Door de coronacrisis kan de 25e editie van Pride in Amsterdam dit jaar niet doorgaan, dat wil zeggen: niet in de oorspronkelijke vorm. Er wordt een alternatief programma georganiseerd, online en in de open lucht, zodat de LHBTQI+-gemeenschap toch zichtbaar zal zijn in deze belangrijke week van het jaar. Waarom is pride-week zo belangrijk? Raadslid Tirza de Fockert gaat in gesprek met lhbtqi+’ers over wat Pride voor hen betekent. Vandaag deel 3: het stel Justine Kizito Namukisa en Prossy Namuleme. 

Justine en Prossy vluchtten allebei uit Oeganda, omdat ze daar als lesbische vrouwen hun leven niet zeker waren. In eerste instantie werden van beide vrouwen de asielaanvraag afgewezen. De zaak van Justine kreeg landelijke bekendheid, toen ze in 2018 een dag voor Pride uit de opvang werd gezet omdat ze lesbisch was. Justine heeft inmiddels een verblijfsvergunning, Prossy zit in een nieuwe tweede asielprocedure.

 

Pride Amsterdam  

Justine: "Mijn eerste Pride in 2018 was zo bijzonder. Ik zat in een moeilijke periode. Eind 2017 was mijn eerste asielaanvraag afgewezen en werd ik op straat gezet. ‘s Nachts sliep ik in de opvang voor ongedocumenteerden, de BBB. Via het ASKV Steunpunt Vluchtelingen kreeg ik uiteindelijk een plek bij de Zusters van Moeder Theresa, een opvang waar ik ook overdag terecht kon. Dat was op 3 augustus. Een dag later, op 4 augustus, was de Canal Parade. Ik was uitgekozen om namens Open Closet op de boot van GroenLinks te komen staan. Ik had geen flauw idee wat ik van Pride kon verwachten, ik was vooral nieuwsgierig en opgetogen. Het beloofde de beste week voor mij in Nederland te worden.

Die ochtend bracht ik mijn bezittingen naar de nieuwe opvang. De nonnen vertelden me de regels: geen drank, geen korte rokjes, om er een paar te noemen. Om zeven uur ‘s avonds moest ik binnen zijn. Ik vertelde ze dat ik die dag vooral op pad zou zijn, ik hielp GroenLinks met het versieren van de boot. Rond zes uur ging ik terug naar de nieuwe opvang, om te vragen of ik die avond buiten de opvang mocht slapen, dan kon ik mee blijven helpen. Ik vertelde de non die opendeed, dat ik een boot aan het versieren was. Ze keek verward en vroeg of ik ging vissen. Ik dacht eerst dat ze me voor de gek hield. Maar ze had geen flauw idee wat Pride was. Dus legde ik het uit. Geschrokken vroeg ze of ik lesbisch was. “Als je een lesbienne bent, dan mag je hier niet zijn. Pak je spullen. Je bent een gevaar voor de vrouwen en kinderen hier.” Het voelde alsof ze me in het gezicht sloeg. Dit was juist waarom ik Oeganda ontvlucht was. Nooit had ik deze homofobie in Nederland verwacht. Ze gooiden me op straat. Gelukkig kon ik bij een van de GroenLinksers blijven.

De volgende dag werd de mooiste dag van mijn leven. Het was mijn allereerste Pride. Al die mensen die je toejuichen, al die liefde. Ik had nog nooit zoveel gays bij elkaar gezien! Pride is zo belangrijk. Ik geloof ook echt dat het mensen helpt om uit de kast te komen. Opeens zie je: ik ben niet alleen. Ik zag advocaten, predikanten, politici. En allemaal steunen ze je. Op Pride zie je iemands ware kleuren." 

