 2040 (!) op hun plek kunnen blijven zitten. Dit zet de verdere ontwikkeling van Haven-Stad volledig op slot. Het gaat hier om een herbevestiging van politieke uitspraken van het vorige college van B en W, namelijk dat in het hart van het pas-op-de-plaats gebied Haven-Stad – de Coen- en Vlothaven – tot 2040 niet met bouwen zal worden begonnen. Politieke uitspraken zijn echter van een geheel andere orde dan juridisch bindende verplichtingen. Zie het rechtsgeleerd oordeel van Prof. Gerrit van de Veen (AKD Advocaten en Notarissen). 

Het vorige college noch het huidige college kan niet over zijn politieke graf heenregeren. Er bestaat zoiets als democratie – ook in Amsterdam. De garantie tot 2040 toont een schandelijk gebrek aan urgentie om de woningnood aan te pakken.

De gemeente is juridisch verplicht zich er tot het uiterste toe in te spannen om de bedrijven een vervangende locatie in het Westelijk Havengebied aan te bieden. Naar de mening van FVD kan een schadevergoeding voor de bedrijven bij verplaatsing eerder dan 2029 uitsluitend betrekking hebben op de extra kosten door dat eerdere vertrek. Volgens FVD moeten de bedrijven de hoofdmoot van de kosten – het afbreken en weer opbouwen van de installaties – zélf betalen. Vgl. het advies van Prof. Van der Veen, plus de Raadsnotitie daarover.

Vanwege de enorme woningnood zal Haven-Stad - in zijn geheel - versneld moeten worden aangelegd. Het moet een prachtig nieuw stadsdeel worden met hoge stedenbouwkundige kwaliteit. Dat kost geld. In de grondexploitatie is voor eventuele planschade van de multinationals geen ruimte.