Op 28 mei 2019 plaatste burgemeester Marcouch op Facebook een enthousiast bericht over de beëdiging van 11 leerplichtambtenaren. In dat bericht schreef hij de zin: “Schoolverzuim is vaak het eerste teken dat de leerling in trouble is en nogal eens de eerste stap naar het criminele pad of naar andere dwaalwegen.” D66 raadslid Mattijs Loor vond deze nadruk op criminaliteit vreemd, gezien een hulpvraag eerder aan de orde is. Hij kondigde daarop vragen aan.

De afgelopen tijd werd onze fractie (D66) meerdere malen gewezen op situaties waarin leerplichtige kinderen thuis komen te zitten, omdat er voor hen geen passend onderwijs blijkt te zijn. Verzuim is dan niet “nogal eens de eerste stap naar het criminele pad” maar eerder een roep om een passende plek.

Hulpvraag

Van 29 Arnhemse kinderen is bekend dat zij langdurig thuis zitten (cijfers maart 2019). Dit gaat slechts incidenteel om ongeoorloofd verzuim (slechts 8 leerlingen) maar veel vaker om situaties met een hulpvraag of het ontbreken van een passend onderwijsaanbod voor specifieke leerlingen. Bij veel van de thuiszitters is jeugdzorg betrokken.

Onderwijs voorop

D66 vindt dat zo veel mogelijk kinderen – ook kinderen met een hulpvraag of een behoefte aan specifiek onderwijs – naar school moeten kunnen. Dat zou voorop moeten staan bij de ondersteuning door leerplichtambtenaren, en niet een vermeend risico van het criminele pad. De fractie van D66 heeft daarom de volgende vragen:

Deelt het college onze mening dat de hulpvraag en de passendheid van onderwijs voorop moeten staan bij de inzet van onze leerplichtambtenaren? Is de stellingname dat schoolverzuim nogal eens de eerste stap naar het criminele pad of andere dwaalwegen is, het standpunt van het Arnhemse college? Zo nee, waarom heeft de burgemeester dan deze uitspraak op social media gedaan? Welk signaal denkt het college met deze uitspraken te hebben afgegeven richting de betreffende gezinnen en de medewerkers van het Regionaal Bureau Leerlingzaken en hoe waardeert het college de gedane uitspraak? Epiloog

In de laatste vergadering voor het zomerreces op woensdag 3 juli kwamen de vragen van Mattijs eindelijk aan bod. In de beantwoording nuanceerde het college van B&W de uitspraken van burgemeester Marcouch over voorkomen van criminele pad middels leerplichtambtenaren: de hulpvraag en het bieden van passend onderwijs moeten voorop staan.