Een ziek bokje in het Amsterdamse Bos, een kat in een kistje bij het grofvuil, een boa constrictor in een vuilniscontainer in Noord. In korte tijd zijn er veel dieren gedumpt in Amsterdam. De Partij voor de Dieren dringt al langer aan op een centraal meldpunt voor dierenmishandeling. Recent sprak raadslid Anke Bakker hierover in de gemeenteraad. Lees of bekijk haar bijdrage in de gemeenteraad Dierenmishandeling komt vaker voor dan je zou verwachten. De Dierenambulance liet ons maandag weten de afgelopen anderhalve week alweer een hele lijst aan schrijnende gevallen te zijn tegengekomen. Als je AT5 volgt herken je er vast een aantal: de gedumpte perskat die helemaal zwart was van de eigen ontlasting, de zwaar mishandelde en in vuilniscontainer gedumpte boa constrictor, een kitten met moederpoes in doos op straat achtergelaten, kanarievinkjes die in een vogelkooi voor de deur bij een tuincentrum zijn gevonden en nog een vermoedelijk gedumpte pup. En dan zijn dit alleen nog huisdiervoorbeelden van gevonden dieren. Er is ook sprake van vermoedelijke mishandeling of verwaarlozing, veelal achter de voordeur. Er is een sterke relatie tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld. Dierenmishandeling kan ook een voorspeller zijn van gewelddadig gedrag en kan een aanwijzing zijn voor een veel groter onderliggend probleem. Maar mensen weten vaak niet waar ze terecht kunnen met zulke vermoedens; ook op onze fractie worden we regelmatig gebeld met nare verhalen of ernstige vermoedens, maar als we de mensen adviseren om te melden, krijgen we ze vaak radeloos later opnieuw aan de lijn omdat ze van het kastje naar de muur worden gestuurd of omdat er geen opvolging aan de melding lijkt te worden gegeven. Er wordt ook overal gemeld: bij gemeente, politie, de Dierenbescherming, Sophia Vereeniging, Dierenambulance, de Dierenopvang, via Veilig Thuis, bij dierenartsen… landelijk werd 144 in het leven geroepen als meldpunt maar daar krijgen wij heel veel klachten over onbereikbaarheid; onderbezetting en vage doorverwijzing naar andere meldpunten. De opvolging moet uiteindelijk door de LID, NVWA of gemeentelijke handhaving worden gedaan. Dat moet en kan veel beter. We hebben daarom als raad gevraagd om te onderzoeken of dit systeem van meldiningen verbeterd kan worden in Amsterdam, of er een betere samenwerking kan komen tussen alle betrokken organisaties met het werken in een gezamenlijke database of via 1 centraal meldpunt. Het was ook een collegeprioriteit in het coalitieakkoord. Het is een lang traject geweest waarin de gemeente in samenwerking met de betrokken instanties heeft onderzocht of het systeem verbeterd kan worden voor Amsterdam. Het is dan ook een een zeer pijnlijke conclusie dat er wegens veiligheids- en privacyredenen geen systeem kan worden opgezet waarbij terugkoppeling en inzichtelijkheid centraal staan. De conclusie is dat 1 gezamenlijk gedragen Amsterdams meldpunt niet zal werken. Ik wil de wethouder wel nogmaals bedanken voor zijn inzet om dit mogelijk te maken en voor zijn volharding om de knelpunten bij het versterken van de dierenwelzijnsketen bij de minister aan te kaarten. Wij zien uit naar het gevolg dat hieraan wordt gegeven. Wij zullen ook op zoek blijven naar verbeteringen die wel kunnen. En hopen gauw met nieuwe mogelijkheden hierover te kunnen spreken met elkaar. Zodat we dierenleed sneller kunnen wegnemen of liever nog, kunnen voorkomen.