Persbericht: aangifte wegens valsheid in geschrifte

Gemeente Bloemendaal: Raadslid Roos heeft via haar advocaat op 28 december 2018 aangifte wegens valsheid in geschrifte gedaan tegen gemeentesecretaris Atsma en wethouder/locoburgemeester Heijink.

In artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht is valsheid van geschrifte omschreven als: “Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft”.

Op 12 april 2016 hebben mevrouw W. Atsma en de heer N.A.L. Heijink een geschrift vervalst. Het betreft het zogenaamde “geheime besluit tot oplegging van geheimhouding” dat naar verluidt genomen zou zijn tijdens een collegevergadering op 4 november 2014. Mevrouw Atsma en de heer Heijink traden echter pas in dienst van de gemeente Bloemendaal in de zomer van het jaar daarop: dwz medio 2015.

Atsma en Heijink hebben de besluitenlijst dus bijna anderhalf jaar na dato vastgesteld terwijl zij hiertoe niet bevoegd waren. Niet alleen hebben Atsma en Heijink hun handtekening gezet, zij hebben bovendien eigenmachtig een tekst in het “geheime collegebesluit” ingevoegd welke luidt als volgt: ‘Dit is een uitdraai van de digitale niet-openbare notulen van 4 november 2014, waarvan de inhoud op waarheid is geverifieerd en ondertekend op 12 april 2016’.

Het oogmerk van deze invoeging was om de digitale uitdraai van dit besluit dat in 2016 werd voorzien van de handtekeningen van mevrouw Atsma en de heer Heijink, te gaan gebruiken alsof het een echt document betrof met bewijskracht, dat wil zeggen: het echte collegebesluit tot oplegging van geheimhouding op bepaalde stukken. Dit blijkt uit de verklaring van mevrouw Atsma op 15 augustus 2018 gedaan tegenover raadsleden Roos en Slewe (fractie Hart voor Bloemendaal)

Gevraagd naar de wijze waarop de inhoud op waarheid is geverifieerd, is van de zijde van Atsma en Heijink echter geen enkele verklaring of toelichting gekomen. Beiden zwijgen al maanden als het graf. Daaraan moet worden toegevoegd dat geen der personen die in het stuk staan vermeld als aanwezig op 4 november 2014, nog in dienst was van de gemeente Bloemendaal op het moment van ondertekening door mevrouw Atsma en de heer Heijink, nl 12 april 2016.

Het collegebesluit van 4 november 2014 is van belang omdat het als bewijs wordt gebruikt in een strafproces dat loopt tegen raadslid Roos bij het hof in Amsterdam.

In dit verband is het cruciaal te wijzen op de bijzondere positie van de gemeentesecretaris. Het gaat hier namelijk niet zo maar om een willekeurige handtekening. De handtekening van de gemeentesecretaris geldt als een certificaat van echtheid. Gewezen wordt op artikel 59a lid 1 Gemeentewet. De gemeentesecretaris is vanuit zijn ambt gehouden tot een zelfstandige beoordeling, namelijk of een stuk dat van het college uitgaat ook werkelijk het besluit behelst zoals dat in het stuk is weergegeven. De gemeentesecretaris is dus de enige die gerechtigd is deze certificerende handeling te verrichten op basis van de Gemeentewet en aan diens handtekening komt een zeer hoge bewijskracht toe. Door het plaatsen van de handtekening in 2016 heeft mevrouw Atsma haar positie als hoogste ambtenaar misbruikt en willens en wetens een geschrift vervalst dat dienst doet als ‘echt en waarachtig genomen besluit’ in een strafproces tegen Roos.

Hart voor Bloemendaal

2 januari 2019

Bloemendaal