#Integriteit. Een lastig onderwerp. Ook een belangrijk onderwerp. Zeker in deze tijd waarin sprake is van een groot gebrek aan vertrouwen in de overheid. Maar hoe toets je integriteit? Welke wettelijke grondslagen zijn er om dit onderwerp goed te beoordelen? Welke procedure moet er worden gevolgd na een melding? De aanpak en de beoordeling van meldingen verschilt per gemeente. En wettelijk gezien is er slechts beperkt houvast. Gemeenten worstelen hiermee. Zo ook Bloemendaal. Onze raadsleden Roos en Slewe dienden diverse meldingen in o.a. tegen burgemeester Roest. Lange tijd bleef het stil. Op een enkel verzoek na. Want Roos en Slewe moesten wel onderbouwen welke integriteitsnormen precies zouden zijn geschonden. Een terechte vraag. Want niet alles valt onder de noemer integriteit. Het ‘I-woord’ moet niet te pas en te onpas gebruikt worden. Het is belangrijk voor de geloofwaardigheid dat meldingen zorgvuldig worden gedaan, goed gemotiveerd onderbouwd. Roos en Slewe hebben aan dit verzoek voldaan.

Het heeft al met al een jaar geduurd, maar nu lijkt er toch schot te komen in de behandeling van de ingediende #integriteitsmeldingen omdat loco-#burgemeester #Heijink van #Bloemendaal deze week een brief stuurde waarin hij aankoerst op een snelle afhandeling.

De brief die Nico Heijink stuurde aan Roos publiceren wij hieronder:

Nu is op de inhoud van deze brief wel het een en ander aan te merken. Roos heeft haar zorgen over deze aanpak. Hoewel het verheugend te noemen is dat er eindelijk ‘werk’ van wordt gemaakt, zijn er toch enkele punten van kritiek tav de werkwijze die de heer Heijink beschrijft in zijn brief. Hieronder vindt u de reactie van Roos. Wij willen die met u delen om te voorkomen dat straks vanuit het gemeentehuis weer wordt verklaard dat Roos niet wil meewerken. Dat is geenszins het geval. Leest u haar reactie van 24 oktober 2019 cursief gedrukt hieronder en oordeelt u zelf.

Overigens heeft raadslid Slewe in tegenstelling tot Roos laten weten dat hij wel bereid is te spreken over zijn meldingen maar niet op deze korte termijn. Daarbij is de gedachte van Slewe dat hem geen keus wordt gelaten terwijl Roos er juist van uitgaat dat gezond verstand de heer Heijink zal doen besluiten een ander proces te volgen. Immers, indien meldingen zorgvuldig worden afgewikkeld, kan het hoofdstuk worden afgesloten en naar de toekomst worden gekeken.

Geachte heer Heijink,

Refererend aan uw brief welke ik heden per post ontving, reageer ik als volgt.U roept mij op voor een gesprek op 30 oktober as om 10.00 uur op het gemeentehuis. Op de eerste plaats ben ik verhinderd. Het verbaast mij dat u geen contact hebt gezocht of hebt laten zoeken voor dit gesprek. Het is gebruikelijk om voorafgaand aan een gesprek de agenda’s te vergelijken en dan gezamenlijk een datum te prikken. Dat is niet alleen gebruikelijk, ik voeg daar nog aan toe: het zou ook fatsoenlijk zijn geweest.

Op de tweede plaats kan ik met u persoonlijk geen gesprek hierover voeren omdat ik geen enkel vertrouwen in u heb. Ik verwijs naar de aangifte die ik tegen u en mevrouw Atsma deed maar ook tegen u en de heer Schneiders, wegens valsheid in geschrifte. U bent direct betrokken bij mijn eigen strafproces. Ik neem aan dat u begrijpt dat dit tot een vertrouwensbreuk heeft geleid. Het is volstrekt onmogelijk om in dat kader nog met u over integriteitskwesties te spreken. Om die reden o.a. heb ik verzocht met een onafhankelijke vertrouwenspersoon te kunnen spreken dan wel een onafhankelijke professionele organisatie. Daar blijf ik op terugkomen. Ook nu weer. Het kan zo zijn dat de raad u opdracht heeft gegeven aan de slag te gaan met de meldingen tegen de heer Roest, voor mij geldt dat het mijn eigen meldingen zijn, persoonlijke meldingen ook, die ik met u eenvoudigweg niet kan bespreken om de reden hierboven genoemd. Het is natuurlijk mogelijk dat u uw mandaat gebruikt door mijn meldingen te overhandigen aan een onafhankelijke instantie met wie ik vervolgens graag het gesprek aan zal gaan. Indien u dat op prijs stelt, ben ik graag bereid een vertrouwenspersoon of instantie aan te wijzen. Het is niet zo dat ik de gemeente wil belasten met een groot bedrag aan extra kosten zoals u laatst voorrekende aan de gemeente raad toen u over tonnen aan extra kosten sprak en het bureau Berenschot aanwees. Het kan op een kosten efficiënte, professionele wijze georganiseerd worden, zodanig dat bij de melder, in dit geval ondergetekende, ook vertrouwen behoudt in een zorgvuldige afhandeling van de meldingen. Ik wil u erop wijzen dat ik veel tijd heb gestoken in mijn meldingen en ik het standpunt ben toegedaan dat deze een professionele afhandeling verdienen. Maar, nogmaals, dat gaat niet gebeuren indien het gesprek met u moet plaatsvinden en u het rapport schrijft of laat schrijven.