 

Homoseksualiteit in Oeganda

Prossy: "Op deze dagen krijg je de steun, het geluk wat je nooit hebt gehad. Je krijgt liefde. Vrijheid. Pride in Amsterdam is heel anders dan in Afrika. In Oeganda kende ik ook Pride, maar anders. In landen waar homoseksualiteit verboden is, daar vieren we geen Pride. Daar vechten we voor Pride. Daar weet je dat er bloedvergieten zal zijn, arrestaties. Je kunt zelfs je leven verliezen. Maar hier, hier vieren we. Laatst zaten we op de bank en zeiden tegen elkaar: “Kijk hoe ver we gekomen zijn. Dan heb ik het niet alleen over mezelf. Vroeger hielden we onze gevoelens voor ons. Dachten we: als iemand weet dat ik zo ben, dan loop ik gevaar. Hier vieren we gelijkwaardigheid, we vieren respect, we vieren de liefde. In Oeganda vechten we letterlijk voor ons leven."

Justine: "In Oeganda werd ik gedwongen met een man te trouwen. Ik woonde in een dorp. Ik wist niets over lesbisch zijn, kende geen andere gays. Ik had alleen allemaal gevoelens. Pas toen ik een vriendin kreeg, leerde ik andere gays kennen."

Prossy: "Voor mij was het anders. Ik kwam uit een dorp, maar verhuisde naar de grote stad. Daar ontmoette ik mijn vriendin, die me de ondergrondse scene liet zien. Op een dag nam ze me mee naar een geheim event, Mr Pide. Als je niet in de scene zat, zou je niet weten dat het bestond. Die avond liep slecht af. Iemand had de politie gebeld. Veel mensen werden gearresteerd, ik ook. Maar ze hadden geen bewijs dat, voor zover wij wisten, dat het een gay-event was. Wij kwamen met de schrik vrij, maar één jongen overleefde het niet.  In Oeganda pakken ze niet de activisten. Die zijn bekend, als met hun wat gebeurt weet de hele wereld het. Maar mij kent niemand. We hebben zoveel mensen verloren. Als je weet dat je homoseksueel bent, dan weet je ook wat de gevaren zijn. Maar het zijn de meisjes die het niet weten, die extra kwetsbaar zijn. Als je voor het eerst gevoelens krijgt voor een meisje, en die gevoelens gaat onderzoeken, dan weet je niet dat je gevaar loopt."

Asielaanvraag

 

Prossy: "Mijn eerste asielaanvraag hier is afgewezen. Dat was enorme harde klap. Ik dacht: wat kan ik nog meer doen zodat jullie geloven dat ik gevaar loop? Ik sprak hier over dingen waar ik in mijn hele leven nog nooit over gepraat had. Waar ik niet over kon praten zonder gevaar te lopen. Zelfs niet met mijn ouders. Maar hier, bij de IND, gaf ik alles wat ik kon geven. Ik vertrouwde ze met mijn leven. En dan zegt de IND: “we geloven je niet.” Wat moet ik doen? Wat kan ik doen? Het is een teleurstellende reis."

Justine: "Vorig jaar kreeg ik tijdens Pride mijn verblijfsvergunning. Ik kon het niet geloven. Mijn hele leven veranderde, alsof ik jaren geslapen had en wakker werd in een hele nieuwe wereld. Een wereld waar alle levens er toe doen, waar ik gelukkig ben, waar ik beschermd ben. Eindelijk kan ik weer positief denken. Wat ik dit jaar mis? De liefde. Zoveel liefde die je om je heen voelt. Ik heb dat nodig om het jaar door te komen." 

Prossy: "Ik hoop dat er een dag komt dat we niet meer vechten voor tolerantie of respect. Waarom moet ik getolereerd worden? Wie bepaalt wat “normaal” is? We vechten nog steeds voor een stukje ruimte, ook hier. Maar jij hoeft mij geen ruimte te geven, en ik hoef jou geen ruimte te geven. Wanneer we allemaal gewoon ons eigen leven leven, dan zijn we pas echt vrij."