Het gaat niet goed met de natuur.

60 jaar geleden zagen we op zonnige dagen leeuweriken die boven de akkers uitbundig hun lied zongen,  zwermen mussen en zwaluwen scheerden over de korenvelden, in weilanden kieviten en patrijzen, in nazomeravonden rijen zwaluwen en spreeuwen die zich op bovengrondse elektriciteit draden verzamelden en de autoruiten waren na een nachtelijke tocht beslagen met honderden dode insecten. Dat alles zonder agrarische natuurbeheer, zonder afgebakende natuurgebieden, zonder gesubsidieerde bloemenstroken en zonder weidevogelbescherming programma´s. 

Dan deed de intensivering van de landbouw en de pesticiden hun intrede; het landschap veranderde en de overvloed aan insecten, weide- en akkervogels nam langzaam maar zeker af.

Om een deel van de natuur te redden hebben beleidsmakers bedacht dat landbouw en natuurgebieden gescheiden kunnen worden, ieder met een eigen beheerplan en met eigen doelstellingen. Beleidsmakers en zelfs ook wetenschappers verwachtten dat bestrijdingsmiddelen en stikstof binnen de akkers zouden blijven, daar waar ze toegepast worden. Ook hebben de bestrijdingsmiddelenproducent en het college van toelating van “gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)”, het verhaal in de wereld gezet dat al die honderden toegelaten verschillende bestrijdingsmiddelen, verstopt in minstens 3000 marktproducten, voor onze gezondheid en voor de natuur geen kwaad kunnen: alles is op veiligheid getest en na gebruik worden al die giftige stoffen weer afgebroken. 

 

Verandering is hard nodig

Helaas is de praktijk weerbarstiger. We hebben natuurgebieden, agrarisch natuurbeheer, weidevogel- en akkervogelbeheer waar jaarlijks een paar miljoen euro´s aan maatregelen worden getroffen, maar zonder de gewenste resultaten. Op het Dwingelderveld zijn net als in de Duitse natuurgebieden de laatste 30 jaren de aantallen en soorten insecten dramatisch achteruit gegaan; het niveau van biodiversiteit  in natuurgebieden, weilanden en akkers staat op een zorgwekkende laagstand. Onderzoek toont aan dat vogelkuikens en andere wezens die voor hun voedsel van insecten afhankelijk zijn, verhongeren. Met het systeem van landbouw dat we nu hebben, helpen geen bloemenranden of het verspreiden van vaste mest in weilanden tegen de neergang van insecten en geen nestbescherming tegen de neergang van insecteneters. 

De overheid, verschillende wetenschappers en natuurorganisaties, houden er niet  van om serieus te overwegen of al die tonnen bestrijdingsmiddelen, die jaar na jaar in de landbouw toegepast worden de biodiversiteit wel ernstig beschadigen. In Drenthe worden jaarlijks meer dan 570.000 kg over de akkers verspreid.

 

Ja, we hebben een stikstof overschot, klimaatverandering, monoculturen, maar dat alles verklaart niet de algehele teruggang van insecten en vogels in natuurgebieden. Het is evident dat voedsel dat met behulp van deze giftige stoffen geproduceerd wordt of akkers waar gespoten wordt, sporen van deze stoffen bevatten. Maar ook daar waar nooit gespoten wordt zoals in natuurgebieden,  particuliere tuinen of in huizen, worden deze stoffen gevonden. Sinds een aantal jaren zijn er door onafhankelijke wetenschappers onderzoeken uitgevoerd, die aantonen dat wat er ook geanalyseerd wordt,  overal bestrijdingsmiddelen gevonden worden: in voedsel, menselijke urine en haren, zwaluwen, vleermuizen, mezen en nestmateriaal met hondenharen, krachtvoer, stro, bodem, gras, compost, mest, bloemen, boomschors, lucht, water, etc.

 

Wat betekent dit?

