D66 De Bilt begrijpt de emoties rondom het plannen van woningen op groenlocaties en speelveldjes. Hieronder geven wij antwoord op enkele veel gestelde vragen. 

Waar komt het plan voor de bouw van woningen vandaan? Wat is de noodzaak?

De woningnood in de regio is hoog. De bevolkingspiramide in de gemeente De Bilt lijkt op een zandloper, steeds minder mensen tussen de 20 en 40 kunnen zich hier een huis veroorloven. De wachtlijst voor sociale woningbouw is lang, huren in de vrije sector is voor velen te duur en koopwoningen zijn voor de meesten niet te betalen. In het project Hof van Bilthoven bij de Melkweg meldt de SSW dat er 150 reacties per huurwoning zijn binnengekomen. Woningzoekenden uit onze gemeente mochten hierop met voorrang  reageren.

Om de woningnood aan te pakken moeten in de regio rondom Utrecht in 20 jaar tijd ruim 100.000 woningen worden gebouwd. De helft in de stad Utrecht, de andere helft in de omliggende gemeenten. De ambitie van de gemeenteraad is om 845 woningen (<1% van de regionale opgave) en gedeelte daar bovenop nog 450 sociale huurwoningen te bouwen in de gemeente De Bilt.

Zijn er geen andere mogelijkheden?

Ja, die zijn er. Deze mogelijkheden worden tegelijk verkend. De discussie gaat nu over het aanwijzen van woningbouwlocaties op gemeentelijke grond. Tegelijkertijd worden projectontwikkelaars gedwongen om mee te werken aan de sociale woningbouwambitie van de gemeente, via de bouw van sociale huurwoningen of via een storting in een woningbouwfonds. Op de reeds ingeplande woningbouwlocaties zoals bij het HF Wittecentrum worden sociale huurwoningen en vooral dankzij D66 ook middeldure huurwoningen ingepland. Ten slotte gaat de gemeente in gesprek met de provincie om buiten de bebouwde kom (buiten de ‘rode contouren’) te mogen bouwen op landbouwgronden.

Waarom bouwen in het groen?

Uit meer dan 160 locaties die in gemeentelijk bezit zijn, veelal zijn dit groenlocaties binnen de bebouwde kom, zijn er uiteindelijk 13 locaties voorgesteld, vooral op basis van haalbaarheid.  Voor D66 spelen groenwaarden ook een rol. Groenlocaties met ecologische verbinding naar de hoogwaardige natuur buiten de bebouwde kom (Natuur Netwerk Nederland, de vroegere Ecologische Hoofdstructuur) hebben veelal een hogere natuurwaarde dan meer geïsoleerde groenlocaties. Om op landbouwgrond buiten de bebouwde kom te mogen bouwen is toestemming nodig van de provincie. Om die toestemming te krijgen moet de gemeente aantonen dat er binnen de bebouwde kom niet meer bij kan worden gebouwd. De gemeente is in gesprek gegaan met de provincie om buiten de bebouwde kom (buiten de ‘rode contouren’) te mogen bouwen op landbouwgronden.

Waarom zo plotseling? Dit voelt als een overval.

We begrijpen het goed als mensen overvallen zijn door de planvorming. Graag wil D66 dat mensen mee beslissen over hoe en wat er precies gebouwd wordt. In juli jl. heeft de raad bepaald dat deze participatie start na het aanwijzen van de woningbouwlocaties. De reden hiervoor is dat de volksvertegenwoordiging deze afweging eerst gemeente breed moet maken. D66 is het hier mee eens. Ook wij vinden het onwenselijk als bewonersgroepen onderling gaan wijzen naar mogelijke locaties in andere wijken en dorpen. In december 2018 zijn de randvoorwaarden voor het aanwijzen van de woningbouwlocaties door de gemeenteraad vastgesteld. In het coalitieakkoord van 2018 (‘Bouwen aan een Topklimaat) is besloten dat bouwen een belangrijk thema wordt in deze collegeperiode.

Waarom niet meer bouwen buiten de bebouwde kom (buiten de rode contouren)?

De gemeente is niet de enige overheid die gaat over het bepalen van woningbouwlocaties. Van de provincie mag de gemeente buiten de bebouwde kom bouwen zodra aangetoond is dat de mogelijkheden binnen de bebouwde kom zijn benut. Op het moment dat dit is aangetoond wil D66 gaan bouwen op landbouwgronden buiten de rode contouren, bijvoorbeeld bij Maartensdijk.

Het heeft toch geen zin om te bouwen, want de vraag is eindeloos. Waarom doen we het dan toch?

De vraag naar woningen wordt door het bouwen maar tot op zekere hoogte verminderd De vraag is niet: we bouwen wel of niet. D66 wil in het belang van mensen die geen woning kunnen vinden, een belangrijke bijdrage leveren. D66 geeft kansen aan iedereen, niet alleen aan de mensen die hier in eigen huis of huurwoning wonen, maar ook voor hen die zich dat op dit moment niet kunnen veroorloven of er geen kans op maken.

Waarom de schapenweide niet volledig inzetten voor woningbouw?

De hele schapenweide stond tot voor kort te boek als toekomstig bedrijventerrein. De afgelopen zomer is besloten om naast een groene campus voor Life Sciences, de schapenweide gedeeltelijk voor woningbouw te gebruiken. Met een belangrijk deel sociale huurwoningen en middeldure huurwoningen. Deze gemeente heeft ook behoefte aan behoud van enige werkgelegenheid en kan hiervoor strategisch meeliften op de ontwikkelingen in de Life Sciences.

Verder kunnen we op de schapenweide niet onze hele woningbouwopgave kwijt. Dat zou ook een oneerlijk verhaal zijn. De locatie telt nu mee voor minimaal 150 woningen, en dat moet de gemeente nog zien af te dwingen omdat de grond niet van de gemeente is. Rondom de schapenweide wonen inwoners die ook opkomen voor hun leefomgeving en die grenzen stellen aan de ontwikkelingen. Dat gebeurt met goede argumenten: er is daar bijvoorbeeld nu al veel verkeersdrukte. En ook daar speelt het behoud van groenwaarden een belangrijke rol. D66 vindt het verstandig om de woningbouwopgave te spreiden over de wijken en dorpen.

Heeft dit voorstel het doel om de gemeente wat geld in het laatje te brengen?

Nee, dit voorstel bestaat voor meer dan 70% uit sociale en midden-huur woningen. De raad heeft vastgesteld dat de gemeente het zich financieel niet kan veroorloven verlies te maken op de bouwlocaties. Daarmee worden de reeds forse financiële problemen van de gemeente nog groter. Er is gekozen om een aantal locaties die ook geschikt zijn voor sociale woningbouw voor opbrengsten in te zetten.