Toerisme trekt weer aan sinds de versoepeling van de coronamaatregelen. Hoe beschermen we de binnenstad tegen vrijgezellenfeesten en wafelwinkels? Ons raadslid Zeeger Ernsting deelt de lessen van de lockdown.

 

Het wordt gelukkig weer iets drukker in de binnenstad. Dat is een hele rare zin om zo op te schrijven na jaren van debatten over te veel drukte en overlast in het stadscentrum en met name het Wallengebied, bij mij thuis om de hoek. Maar de coronacrisis maakte alles anders en tegelijkertijd maakte het ook veel extra duidelijk.

 

Ruimte op straat

Tijdens de lockdown maakte ik met mijn jonge kinderen een wandeling over de wallen, het Oude Kerksplein, de Warmoesstraat en de Zeedijk. Ik vertelde hen over de geschiedenis van dit unieke middeleeuwse deel van de stad, terwijl zij op hun stepjes meepeddelden zonder van de sokken te worden gereden door bestelauto’s, tourgroups of waggelende stag party’s. Het was een verademing dat er zoveel ruimte was op straat. Maar het was ook onwerkelijk. Het was namelijk zó rustig dat het leek alsof we door een decor liepen in plaats van door een levende stad. Er was niemand. En dat bood daarmee ook een inkijkje in hoe de binnenstad de jaren voor de coronacrisis was vergroeid tot een plek waar niet meer wordt geleefd, maar alleen nog maar wordt beleefd.

 

Wonen en werken

Want in de andere wijken van de stad was er ook een lockdown, maar waren wel mensen op straat te vinden. Mensen die voorzichtig boodschappen deden of een ommetje maakten, terwijl ze verder thuis werkten en de kinderen thuisonderwijs gaven. In die wijken werd duidelijk dat gevarieerde buurten waar mensen wonen en werken, waar kortom een grote diversiteit aan functies naast elkaar en door elkaar bestaan, een prettiger aanblik boden dan de uitgestorven binnenstad.

 

Gemengde stad

Het onderstreept nogmaals de grote urgentie om de monocultuur van de binnenstad als pretpark aan te pakken en er weer een goed functionerende stadswijk voor alle Amsterdammers van te maken. Uiteraard met centrumfuncties, maar niet meer alleen voor bezoekers en toeristen. Amsterdam en ook de oudste delen ervan moeten een levendige én levende stad zijn. En in een levende stad wonen mensen, werken mensen, gaan studenten naar college en spelen kinderen op straat. En dus blijft het ideaal van de beroemde stedenbouwkundig-activist Jane Jacobs voor een gemengde stad fier overeind staan. Of, zoals het motto luidt van de bewonersraad Nieuwmarkt: “Wij willen een stad met buurten waar wonen, spelen, werken, leren en winkelen vlakbij en door elkaar gebeurt voor jonge en oude mensen.”

 

Verbod op AirBnB in drukste buurten

Daar waren het gemeentebestuur en GroenLinks ook al mee bezig. En dat blijft de ambitie ook na de coronacrisis. Want niemand wil terug naar het uit de hand gelopen pretpark van ervoor. En dus gaan we door met maatregelen voor winkeldiversificatie, zodat de binnenstadseconomie weer diverser en ook meer stads- en buurtgerichter wordt. Onze Dagelijks Bestuurder Ilse Griek maakt daar in stadsdeel Centrum flinke vorderingen mee, maar we willen bijvoorbeeld ook panden kunnen aankopen om daar nog meer invloed op uit te kunnen oefenen. En dus gaan we ook in de drie drukste buurten AirBnB verbieden, nadat we diezelfde vakantieverhuur van woningen in de rest van de stad al hadden ingeperkt en de groei van het aantal Bed & Breakfasts en hotels een halt hadden toegeroepen.

 

Binnenstad in balans

En dus hebben we extra restricties ingesteld op groepsrondleidingen en pubcrawls en handhaven we strenger op de overlast, bijvoorbeeld als gevolg van drankmisbruik. En tot slot zullen we ook moeten kijken wat de draagkracht is van Amsterdam en daar conclusies uit trekken. Het gaat er immers om dat de binnenstad in balans komt, dat ook alle Amsterdammers er zich thuis voelen én dat bezoekers zo een levende en authentieke stad kunnen ontdekken en niet een leeg decor. Zo kan Amsterdam, en de toerismebranche gezond en toekomstbestendig worden en dat is niet alleen prettig voor bewoners, maar ook economische heel verstandig.