Bestrijdingsmiddelen verspreiden zich in het hele milieu. Bestrijdingsmiddelen worden niet zo snel omgezet als de producent belooft, en zelfs als de stoffen worden omgezet kunnen er nieuwe stoffen ontstaan die minder giftig zijn, maar soms giftiger dan de oorspronkelijke stof. Bij de toelating van bestrijdingsmiddelen worden de effecten van cocktails van stoffen waaraan mens en natuur zijn 

blootgesteld, niet of nauwelijks onderzocht. Intussen zijn er duidelijke aanwijzingen dat chemische bestrijdingsmiddelen, die als doel hebben een bepaald organisme te doden of  te verzwakken, negatieve invloed op de natuur en onze gezondheid hebben. Het moet en het kan anders: honderdduizenden landbouwers en vele studies hebben al bewezen dat een voedselproductie zonder bestrijdingsmiddelen mogelijk is. Economen hebben berekend dat de maatschappelijke-, ecologische- en gezondheidskosten  veroorzaakt door bestrijdingsmiddelen uiteindelijk hoger zijn dan de baten. Zoals de gezondheidsraad in het recent gepubliceerde rapport adviseert: het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen moet zo snel mogelijke drastisch verminderd worden. In de green deal van de EU “From Field to Fork” is het doel dat in 2030 in de EU 25% van het landbouw areaal biologische bewerkt wordt en het gebruik van bestrijdingsmiddelen met 50% is gereduceerd. 

 

Wat kan de burger doen?

Biologische telers ondersteunen door de koop van biologische producten; het liefst fruit en groenten van het seizoen en regionaal geteeld; het smaakt beter en is goed voor mens en natuur.

In huis en tuin geen chemische middelen, biociden tegen plaagdieren (muggen, mieren, motten) gebruiken. Vele daarvan bevatten zeer giftige insecticiden zoals permethrin, cypermethrin, deze worden ook door de mens opgenomen. Vele insecticiden hebben een neurotoxisch en/of een hormoonverstorende werking.

Gebruik geen chemische onkruid, mos of schimmel verdelgers; geen van die middelen is onschadelijk.

Gebruik voor huisdieren geen chemische middelen tegen vlooien, teken etc. Bijv. Frontline Spot-on bevat het voor mens en insecten zeer giftige fipronil. Een pipetje van 0,5 ml bevat 50 mg fipronil. Daarmee kunnen 6 miljoen bijen gedood worden. Fipronil is slecht afbreekbaar, verspreid zich in het milieu, wordt door de mens opgenomen en in de haren terug gevonden. Fipronil is ook voor de mens zeer giftig. Seresto vlooien halsband voor honden bevat hoge gehalten van het bijengif imidacloprid. Het is zo giftig, dat zelfs jonge mezen sterven als hun nest met behandelde hondenharen bekleed is. Tegen vlooien en teken zijn knoflook pilletjes met vissmaak in de handel. Of gewoon borstelen of accepteren dat het dier een keer een teek of een vlo heeft?  

Koop voor persoonlijk gebruik geen anti teken en vlooien middelen met chemische werkzame stoffen zoals DEET. DEET wordt nu overal in het milieu gevonden: in oppervlaktewater, weilanden, natuurgebieden en zelfs in menselijke haren. Het middel wordt slecht afgebroken en de effecten op de natuur zijn onbekend.

Onze stem laten horen in de politiek, in het stemhokje en door wat we kopen en consumeren.

 

Margriet Mantingh

Pesticide Action Network Netherlands

pan.netherlands@gmail.com

www.pan-netherlands.org

27 augustus 2020

Disclaimer: GroenLinks is een ledenpartij waarin veel verschillende meningen leven. Om de discussie levendig te houden bieden we graag een podium aan mensen met een creatieve, kritische en / of vernieuwende blik. Deze column is dan ook de mening van de schrijver en mogelijk niet van alle leden van de partij / afdeling.