Het bespreken van de 10 meldingen in een enkel gesprek getuigt niet van realiteitszin. Het kan zijn dat diverse meldingen gezamenlijk worden behandeld omdat ze dezelfde oorsprong hebben. Daarover zou ik u een voorstel kunnen doen. Dat voorstel ziet dan uitsluitend op de efficiënte structurering van het proces van afhandelen maar niet op de inhoud. Ik kan u een dergelijk voorstel sturen indien wij tot een afspraak kunnen komen inhoudende dat ik met een vertrouwenspersoon kan spreken. In dat kader ben ik graag bereid mee te denken met de gemeente opdat kosten zo beperkt mogelijk blijven.

U begint uw brief dat u mij uitnodigt om de integriteitsmeldingen te komen toelichten. Vervolgens schrijft u op de tweede bladzijde van uw brief dat het niet bedoeld is om mijn standpunten te herhalen die in de meldingen staan. Het accent van het gesprek zal komen te liggen op de vraag welke concrete integriteitsnormen zijn geschonden en welke concrete feiten hieraan ten grondslag liggen. Ik vind dit een verwarrende tekst. Het ene hangt uiteraard met het andere samen. Ik voel mij, los van het volstrekte gebrek aan vertrouwen in uw persoon, met de rug tegen de muur gedrukt. Feiten, standpunten en normen staan niet los van elkaar. Het lijkt me niet verstandig deze inkadering vooraf mee te geven omdat het de melder belemmert in zijn toelichting en ik kan hier dan ook geen genoegen mee nemen. Ik vraag mij bovendien af waarom u dat doet. Is het niet zo dat voor de beoordeling alle gegevens van de melder die direct op deze melding zien, relevant kunnen zijn en dat het ‘filteren’ van wat voor de afdoening ter zake doet en wat niet, pas na het gesprek plaats kunnen vinden en niet vooraf? U schrijft dat u mijn meldingen grondig hebt bestudeerd. Maar hoe grondig is dat? Het is niet uw professie. U bent niet ter zake deskundig. Ook niet op het terrein van de integriteitsnormen zelf.

Aan het slot van uw brief noemt u nog derden: Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers en eventueel een in te schakelen deskundige of onderzoeksbureau. Voor wat betreft het CAOP heb ik begrepen dat er overleg is geweest tussen de burgemeester en die instantie. De correspondentie heb ik niet ontvangen, althans: grote delen waren wit gelakt en deels ontbreekt correspondentie. Het CAOP heeft aangegeven niet te oordelen over de inhoud van de meldingen zelf. Ik zou van u graag de correspondentie ontvangen tussen het CAOP en de gemeente, c.q. de burgemeester over mijn meldingen. Dat lijkt mij relevant in het kader van het vervolgtraject. Over het inschakelen van een deskundige ben ik duidelijk geweest en verwijs ik naar hetgeen ik hierboven opmerkte.

Als laatste punt reageer ik op uw mededeling dat het rapport van uw bevindingen wordt overlegd aan de raad en dat de raad hierover een oordeel moet uitspreken. Dat bestrijd ik. De raad gaat niet over de integriteitsmeldingen tegen de burgemeester. Het oordeel ligt niet bij de raad. Het professionele oordeel over de meldingen ligt bij een deskundige en betrouwbare instantie. De raad is niet bevoegd. De raad is politiek. De meldingen dienen niet een politiek karakter te krijgen. Mijn meldingen zijn ook niet politiek ingegeven. De meldingen zijn politiek niet gedeeld. Als dat het is wat u wil, dan ligt het voor de hand dat ik alle meldingen publiceer en daar ruchtbaarheid aan geef omdat ik nergens terecht kan en de gemeente niet openstaat voor een zorgvuldige en onafhankelijke toets. Ik begrijp dat u de raad hierin wenst te betrekken omdat een politieke beoordeling automatisch betekent dat de heer Roest geen enkel verwijt gemaakt kan worden en daarmee zouden mijn meldingen van tafel geveegd kunnen worden. Als minderheid voel ik me door deze brief niet alleen zwaar onder druk gezet maar ook benadeeld.

Ik wacht uw schriftelijke reactie met belangstelling af. Met name mijn suggesties zie ik graag in uw antwoord terug.

Hoogachtend, mr M Roos, Hart voor Bloemendaal