Vluchtelingen uit Moria verdienen een veilige plek en zijn welkom in Arnhem. Dat was de boodschap die demonstranten op woensdag 16 september op de Markt in Arnhem lieten horen. D66-raadslid Susan van Ommen was één van de sprekers. Hieronder leest u haar bijdrage terug:

Welkom in Arnhem

Ik wil jullie meenemen naar 15 september 2015, gisteren precies zes jaar geleden. Onze fractie kreeg die avond rond 18.00 uur een telefoontje van de wethouder. Hij kondigde aan dat er diezelfde avond nog 300/400 Syrische vluchtelingen op de stoep zouden staan. Om 18.45 uur was de raadsvergadering en de gemeenteraad stemde direct unaniem in met de opvang van deze mannen in de koepelgevangenis. Toen de bus die avond aankwam, stonden de buurtbewoners klaar met spandoeken waarop stond: Welkom in Arnhem.

Welkom in Arnhem werd een vrijwilligersorganisatie die allerlei activiteiten organiseerde voor de ‘koepelmannen’, zoals de vluchtelingen al gauw werden genoemd. Een van die activiteiten was ‘Diner bij de buren’. Ik hou enorm van koken, dus ik gaf me op en ik kookte – samen met een vriend – voor een drietal vluchtelingen, waar ik nu nog contact mee heb. Ik had heel sterk het gevoel dat ik meer moest doen, dus in de zomer van 2016 ging ik naar Lesbos om vrijwilligerswerk te gaan doen voor Stichting Bootvluchteling. De stichting heeft een medische en een psycho-sociale missie. Als docent werd ik ingedeeld bij de psycho-sociale missie.

Ik herinner me nog goed de eerste keer dat ik op Moria kwam. Je moet je voorstellen: je komt daar aan en dan zie je links voor de ingang allemaal foodtrucks staan. Even ben je in verwarring, want foodtrucks associeer je met festivals. Maar het is natuurlijk alles behalve een festival (die foodtrucks staan daar omdat het eten in het kamp zo slecht is), want Moria is een detentiekamp. Voor de ingang staat een groot hek met prikkeldraad, dat beveiligd wordt door militairen. Als je naar binnen loopt, dan zie je rechts de minderjarige jongens die, apart van de andere vluchtelingen, werden opgesloten, met hun handen om de tralies, kijkend naar jou. Dat opsluiten was voor hun ‘eigen bestwil’, want alleenreizende jongeren worden anders vaak de prostitutie in gelokt. Dit was in 2016. En er zaten toen al 4000 mensen in het kamp, in plaats van de 2000 waarvoor ruimte is, dus het was toen al veel te vol. Toen ook al, stonden er langs de zijkanten allemaal van die pop up tentjes van Quecha. Daar woonden mensen in. Ook in de winter, in de sneeuw, ook in de zomer, zonder schaduw, in 45 graden Celsius.

Ik heb het nieuws over Moria al die jaren gevolgd. Altijd hoopte ik dat het beter zou worden, maar tevergeefs. Corona kwam. In zo’n kamp is het onmogelijk om afstand te houden. In de grote tenten van 20m2, die eigenlijk voor een familie zijn, wonen – in verband met het ruimtegebrek – meerdere families, en zelfs in de kleine Quecha tentjes wonen meerdere gezinnen. Aan de benaming ‘de hel Moria’ is geen woord gelogen. Het is daar echt verschrikkelijk. Corona kwam ook daar, en ik dacht: misschien is dit dan het moment waarop er toch iets verandert. Maar helaas, er gebeurde weer niks. En toen was er afgelopen week die afschuwelijke brand.

Denk je eens in: het is 50 jaar vanaf nu, en wij kijken hierop terug. We moeten ons als Europese Unie echt de ogen uit onze kop schamen, dat we niet meer doen. Want het kan. Dat hebben we laten zien in 2015. Zo moeilijk is het niet. Het zijn 500 kinderen. Arnhem heeft zich aangesloten bij de ‘coalition of the willing’, een initiatief van 160 gemeenten in Nederland die hebben gezegd: wij willen die 500 vluchtelingenkinderen opvangen. Natuurlijk. Want ze zijn welkom in Arnhem.

Laat ik vooropstellen, ik ben superblij dat we nu – mede dankzij de inzet van D66 landelijk – in ieder geval iets doen. En dat doet me denken aan een van de watertappunten in het kamp, waarop staat: “We do what we can”. Want helaas is het zo dat er nog steeds een rechtse meerderheid is in de Tweede Kamer. En dat dit – deze Moriadeal – het hoogst haalbare was. Dat komt doordat rechtse politici deze vluchtelingen niet zien als mensen, maar als statistieken. En 100 mensen, dat is niet genoeg. Maar het is iets.

Ik ben blij dat we hier vandaag samen staan. Om een signaal te geven. Een signaal naar Den Haag; het moet beter en het kan beter. En een signaal naar de vluchtelingen: jullie zijn welkom in Arnhem.